Den Gulden Winckel. Jaargang 16
(1917)– [tijdschrift] Gulden Winckel, Den– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdIn 't hol van den leeuwVERSCHENEN is: De Verbreiding van de Vereenvoudigde Spelling (1908-1917). Dit boekje van 71 bladzijden is, behalve de toelichtende inleiding van Prof. Dr. C.G.N. de Vooys, niet bestemd om gelezen te worden. Immers, 't bevat een lijst van geschriften in v.s., van tijdschriften, weekbladen, dagbladen enz., die artikels in de v.s. opnemen, en van vereenvoudigers-met-dedaad. Toch zou ik ieder anti-vereenvoudiger wel willen aanraden 't boekje eens door te bladeren. Te veel nog wordt het streven voor vereenvoudiging van de schrijftaal toegeschreven aan gemakzucht, aan gebrek aan taalgevoel, aan onwetenschappelijkheid, aan een streven om 't alledaagsche, ja 't vulgaire, tot norm te verheffen. En beter, overtuigender, dan alle argumentatie dunkt me, is dan | |
[pagina 62]
| |
een nagaan van de lijst van vereenvoudigers-metde-daad (ruim 28 bladzijden). Daar ziet men bv. namen van mannen die hun leven lang geploeterd hebben in allerlei vreemde talen: zouden die gedreven worden door gemakzucht? Men vindt er namen van mannen en vrouwen die in mooie, zuivere taal hun gevoelens en denkbeelden aan hun landgenooten hebben kenbaar gemaakt: zouden die gebrek aan taalgevoel hebben? Kan men de taalgeleerden onder de vereenvoudigers onwetenschappelijkheid verwijten? Men treft er de namen aan van mannen en vrouwen die geschreven hebben over 't heiligste, 't innigste, dat hen bezielde: zouden deze 't alledaagsche tot norm willen verheffen? Ook de lijst van boeken en brochures (bijna 15 bladzijden) is zeer leerzaam in dat opzicht. En eindelijk: zouden al die redakties van tijdschriften, dag- en weekbladen (19 bladzijden), die de vereenvoudigde in hun kolommen toelaten, dit doen als ze er van overtuigd waren dat die spelling zooveel verderfelijks zou teweegbrengen, als waarvoor sommige tegenstanders vreezen? 't Boekje bevat ook een ‘zwarte lijst’! Als men tenminste de vermelding van een tweetal periodieken een lijst mag noemen. Er zijn er namelijk twee - slechts twee! - die geen stukken in de vereenvoudigde spelling opnemen. 't Eene heeft dit nooit gedaan: Onze Eeuw; het andere deed 't vroeger wel, maar in de laatste jaren niet meer: Den Gulden Winckel. De lezer zal nu wel 't opschrift boven deze aankondiging begrijpen. Moge 't ‘hol van den leeuw’ weer spoedig een ‘paradijs’ worden, waarin 't lam naast den leeuw kan nederliggen; moge 't spoedig in de kolommen van D.G.W. weer pais en vree worden tusschen de tot nog toe meest gebruikelijke, en de vereenvoudigde spelling - zooals 't geval was in ‘de goeie ouwe tijd’!Ga naar voetnoot*). P.L. VAN ECK Jr. |
|