✡ Louis D. Petit. †
Naar de dagbladen reeds gemeld hebben overleed den 16en Juli j.l. te Leiden in den ouderdom van 71 jaren de heer L.D. Petit, conservator bij de bibliotheek der rijksuniversiteit te Leiden en bibliothecaris van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde.
J.W. Enschedé heeft aan dezen voor het Boek zoo verdienstelijken man een artikel gewijd in het Nieuwsblad van den Boekhandel, waarin hij o.a. zegt:
Petit was een wetenschappelijke bibliotheek-ambtenaar als weinige: hij was een geboren bibliograaf als geen. Dat laatste, hij was er zich, onuitgesproken, van bewust. Hij kende de waarde en de beteekenis van bibliografie, als onmisbare basis van het-doet-er-niet-toe welke studie, en het griefde hem, dat de Wetenschap der bibliografie in de leidsche universitaire kringen niet als zoodanig geacht was. Hij had het zoo gaarne anders gezien. Als uit het harte gegrepen was hem de passus, door Kruseman geschreven in het levensbericht van Frederik Muller, door Letterkunde gepubliceerd:
‘Bibliographie is een op zich zelf staand vak: kennis van boeken in het algemeen, kennis van hunne eigenaardigheden in het bijzonder. Zij bemoeit zich minder met den inhoud, dan wel met de plaats die het boek onder zijns gelijken moet innemen, en met den vorm waarin het bestaat. Zij legt zich vooral toe op de geschiedenis van het boek en op al wat daarmede in betrekking staat. Bibliographie gaat eigenlijk buiten alle wetenschap om en is toch eene wetenschap op zich zelve. Haar verdienste is niet gering. Niet elkeen kan maar zoo voetstoots tot eenige hoogte daarin geraken. Daar is een vlug oog, lange voorbereiding, oefening, heel veel ervaring en algemeene kennis toe noodig, en bovendien een lust en eene liefde, die nobeler oorsprong hebben dan zucht tot gewin van geld alleen’. Zoo is het. Petit is er zijn leven lang een bewijs en een voorbeeld tevens van geweest....