Over zwart en wit werk I
MISS FISH. Wanneer ik de reeks korte besprekingen van werk der kunstenaren, wier talent neigt tot de boekversiering en illustratie, open met Miss Fish dan ligt de oorzaak daarvan in het feit, dat wellicht geen enkele onder hen zóó spoedig bekend, zoo spoedig populair geworden is als deze nog jonge vrouw.
In Engeland althans is zij naast de ook ten onzent bekende Jessie King wel zeker de meest gevierde teekenares. En dat is geen wonder, want haar werk heeft eigenschappen, welke zuiver begrip van zwart en wit-verdeeling toonen; het is nimmer banaal, het is knap en vol geest en frisschen humor. Is Jessie King de ernstige, de geboren Schotsche met het hart vol van sproken en overleveringen, zelf bijgeloovig als een kind, hetgeen ik in het prachtige Parijs, waar ik haar dagelijks ontmoette kon opmerken, Miss Fish is de vroolijke, en haar werk altijd te herkennen aan den glimlach welke erin levend is.
Zoo kan men haar het meest waardeeren in illustraties voor een meer of min humoristischen tekst, waarvan de in Engeland overbekende ‘Eve-Letters’, oorspronkelijk verschenen in het blad ‘The Tatler’ en later in boek-vorm, wel zeker het meest treffend voorbeeld zijn.
Hierin is zij volkomen zichzelf en hierin is zij ook volmaakt origineel. Ik zou u tal van werken kunnen noemen welke door haar zijn geïllustreerd, doch welhaast nergens is zij zóó op haar best.
Niet waar, als men het hierbij gereproduceerde prentje beziet dan is een glimlach niet te onderdrukken. Het is ‘Eve’ die in tijd van voedselnood een brief leest van overheidswege haar toegezonden, waarin wordt medegedeeld dat haar beide schoothondjes ter slachtbank worden opgeeischt. Eve slaat de oogen in wanhoop ten hemel en het hondje links krijgt zulk een angst-beving dat slechts een staartkrul van hem zichtbaar blijft, terwijl twee dikke tranen langs de wangen van het andere dier biggelen, dat heil zoekt in mooizitten, als dacht het daarmee het leven van ‘petdog’ te kunnen sparen. Zooals zoo'n diertje eigenlijk met niets geteekend is en die geestige ‘outline’ ervan treft; zoo aardig als dat ei-vormig kopje van Eve gegeven werd met de haarkrullen op voorhoofd en slapen, zoo goed is ook de breede zwarte onderlijn gevonden om dit alles af te sluiten en te dragen.
Een enkele maal zijn in het werk van Fish de invloeden van niemand minder dan Aubrey Beardsley aan te wijzen, al blijft zij niettemin ook hierin zichzelf door de humoristische bedoeling