'n Deil Rêmans van Hanje van Mie. D'n jong van Raemaekers hêt 'r de puppekes bij geteikend. (Baarn, J.F. van de Ven).
- Een bundeltje monologen, geheel in Betuwsch dialect. Ontdaan van hun aardig pakje (gesteld voor een oogenblik dat we het dialect met een pakje kunnen vergelijken!), ontdaan van dat aardig pakje beteekenen de stukjes nu niet zoo heel veel. Het
‘Daar hè-je Hindeloopen al!’ (vooraan de gids, een boer op klompen)
boerengepraat hoort men als door een grammophoon zoo precies, maar het blijft dan ook reproductie zonder meer, mist alle perspectief. Zij die deze schetsen met Cremer's werk vergelijken, hebben Cremer nooit goed gelezen, want hun is 't essentieele van Cremer ontsnapt. Cremer moge in de conceptie zijner boerentypen wat romantisch-conventioneel zijn - er zit diepte in zijn werk; Cremer is méér dan bloot weêrgever. Evenwel, deze stukjes genomen voor wat ze blijkbaar willen zijn, verdienen alle aanbeveling, om hun goed-rondschen humor, waarvan we in onze letteren zeker niet te veel hebben.
v. E.