In memoriam J.G. Danser
1894-1920
ZIJN doodsbericht bracht voor hen, die zijn sonnetten kenden, slechts een weemoedige droefheid, geen plotselinge ontroering.
Zijn dood was niet het plotseling eindigen van een jong bloeiend leven.
Danser was steeds de zachte dichter van leed en pijn, die zong van eigen moeitevolle leven, eigen droefheid.
Een grauw verdriet is in mijn ziel begonnen
De dag is triest en vol onduldbaar wee ...
Ik weet het nu; 'k heb mij te laat bezonnen,
Geen deelt mij ooit meer van zijn deernis meê.
Weinig had hij nog gegeven, slechts een enkelen bundel sonnetten, een paar jaren geleden bij van Krimpen verschenen; maar wat hij gaf was zuiver en schoon. Stil voor zich heen zeide hij zijn leed uit en zijn woorden werden als het zachte ruischen van een beek op laten zomeravond.
Nooit waren zijn verzen wrang of bitter, steeds was er een glans, die er een zilveren schoonheid aan gaf, ze ons deed zien als een Matthijs Maris. Dan was het of we een wazig landschap voor oogen zagen dat langzaam verdween in de zwaarte van den avond.
Hij is dood, zooals zijn wensch was. Moge het verdriet uit zijn voorbije leven hem vergoed worden.
NICO ROST.