Den Gulden Winckel. Jaargang 19
(1920)– [tijdschrift] Gulden Winckel, Den– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdRichard Dehmel 1863-1920 †Ga naar voetnoot1)ONVERWACHT bereikt ons het bericht, dat Richard Dehmel, 56 jaren oud, in Blankenese bij Hamburg gestorven is. Juist in de jaren die komen zullen voor Duitschland, had het volk, dat hem toch kende en las, hem zoo noodig gehad. ‘Den Gulden Winckel’ van Januari 1919 wees er reeds op, hoe het hoerapatriotisme, dat leefde in zijn ‘Kriegsliederbuch 1914’, door hem reeds in 1918 overwonnen was. Dehmel was de dichterlijke denker, die sedert het verschijnen van ‘Aber die Liebe’, welke versbundel in het jaar 1895 uitkwam, de aandacht van Duitschland en de Duitsch-lezende wereld tot zich trok. Vooral de bundel ‘Zwei Menschen’, een lyrische ontwikkelingsgang van man en vrouw, geschreven in romancen, vestigde veler aandacht op hem. Dehmel is de dichter geweest, die het ‘grübelnde’ deel der lezers, die huiverden voor de gevolgen van het vrije huwelijksleven, dat slechts door volkomen één-zijn en begrijpen een samenleven van man en vrouw gewettigd acht, getracht heeft te overtuigen. Hierdoor is zijn vers vaak rhetorisch en de zuivere bedoeling wel eens moeilijk verstaanbaar geworden in de zwaar-gebouwde strophen. Zooals het volk vaak Goethe boven Schiller stelt, zoo stelt het ook Liliencron boven Dehmel, want - de vergelijking is door te voeren tot in wiskundige formuleering - Goethe staat tot Schiller als Liliencron staat tot Dehmel. Al heeft Dehmel zich ook wel in het zuiver lyrische bewogen. Een enkel voorbeeld van een eenvoudig gedicht: Die stille Stadt
Liegt eine Stadt im Tale,
Ein blasser Tag vergeht;
Es wird nicht lange dauern mehr,
Bis weder Mond noch Sterne,
Nur Nacht am Himmel steht.
Von allen Bergen drücken
Nebel auf die Stadt;
Es dringt kein Dach, nicht Hof noch Haus,
Kein Laut aus ihrem Rauch heraus,
Kaum Türme noch und Brücken.
Doch als den Wandrer graute,
Da ging ein Lichtlein auf im Grund;
Und durch den Rauch und Nebel
Begann ein leiser Lobgesang
Aus Kindermund.
Richard Dehmel
‘Moderne Deutsche Lyrik’ en ‘Deutsche Chansons’ staan de meest bekende. Waar reeds bij herhaling verzen van Dehmel in D.G.W. geciteerd zijn, zal ik mij thans van verdere aanhaling onthouden. JAN J. ZELDENTHUIS. | |
N.B. Dagblad-necrologie!‘Het Algemeen Handelsblad’ van 9 Februari (Maandagavond): | |
[pagina 47]
| |
Richard Dehmel †.
Ich bin kein Priester,
Kein Minister,
Bin kein König
Und auch kein Held,
Mir ist kein Titel
Und auch kein Orden
Verliehen worden,
Und auch kein Geld.
Vindt men, wat modern-balooriger, in Richard Dehmel's Steinklopfer het gevoel van den ouden Faust terug? Een Dichter-Lexikon komt eraan herinneren: de dichter, wiens doodsbericht ons bereikt, heeft als Faust allerhande studie gemaakt: natuurwetenschap, economie, philologie, ‘und leider auch Theologie’. Daarna bleek hij een dichter. Schiller en Heine waren hem geen verloren voorbeelden, en in gezelschap van Bierbaum leerde hij het minnelied voor het cabaret - Duitsch: Brettl - fatsoeneeren. In zijn latere jaren is hij op veel teruggekomen. Een in 1906 verschenen uitgaaf van Richard Dehmel's verzamelde werken geeft op menige plaats omwerking, nalezing van den toen veertigjarige. Hij heeft dan zijn volrijpte werk achter den rug: Zwei Menschen, ‘roman in romances’. Dehmel is in 1863 te Wendisch-Hermsdorf geboren, leefde langen tijd te Berlijn, reisde, stierf, naar thans wordt gemeld, 57 jaren oud te Blankenese. In zeker opzicht is hij de meest populaire der moderne Duitsche dichters geweest, al heeft de reputatie van onzedelijk en zinnelijk te zijn hem geschaad.
Let wel: het aangehaalde gedicht getiteld: ‘Das Lied des Steinklopfers’ is van den bekenden socialistischen dichter Karl Henckell. Zelfs de tekst daarvan is foutief. Zij moet zijn (aangehaald werd de eerste der drie strophen!). Ich bin kein Minister,
ich bin kein König,
ich bin kein Priester,
ich bin kein Held;
mir ist kein Orden,
mir ist kein Titel
verliehen worden
und auch kein Geld.
Ik wil over de bevoegdheden van den kunstredacteur van het ‘Handelsblad’ niet discussieeren, maar protesteer tegen zulk een voorlichting door een groot dagblad. Z. |
|