Eline Vere
Bij den 7en druk
IN de smaakvol verzorgde reeks herdrukken die de firma P.N. van Kampen & Zn. sedert eenigen tijd het licht doet zien is nu ook Eline Vere verschenen - een zevende druk!
Al bladerend in deze nieuwe editie heb ik een beetje jaloerschheid mij voelen bekruipen op het jongere geslacht, dat nu voor 't éérst het werk zal ter hand nemen en voor wie het een openbaring zal zijn zoo als 't dat eens was voor mij. Ik heb dit boek zeer lief, en ik versta nú nog zoo goed van Deyssels verrukking, die Eline Vere: ‘kunst om te kussen’ noemde. Geen ander boek wellicht is met mijn leven zóó vervlochten als Eline Vere; wat heeft dat boek onze gretige jeugd rijk gemaakt! Het overkomt mij, als ik in den Haag loop, nòg wel, dat ik denk: dit is het plein waar Eline woonde, dit de laan waarlangs zij vluchtte in dien onheilsnacht, dit het huis, misschien, waar Jeanne Ferelijn alleen was met haar tobberige gedachten.
Ach! nog eens - en dan met al de verrassende nieuwheid van de éérste maal! - met Eline op De Horze te logeeren, den dikken boom te omhelzen, en later, als het omweert, met al de zenuwachtige groote menschen, vol spanning de natte, verregende kinderen af te wachten uit de Witte Kuil. O, al die lieve menschen uit dit boek! die schattige mevrouw v. Erlevoort en haar groote smart, als Eline...; die lieve trotsche Freddy en de fijntjes diplomatieke mevrouw van Raat aan wie Freddy het toch maar te danken heeft dat ze eindelijk met Paul wordt vereenigd; de wat stijve George, de rêvasseerende Lili, Emilie die te dik blijkt om zich achter de gordijnen te verbergen als ze met Marie het paartje van de huwelijksreis bespieden wil; de grappige Paul, de lobbesachtige Henk, de kijvende Betsy, de kwijnende Vincent - hoe houd ik van al die menschen om Eline heen, de beminnelijke en de minder beminnelijke; en hoe lief heb ik Eline zelve; hoe krimpt mij 't hart nog om haar lot. Zie, dat heeft Couperus bereikt met zijn heerlijke kunst, met dit boek dat nog altijd als iets groots staat temidden van de productie der laatste dertig jaar, ook al merken wij dan nu wel op wat vroeger ons - gelukkigen! - ontging: dat de stijl niet zóó voornaam, de taal niet overal zóó gekuischt is als we dat verwachten en wenschen zouden. Eline Vere - in één woord - is naar mijn overtuiging een van die groote geschenken, waarvoor wij den gever heel dankbaar hebben te zijn. Het verdient minstens den roem van de Camera.
G.v.E.