Den Gulden Winckel. Jaargang 5
(1906)– [tijdschrift] Gulden Winckel, Den– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVan 't achterplankjeEerste Verzen, door P.J. van Baarda. - Amsterdam, H. Meulenhoff.
| |
[pagina 29]
| |
Amerikaansche humor verdietscht?
| |
[pagina 30]
| |
den’. Zoo zijn er vele plaatsen in het boekje, waar ik vermoed, dat de vertaalster niet eens begrepen heeft, dat er een woordspeling was; bijv. blz. 57: Homerus beklaagt zich, dat er op de Houseboat wel een afzonderlijke biljartzaal, een rookkamer en een speelzaal is, maar dat hij hier niets aan heeft; daarentegen is er geen afzonderlijke Poets' Corner. Homerus zegt in 't Engelsch: I do not smoke, I can 't play billiards, and I do not know a trey of diamonds from a silver salver (trey of diamonds = harten drie; a salver = een presenteerblaadje). Jonkvr. v. Heeckeren vertaalt ‘ik ken geen ruiten drie uit een zilveren schenkblaadje’. Hoe de vertaalster dit wil opgevat hebben, weet ik niet. Slechts vermoed ik, dat ze niet begrepen heeft, dat hier een woordspeling was. Een ander woord voor een schenkblaadje is ‘tray’, dat evenzoo wordt uitgesproken als trey (drie in 't kaartspel). Op blz. 17 zegt Shakespeare, dat hij moe is van het werken; ‘I've been hard at work on a play this morning’. Op de dubbele beteekenis van play = tooneelstuk en play = spel zinspeelt Nero, die onmiddellijk antwoordt met een gewone Engelsche spreekwijze: ‘All work and no play makes Jack a dull boy’. Nero vervangt in zijn aanhaling, alsof hij onderwijl merkt, dat de toespeling anders niet opgaat, het om het rijm vereischte ‘toy’ gauw door ‘play’. Deze quick-wittedness bij Nero doet Shakespeare dan ook de verzuchting slaken, dat hij wou, dat hij er eerder aan gedacht had om een tragedie op Nero te maken. Shakespeare's uitroep: ‘You are a bright spirit!’ beteekent dan ook m.i. niet: ‘Je bent een schitterende geest’, maar ‘Je bent een vroolijke snaak!’ of iets dergelijks. Zoo zou ik alle woordspelingen kunnen nagaan, om te laten zien, dat ze bijna nooit vertaald zijn, wat in een boekje als de Houseboat een onvergeeflijke fout is. Ziet men hier geen kans toe, dan moet men zich van het vertalen van het boek onthouden. Eenige andere fouten dien ik nog kort te vermelden. Het Engelsche flights of steps (blz. 31) vertalen wij in 't Hollandsch niet door ‘reeksen traptreden’. ‘Fried pyramids’ zijn geen ‘bevroren pyramiden’, maar ‘gebakken pyramiden’. De fout hindert hier niet, omdat het eten van bevroren of gebakken pyramiden al even ongerijmd is. Maar wel maakt de volgende fout een zeer belachelijken indruk. Op blz. 72 is ‘jackass’ vertaald door ‘jakhals’. Elke grammar maakt ons toch al gauw bekend met het verschil tusschen een jackass en een jennyass. Ook had de vertaalster op den goeden weg geholpen kunnen worden door te letten op het balken en op de lange ooren, waarover daarna gesproken wordt. Bovendien worden dezelfde dieren even later, waar het voor een woordspeling noodig is (die natuurlijk ook verwaarloosd wordt) ‘donkeys’ genoemd. Het gesprek gaat er over, of de apen een taal bezitten. En als een uit het gezelschap dan over de moeilijkheden van het juiste accent van de taal van den ‘jackass’ spreekt en hem dan gevraagd wordt of hij meent dat ook de ‘jackass’ kan spreken, antwoordt hij: ‘If monkeys, why no donkeys’. Zoo iets biedt den vertaler groote moeilijkheden, maar wanneer deze begint met niet nauwkeurig te lezen, komt er onzin. De schrijver reserveert het woord ‘donkey’ voor de woordspeling aan het slot en noemt daarom het beest eerst bij een anderen naam. Om niet alleen maar af te keuren maar ook zelf een vertaling te leveren, wil ik aangeven, hoe men hier had kunnen te werk gaan. Ter wille van de woordspeling aan het slot moeten de ‘ezels’ vervangen worden door ‘schapen’ en in het begin kan het schaap genoemd worden ‘ram’, wat ongedwongen geschiedt, omdat men in plaats van de lange ooren nu ook moet spreken van ‘ramshorens’ en verder over de dikke wolvacht enz. Op de vraag: ‘Dus ge gelooft, dat ook de rammen spreken?’ kan men dan laten volgen: ‘Als apen het kunnen, waarom dan geen schapen?’ Zelfs al verliest men iets van de geestigheid (ezels zijn voor dit doel aardiger beesten dan schapen) men moet toch in dien trant de woordspelingen tot haar recht laten komen. Daar dit bijna nergens in het boekje gedaan is, zal iemand, de vertaling lezende, bij lange na niet denzelfden indruk krijgen als wanneer hij het oorspronkelijk las. Wat de uitvoering betreft, druk en papier zijn goed, maar de plaatjes, welke het oorspronkelijk boekje zoo aantrekkelijk maken, hebben bij de reproductie zeer veel van hun fijnheid verloren.
Leeuwarden. L.A.J. BURGERSDIJK Jr. |
|