Het Drukkers Jaarboek.
Het Drukkers Jaarboek voor 1906. 1e Jaargang. Onder medewerking van verschillende vakkundigen. - Uitgegeven te Amsterdam bij Ipenbuur & Van Seldam.
EEN uitgave die wij met groote sympathie begroeten! Om een traditioneele uitdrukking te gebruiken: de firma Ipenbuur en van Seldam heeft met de publicatie van dit Jaarboek ‘een goed werk verricht’. In een woord vooraf (waarom toch dat afschuwelijk germanisme ‘Voorwoord’?) zet de genoemde firma hare bedoeling met de uitgave aldus uiteen: - ‘Terwijl de nederlandsche kunstnijverheid’, zoo schrijft zij, ‘tot krachtigen bloei geraakte en de gevolgen van die ontwikkeling overal duidelijk merkbaar werden, is de boekdrukkunst, hoewel in zekere mate met modes meegaande, bijna geheel buiten die invloeden gebleven. Alleen daar, waar direct met de kunstnijverheid in verbinding staande personen zelf drukwerken ontwierpen of op de uitvoering daarvan toezicht hielden, zijn de boekdrukkers, dikwijls min of meer contre coeur, er toe gekomen werkstukken van betere qualiteit te vervaardigen. De oorzaken die geleid hebben tot dit achterblijven der boekdrukkunst zijn veelvuldig, de grootste schuld treft evenwel de vakbladen, met name de Duitsche. Deze toch verschaften en verschaffen nog steeds aan de nederlandsche boekdrukkers een eindelooze serie gemakkelijk na te volgen modellen, die evenwel, omdat ze dikwijls lijden aan groote smakeloosheid, zoowel wat arrangement als wat kleurgeving betreft, zeer veel kwaad hebben gesticht, en dit te meer, omdat ze, zelfs waar ze volgens duitschen smaak goed mogen heeten, voor het Nederlandsche kunstgevoel allerminst deugen. Het publiek sedert jaren aan deze duitsche drukwerken gewoon, weet niet beter dan dat het zoo behoort en neemt aan, dat met het gewone zetmateriaal niets anders te bereiken valt.
Nu is het met de drukkunst eigenaardig gesteld. De boekdrukkers zijn uit den aard der zaak geheel afhankelijk van de lettergieterijen, die de markt overstroomen met nieuwigheden, zoowel in letter als in siermateriaal. Dit materiaal moet gekocht en gebruikt worden. In plaats dus dat de boekdrukkers als zelfstandige ontwerpers kunnen optreden, zijn zij gedwongen met reeds bestaande vignetten en randen zoo goed en zoo kwaad als het wil hun zetsel op te bouwen, en er behoort onder deze omstandigheden zeer veel voorzichtigheid en goede smaak toe om bij het zetten alleen dat materiaal te gebruiken dat kans geeft op een harmonisch samengaan van letter en ornament niet alleen, maar ook van de gebruikte ornamenten onderling. Dat de vaklieden, in casu