raakt. Het is te begrijpen, dat de ophelderingen, die door Noë omtrent deze zaak werden gepubliceerd en waarin hij met kracht van argumenten de grenzenlooze lichtvaardigheid van den Franschen geleerde aan de kaak stelde, een geweldig opzien baarden. De Fransche regeering, die zich door haar medewerking aan de uitgave van Domenech's werk eveneens gecompromitteerd had, trachtte met groote offers de verzonden exemplaren weer terug te krijgen en daaraan is het waarschijnlijk toe te schrijven, dat het werk thans zeer zeldzaam is.
Uit de nauwkeurig naar de origineelen gereproduceerde afbeeldingen in dit blad kan de lezer er zich een voorstelling van maken, hoe het kladschrift van den Duitschen kolonistenjongen er heeft uitgezien. De teekeningen zijn ontleend aan verschillende bladzijden van het boek, maar men zal dadelijk zien, dat het schrift volstrekt niet zoo onduidelijk is en de Duitsche woorden voor ieder, die maar eenigszins van die taal op de hoogte is, goed zijn te lezen. De woorden ‘anna, maria, grund, word, heilig, honig, hass’ en de uitdrukking: ‘Gott mein Zeuge’ kunnen hun oorsprong niet verloochenen en de teekeningen, die de Fransche geleerde voor kostbare overleveringen van de teekenkunst der ‘Azteken’ hield, zullen door elk Duitsch kind gemakkelijk herkend worden als echte kinderproducten, want het zijn dezelfde afbeeldingen, die op elke schoollei te vinden zijn. Het is werkelijk vermakelijk, de verklaringen van den schrijver te volgen, en men verbaast zich over de verregaande lichtzinnigheid, waarvan hij in zijn uitleggingen blijk geeft. Zoo had hij ontdekt, dat de kolonistenknaap zijn boek in 14 hoofdstukken had verdeeld, van welke b.v. het tweede de invoering van het Christendom bij de wilden behandelt! Wij zien verder op onze afbeelding twee voorwerpen, waaronder duidelijk het woord ‘honig’ staat en die men dus eenvoudigweg voor een bijenkorf en een stuk honigraat kan houden. Domenech echter ziet daarin een vat met ‘vuurwater’. Eenige zonderlinge figuren met het duidelijk onderschrift ‘wurrsd’ houdt hij voor de symbolen van bliksem en goddelijke tuchtiging. De scene op onze prent, waar de jongen waarschijnlijk een welverdiend pak slaag krijgt, ziet de Fransche abbé voor een ‘medicijnman’ aan. De wonderlijkste verklaring echter is die van bladz. 3 van het handschrift. Het is een bijna geheel leege bladzijde; alleen ziet men bovenaan in een ruwgeteekenden vierhoek
een figuur, die bestaat uit een halven cirkel, verbonden met twee ovalen. Onder deze worstachtige teekening stelt Domenech zich den gesymboliseerden hemel voor, wachtende op de bede van hem, die hem aanroept.
Men zou deze voorbeelden met een menigte andere kunnen aanvullen, maar de gegeven proefjes bewijzen genoegzaam, hoe iemand in een idee zich zoodanig kan vastmaken, dat hij er ten slotte niet meer uit kan en de eene dwaling op de andere stapelt. Het ‘boek der wilden’ is wel een der zonderlingste producten die de litteraire wereld heeft voortgebracht.
‘Het Tarief’ naar de ‘Berliner Lokal Anzeiger’.