Den Gulden Winckel. Jaargang 9
(1910)– [tijdschrift] Gulden Winckel, Den– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdEen opmerkelijk tijdschriftGa naar voetnoot*)INDIEN men ons, Hollanders, een angst voor nieuwigheden verwijt, dan heeft dit verwijt misschien wel eenigen zin, voor zoover het zich richt tegen ons conservatisme op het gebied der lectuur van buitenlandsche periodieken. Voorname buitenlandsche tijdschriften als ‘Revue des deux Mondes’ vindt men met regelmaat in de portefeuilles, waar een enkel Vlaamsch tijdschrift van de liefde voor den stam getuigt. Maar hetgeen daarbuiten aan periodieken uitkomt, men schijnt het over het algemeen weinig te onderzoeken. Dit is jammer voor onze vaderlandsche literaire ontwikkeling; doch indien er buitenlandsche tijdschriften worden gevonden, die zich ten doel stellen van onze letterkunde in den vreemde te gewagen, dan wordt het bijna een verzuim hiervan geen kennis te nemen, en treft de klacht, dat de vreemdeling van het huidig bloeitijdperk der Nederlandsche literatuur onkundig blijft ons zelf, die loffelijke belangstelling door eigen lauwheid verzwakken. Wij ontvingen dezer dagen een geïllustreerd maandschrift ter inzage dat in het Fransch gesteld, maar in de Zuid-Nederlandsche hoofdstad Brussel geredigeerd wordt, en daar wij er belangstelling voor Nederlandsche literatuur in ontdekten, verwonderde het ons hoe het, ondanks zijn 3 jaargangen, in ons vaderland nog weinig bekend schijnt. Het feit op zichzelf: belangstelling in onze cultuur niet meer alleen van den kant der Vlamingen, die geheel tot de familie worden gerekend, maar thans van de Walen, moet reeds benieuwdheid wekken, die zich zeker tot belangstelling verscherpt, indien men de verscheidenheid der vaak geestig en immer vlot geschreven bijdragen opmerkt. De leiding is aan bekwame handen toevertrouwd. De heer Georges Rency, de hoofdredacteur, is, gelijk men weet, een bekend conférencier, terwijl de Secretaris der Redactie, de heer Jean de Bère, zich door de uitgave van zijn dichtbundel ‘Nuit d'Egypte’, in en buiten zijn vaderland bizondere waardeering verwierf. In de Maart-aflevering der ‘Vie Intellectuelle’ verscheen van dezen auteur een studie over Frederik van Eeden, terwijl de Redactie het voornemen heeft, ook andere moderne Duitsche en Hollandsche schrijvers bij het Waalsch en Fransch publiek meer bekend te maken. Aan hen, die belang stellen in het buitenlandsch cultuurleven, aan hen, die de genegenheid voor onze huidige literatuur over de grenzen met vreugde zien toenemen, aan alle beschaafde Nederlanders zij kennismaking met ‘la Vie Intellectuelle’ ten zeerste aanbevolen.
P.H. RITTER Jr. |
|