lijkt spelenderwijs gedaan en toch zijn zulke teekeningen moeilijker dan zij schijnen. Simpson teekende hem van terzijde gezien, in vinnige lijnen als een Don Quichot, maar tevens met iets van den ‘zuur-pruim’ in het kijken van het kleine, scherp geplaatste oog, de ‘evil-eye’ van den geboren humorist, terwijl Harry Furness (de beroemde Punch-teekenaar) hem veel meer als ‘enfant-terrible’ aanzag en in de slungel-achtige figuur met de ‘Eton-jacket’ het studentiekooze element naar voren schoof van dezen altijd jongondeugenden grijzen schrijver.
Zij hebben beiden hun deugden, deze caricaturen. Mij is die van Simpson het liefst omdat de teekentrant het meest direct en driftig is en... het meest Shawesk van allure.
Want zooals hier, met enkele streken van het in Oost-Indische inkt gedrenkte, puntige penseel die nijdige kop met den neus als een omgekeerd vraagteeken geteekend werd, daar is wel zeer toepasselijk het ‘l'art c'est l'écriture de la vie’.
Het ding is als een stenogram van 't leven. Heel en al... Shaw!
OTTO VAN TUSSENBROEK.