Den Gulden Winckel. Jaargang 19
(1920)– [tijdschrift] Gulden Winckel, Den– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdEen expressionistische romanDie Achatnen Kugeln. Roman door Kasimir Edschmid. Verlag: Paul Cassirer. Berlin 1920.
WANNEER men te schrijven heeft over een expressionistisch werk van één der voormannen dezer moderne cultuur-beweging, kan het stellig, gezien de weinige bekendheid en sympathie, welke het literaire expressionisme tot nog toe verworven heeft bij een gezaghebbend dagblad als de Nieuwe Rotterdamsche CourantGa naar voetnoot1), geen kwaad, aan de | |
[pagina 152]
| |
eigenlijke boekbespreking een zeer beknopte karakteristiek der beweging te doen voorafgaan. In tegenstelling met het futurisme - en het oorspronkelijke expressionisme op schilderkundig gebied - is het literaire expressionisme geen stijlsecte, maar een cultuur-beweging. Als zoodanig staat zij tegenover het naturalisme van de XIXe eeuw, zijn haar overgangsvormen het impressionisme en de neo-romantiek der laatste decenniën. Historisch is zij derhalve hun synthese. De meest markante trek van haar geestelijke structuur komt naar voren in de primitieve d.i. intuïtieve werkelijkheids-aanschouwing, welke den mensch wederom plaatst in zijn kosmisch verband. Het naturalisme ontleedde den mensch als psychologisch studie-object, het drama werd een ensceneering van de causale werking der inductiefontdekte maatschappelijke krachten, de natuur diende het verstand tot laboratorium, het verschrompelde gevoel tot décor. Het impressionisme zette de realistische detailleering der hem voorafgaande strooming onverminderd voort, doch verloor ook den anthropokosmos uit zijn gezichtsveld. Niet stonden langer tegenover elkaar Mensch en Natuur: de Mensch viel uiteen in een groot aantal ontroerings-momenten, de natuur versplinterde in duizenden kleur- en klank-nuancen. De neo-romantiek tenslotte zamelde de scherven weer bijeen. De mensch hervond zich in een gruwelijke, chaotische wereld. Nog eens bloeit de Barok. Elk mensch, elk ding draagt een masker, doch het verborgene is hun wezen niet. Het individualisme alleen toont schaamteloos zijn perversiteit. De oorlog breekt uit en hij wordt begrepen als een eindelijke redding uit de folterende over-bewustheid, waarin het menschdom verkeert. Het nationalisme viert zijn valsche triumphen. De lang-voorspelde kudde-moraal zegeviert. Na vier jaren de ontgoocheling: de overwinnings-roes is partieel en kortstondig. Een ontzag'lijke, vervluchtigende weemoed strijkt door de harten. Dan barst onstuimig de eerste opstand los. In deze tijden wies het expressionisme tot een internationale cultuur-kracht. De mensch werd herboren, dicht aan het hart van God, het Paradijs opent zijne poorten. Maar weer zal de Mensch ontmoeten den Engel met het vlammend zwaard, die eens hem uitdreef. Steeds blijft de Extaze een moment, ook in de Historie der Menschheid.
Hopende u een, zij het besnoeid, overzicht te hebben gegeven van de wording en de aanvankelijke mogelijkheden van het Expressionisme, wil ik thans trachten Edschmid's roman te doen waardeeren. Want ontegenzeggelijk kan hier van kritiek in den gewonen zin van het woord weinig sprake zijn. Wanneer ge dit werk voor uzelf als een meesterwerk erkent, voelt ge lust noch behoefte het aan een nauwgezet critisch onderzoek te onderwerpen. Zeer zelden gebeurt het, dat ge (onnadenkend!) zeggen kunt: ‘Dit is een goed boek’, zonder dat achteraf de hatelijke scrupules komen. Doch hier, integendeel, brengt elke lezing nieuwe vreugde. Deze roman beeldt uit de Vrouw. Geboren in het verre Westen, uit het geslacht van een adellijken Franschen balling en een indiaansche moeder, brengt zij haar leven tot de ontzag'lijke vervulling van het vrouw-èn-mensch-zijn. Zij dwaalt door de prairieën; boom en dier verwezenlijken zich in haar rhytmisch gebaar; zij viert de orgieën der Parijsche kroegen, herleeft op een oud, verscholen slot gansch de romantiek harer voorvaderen; vecht op de ineenstortende barricaden den uitersten strijd; verpleegt melaatschen in de IJs-streken, totdat de liefde, die zich welft over geheel dit boek, haar loutert tot de vrouw aan wie het leven vervuld is. Het zou tot niets dienen, den inhoud of de titel-symboliek nader uiteen te zetten; gemeenlijk valt der nieuwsgierigheid reeds genoeg ten offer. De techniek van het werk echter kan zonder afzonderlijke bespreking moeilijk worden voorbijgegaan: zij wijkt belangrijk af van hetgeen ons gewoonlijk onder de oogen komt. Ten eerste: De zinnen missen grootendeels hun logisch verband. Voor velen zal dit de volmaakte waanzin beduiden, gelijk zij schilderijen als ‘gekkenwerk’ plegen te kwalificeeren, wanneer het doek geen reëele voorstelling te zien geeft. Wij zijn zoo lang reeds gewend aan de logische constructie van den zin op letterkundig gebied, (behalve eenige tachtiger-vrijheden b.v. Gorter's sensitieve verzen, van Deyssel's Adriaantjes), dat wij ons moeilijk een andere uitdrukkings-wijze kunnen indenken. Edschmid spant zijn zinnen vanuit het wezen zijner personen. Zij omschrijven nooit, beelden onmiddellijk, geven aldus sensatie en sentiment in hunne conceptie weer. Een citaat moge dit verhelderen: ‘Nun stiegen sie schon die zweite Stufenreihe hinunter. Immer sahen sie auf der anderen Seite die schwarzen Schatten, die sich wie sie selbst bewegten. Die Wasser rauschten langsam. Als sie die dritte Terrasse erreichten, kehrten sie um nach der anderen Seite, die schwarzen Schatten schwenkten und traten auf sie zu. Da kam aus dem See unten ein silberner Strahl; er glühte auf, Licht strömte die Neigung der Rasen-terrasse herauf. Das Schlosz über ihnen schlug eine Mondflamme in den Himmel. | |
[pagina 153]
| |
Ten tweede: Geen beeld is ornament, geen woord decoratief. Natuurbeschrijvingen, die nog zoo vaak onzen romans tot vlakversiering dienen, komen als zoodanig niet voor, omdat elk aspect een visie is geworden. Merkwaardig is in dit verband Top Naeff's poging om buiten haar individueel bewustzijn een andere individueele psyche te scheppen in het onlangs verschenen ‘Vriendin’. Wat aan Top Naeff mislukte, wellicht door haar overgroote technische vaardigheid, gelukte Edschmid volkomen in zijn eersten roman. Men moet zich wennen aan den expressionistischen stijl, indien wij daar nu reeds van spreken mogen; moeilijkheden biedt hij te over. Doch een onbevooroordeelde aandacht vergoedt ruimschoots elke inspanning. ROEL HOUWINK. |
|