Hollandsche papierfabrikanten hadden gevestigd. In het einde der zeventiende eeuw schijnen Gel-dersche papierfabrikanten, die bij den inval der Franschen in 1672 gevlucht waren, zich in de Zaanstreek gevestigd te hebben, terwijl na de herroeping van het Edikt van Nantes in 1685 zeer vele Fransche werklieden uit de papierindustrie zich over ons land verspreidden.
Van dien tijd af dateert ook de hooge vlucht der Hollandsche papierindustrie, in het bizonder die der Zaanstreek, waar men zich vooral op het maken van best wit papier toelegde.
Men trok partij van vele nieuwe verbeteringen en vindingen, waarvan er eene van bizondere beteekenis is, namelijk die van de zoogenaamde ‘roerrol en roerbak’, die tezamen onder den goedklinkenden naam ‘Hollander’ nog steeds een der gewichtigste hulpmachines der moderne papierfabrieken vormen.
Door dit werktuig werden de oude hamerbakken vervangen en kon men veel gauwer en in grooter hoeveelheden de papierbrij bereiden.
Men was met deze nieuwe vindingen, en terecht, zeer geheimzinnig, daar zij ons op den buitenlander een grooten voorsprong gaven. Uit een historisch oogpunt merkwaardig, is een placaat van 1781, waarbij de voor het lot der papierfabrieken bezorgde overheid eenige lang niet malsche boeten stelde op het vervaardigen voor rekening van het buitenland van werktuigen der papierindustrie, in zekeren zin een pendant van wat dezer dagen in het nieuwe tarief werd voorgesteld, namelijk door zware rechten den buitenlander te beletten zijn papierproducten hier te plaatsen.
Ondanks die verbodsbepalingen, die waarschijnlijk ook wel wat te laat zijn gekomen, is het toch niet gelukt die geheimen te bewaren, zoodat men ook elders minstens even goede papieren leerde fabriceeren en de roem der Nederlandsche papierindustrie langzaam aan taande.
Toch was omstreeks 1850 de beteekenis onzer industrie nog van belang, zooals blijkt uit onderstaande statistiek, welke door de fabrikanten dier dagen zelf is verstrekt:
|
Getal fabrieken |
Getal arbeiders |
Gem. getal Ned. Pd. lompen jaarl. gebruikt |
Noord-Holland |
18 |
569 |
2.348.000 |
Friesland |
1 |
20 |
75.000 |
Noord-Brabant |
1 |
13 |
40.000 |
Limburg |
3 |
685 |
2.600.000 |
Gelderland |
124 |
1716 |
4.018.200 |
Zuid-Holland |
15 |
187 |
960.000 |
Overijsel |
5 |
58 |
105.000 |
|
_____ |
_____ |
_____ |
Te zamen |
167 |
3248 |
10.146.200 |
Hoewel het getal papierfabrieken door het verdwijnen der meeste fabrieken van geschept papier zeer verminderd is, is toch het productievermogen der tegenwoordige fabrieken zeer toegenomen; de papierfabrikatie staat in ons land thans op een hoogen trap van ontwikkeling, doordat men met den tijd is medegegaan; er zijn echter nog zeer vele soorten die hier te lande niet worden gefabriceerd, wat eigenlijk ook niet te verwonderen is als men zich het ontzettend getal varieteiten te binnen roept, waarin het papier voorkomt, welke dikwijls ieder bizonder dure en geheel aparte inrichtingen vereischen om gemaakt te worden; daarbij komt nog dat, afgezien van de technische kennis der leiders, de ligging dier fabrieken ten opzichte van bepaalde markten een factor van gewicht is, wil het bedrijf op den duur levensvatbaarheid hebben en men de concurrentie kunnen volhouden.
Zoo komt het dat er hier te lande jaarlijks nog voor een aanzienlijk bedrag geïmporteerd wordt, hetgeen volgens de statistiek van 1910 een waarde van ruim vijf millioen guldens vertegenwoordigde. Daartegenover staat dat ons land zeer veel papier exporteert, men denke slechts aan de enorme stroocarton-industrie in het noorden des lands, terwijl ook zeer vele hier gefabriceerde witte papieren uitgevoerd worden. Ook wordt een gedeelte van het ingevoerde papier hier verwerkt en weder geëxporteerd, wat aan de kleinindustrie ten goede komt. Geen wonder dan ook dat noch de meeste papierfabrikanten, noch de grossiers waren ingenomen met het onder 't vorig ministerie aanhangig gemaakte voorstel tot tariefwijziging, waardoor vele goede kansen onzer voor den export werkende Nederlandsche industrie in de waagschaal werden gesteld.
X.