van ontelbaar vele latere paedagogen erkent. Daarom ving hij met hem aan.
Met den heer Melchior de Vogüé, die zeker niet van voorkeur tot het XVIIIde eeuwsche tijdperk der encyclopaedisten kan verdacht worden, erkent de heer Compayré dat Jean Jacques de meeningen op staatkundig en maatschappelijk terrein meer dan een eeuw heeft beheerscht.
De denkbeelden van Rousseau vóór anderhalve eeuw (1762) in de Emile geopenbaard, waren toen nieuw, maar blijken thans nog zoo hecht, dat vele paedagogen van 1899 en 1900, in Frankrijk voor oorspronkelijke vinders werden aangezien, terwijl zij eenige geliefkoosde stellingen van Rousseau, handig gefatsoeneerd naar een hedendaagsch patroon, den volke als hunne opvattingen verkondigden. Natuurlijk toont de heer Compayré de leemten, de zotheden, de ziekelijkheden in Rousseau's paedagogiek, naar onze denkbeelden, overtuigend aan, maar de kern van zijn betoog ligt in de uitspraak: ‘L'Emile est digne de rester l'éternel objet des méditations de l'éducateur, ne serait-ce que parce qu'il est un acte de foi et d'espérance en l'humanité’. - In ‘Pestalozzi et l'éducation elementaire’ heeft de heer Compayré, in een boekje van bijna 120 pagina's klein formaat een zoo helder mogelijke studie gegeven van het leven en de werken van den Zwitserschen droomer. Welke bronnen bij dat onderwerp voor hem vloeiden, vermeldt hij aan het slot en men ontdekt daaruit met bijzonder veel genoegen stralen uit Engelsche, Duitsche en Americaansche bekkens naast die uit Fransche filters. Dat er geen werkelijkheid in een geordende menschen maatschappij bestaanbaar is, zonder dat zij eerst in de verbeelding of den droom - wat hier hetzelfde beteekent - van een groot menschenkind is gezien, zal duidelijk wezen, zonder omschrijving. Denkers ontdekkers, uitvinders, geleerden, wijsgeeren, wetgevers, bewindslieden - noemt hen allen hervormers van het bestaande, zieners in de toekomst, droomers is hun verzamelnaam: dichters, van het beeld dat later, hetzij door hen of hunne navolgers, als geschapen voorwerp of toestand in het leven der menigte treedt.
Zoo droomden Mozes en Jezus, vóór hun zalige zienersgaaf werkelijkheid werd; zoo droomden ook de XVIIIde eeuwsche wijsgeeren en denkers - de reeks van ideologen - die ontnuchterd omkwamen op het schavot of versmachtten naar een frisschen droppel van het ideaal in den alsem-beker der praktijk. Zoo droomden ook Rousseau en Pestalozzi.
Zeer duidelijk doet de heer Compayré uitkomen hoe Pestalozzi's leerstelsel dat van onze moderne programma's van het voorbereidend onderwijs dicht nadert. Hoofdzakelijk op het punt van door ontspanning afgewisselde schoolinspanning als: tuinwerk, handarbeid, lichaamsspelen, wandelingen en.... is er iets nieuws onder de zon?!.... schoolbaden. De vergelijking tusschen Rousseau en Pestalozzi heeft den heer Compayré een zeer mooie bladzijde doen schrijven.
JEAN MACÉ
Te Yverdon heeft Zwitserland in 1888 Pestalozzi een der fraaiste standbeelden opgericht, die het van zijn beroemden zoon bezit. Bij het oude burchtslot, waar Pestalozzi zijne laatste levensdagen in het practisch onderricht sleet, ziet men Zijne gestalte, naast hem een meisje en een jongen die hij naar de school heenwijst, waar heden de lagere scholen van Yverdon hare duizend leerlingen over twee en twintig klassen verdeelen en het middelbaar onderwijs in een gebouw is gevestigd, dat een Franschman wel voor een paleis moest aanzien als hij zijne eigen vervallen openbare schoolgebouwen van 20 jaar her daarmêe vergeleek. De crisis die la belle France in dit oogenblik doormaakt, zal ook daarop nog heilzamer werken. Daar in datzelfde Yverdon kwam Rousseau, 40 jaar vóór Pestalozzi, na het vonnis op zijn Emile door het Parlement van Parijs, zijn ballingschap slijten. Daar te Yverdon schreef hij: ‘In deze bergen wil ik ronddolen tot ik er een zoo verlaten oord vind, om er in vrede de