Snufjes
Vos, (Benno). Carla.
De geschiedenis van Carla d'Alba is een treurige en dat te meer omdat het meisje er zelf het meest schuld aan heeft dat zij te gronde gaat.
Door hare pleegouders te Leiden opgevoed als de meisjes uit gegoede kringen, is zij voor tijdverdrijf behulpzaam in een winkel. Hier raakt zij in kennis met een student met adelijken titel, die het al heel gauw zoo ver weet te brengen dat hij bij Carla's pleegouders als huisgenoot wordt beschouwd. Deze meenen dat hij hun pupil ten huwelijk zal vragen; Carla die dat eerst ook dacht weet echter dat daarvan niets kan komen vóór hij meerderjarig is; zijn adelijke vader zal er n.l. nooit in toestemmen dat hij zich met een meisje dat niet van adel is, verbindt. Niettegenstaande dit schroomt Carla niet van hare pleegouders weg te loopen en met den grafelijken student in den Haag als man en vrouw te gaan leven. Wat te voorzien was gebeurt; de graaf trouwt na een paar jaar met een freule van even hooge geboorte en laat Carla met haar kindje zitten. Hare pleegmoeder is van verdriet gestorven, haar pleegvader wil niets meer van haar weten en wanneer het in hare eerste betrekking niet mogelijk blijkt behoorlijk voor zich en haar kindje te zorgen, geeft zij zich geheel over aan de prostitutie. Haar kindje, een meisje, blijft in het bordeel bij haar wonen. Wanneer na jaren Carla op haar sterfbed ligt en haar dochter de straat opgaat om zich voor hare moeder voor het eerst aan ontucht over te geven, treft het dat de man die zij met zich lokt, haar vader is. Carla sterft en de dochter wordt gered.
De schrijver heeft blijkbaar gemeend te moeten wijzen op het gevaar dat jonge meisjes loopen om door prostitutie ten onder te gaan. Voor meisjes, die zooals Carla willens en wetens zich in het ongeluk helpen zal echter weinig sympathie gevonden worden.
Het boek is wel vlot geschreven en er komen pakkende bladzijden in voor, doch met kunst heeft het weinig uitstaande.
D.S.