Den Gulden Winckel. Jaargang 2
(1903)– [tijdschrift] Gulden Winckel, Den– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVlindersFrancisque Vial. Condorcet et l'éducation démocratique. Paul Delaplane, éditeur.IN deze volksboekjes, uit de reeks der Grands Educateurs, waarin vroeger J.J. Rousseau, Pestalozzi, Jean Macé en Herbert Spencer, door den Rector van de Lyonsche Académie, den heer Gabriel Compayré, werden gegeven, is thans dit vijfde deeltje van de hand des heeren Francisque Vial verschenen. Dr. Vial, leeraar in taal en letteren aan het Lycée Lakanal, heeft het stelsel van een man behandeld, over wiens karakter Sainte-Beuve, anders de onpartijdigheid zelve, model van een letterkundig criticus, niet te spreken is. Den geest der tijden laat hij voor Condorcet gelden; zijne verlichte denkbeelden, zijn kunde en zijn wetenschapszin, zijn onafhankelijke inzichten, vrij van standsvooroordeelen, in één woord zijn verstandelijke en veerkrachtige geestesgaven vinden bij Sainte-Beuve, den vroegeren Saint Simonien, de ruimste waardeering; maar deze blijken, in tijden van staatkundige troebelen, waardoor de maatschappelijke orde het onderst boven wordt gekeerd en een nieuw Staatsbeheer het oude vervangt, bij personen als Condorcet onvoldoende om hen te vrijwaren voor laagheden op zedelijk gebied. De zedelijke zin ontbreekt ten eenenmale na 1789 bij Condorcet. Van de ééne zedelijke zwakheid vervalt hij in de andere; de ééne zedelijke misslag stapelt hij op den anderen en in zijn net van ijdele theorieën over het toekomstig geluk van menschdom, staat en maatschappij verward, heeft hij geen oog voor zijn naastbijzijnden plicht: in tijden van staatkundige donkerte licht te verspreiden door verstandige matiging. Deze heeft Condorcet niet gekend dan ná den val van het koningschap in Frankrijk. Toen, in de laatste maanden van 1792, is hij, die in de pers, de gemoederen had opgehitst en met gif geladen, begonnen in te binden en tegen de anarchistische beroeringen opgetreden, heeft hij ze genoemd: ‘des idées immorales et destructives de tout ordre social qu'on travaille sourdement à accréditer parmi le peuple’ (Chronique de Paris du 18 Septembre). Later toen het schrikbewind begon aan te kloppen, hij zelf vervolgd, binnen Parijs zich verschool, en gevlucht naar Bourg-la-Reine ontdekt werd, nam hij gif om de staking van Monsieur Sanson, die het druk had, te voor- | |
[pagina 39]
| |
komen. Zoo stierf, in den nacht van 7 op 8 April 1794 de man, in wiens geest de religion du bonheur du genre humain een eeredienst was geworden, doch die hem bezoedelde door den smet zijner partijzucht. Volksmenners, evenmin als de Markies de Condorcet uit de demagogie gesproten, ondergaan gemeenlijk hetzelfde lot. FRANCISQUE VIAL
Met den politieken Condorcet houdt de heer Vial zich niet bezig en misschien zal hij over Sainte-Beuve contra Condorcet anders dan ik oordeelen. Doch ziehier dan ook, vermeet ik mij te zeggen, ons eenig verschilpunt, want mét hem ben ik van meening, dat vooral tijdens sociale gisting en clericale bestoking, waarin Frankrijk aanvallen tegen het openbaar onderwijs te verduren heeft, het paedagogisch stelsel van Condorcet meer dan vluchtige bekendheid verdient. Eene bestudeering daarvan werkt Dr. Vial door zijn uitmuntende schets in de hand. Dat ook ten onzent geene staatkundige partij zich daarvan afkeerig toone! Ontdaan van het chronologisch merk, dat een Franschen bel esprit uit het laatst der XVIIIde eeuw, aankleeft; ontdaan vooral van de dwaasheid der veroordeeling eener maatschappij, op Christelijken grondslag gebouwd en doortrokken van Christelijke beginselen, - voorloopster in deze van Nietzsche - bieden zijne denkbeelden bij hervorming, ook van ons openbaar onderricht, gewichtige wenken. Op een afstand van meer dan eene eeuw ziet men lijnen in Condorcet's schema, door Sainte-Beuve, aan Turgot toegeschreven, maar in ieder geval door Condorcet te boek gesteld, die men slechts heeft door te trekken of om te buigen tot heil voor onze volks-opvoeding, iets geheel anders dan ons volks-onderwijs met een Pruisisch stelsel van schooldwang, waarvan de invoering te wijten is aan een schichtig paard.Ga naar voetnoot*)
* * *
Het leven en den arbeid van Condorcet nagaande, verwondert men zich niet, dat hij is gekenmerkt als ‘un mouton enragé’ en ‘een allerrijpst voortbrengsel, zoo iets als de monster-hersenkas van de XVIIIde eeuw’. Maar diezelfde meêgaandheid heeft zijn onverwoestbaar idealisme, diezelfde geleerdheid en veelzijdige ontwikkeling hebben zijn profetische inzichten gewekt, waaraan de beste hedendaagsche denkers hunne vereering niet weigeren. In zijne zeer uitgewerkte studie Les Idéologues (Paris, Félix Alcan 1891) heeft de heer François Picavet het algemeen verwijt, dat ideologen als Condorcet treft in den vorm der utopie, ook hierdoor ontzenuwd, dat hij van een der uitnemendste practici in Frankrijk, den heer Louis Liard, Directeur van het Hooger Onderwijs, een oordeel over Condorcet's ontwerp van openbaar onderricht meêdeelt. ‘Toot y est, et chaque chose y est en bonne place’. En de heer Liard noemt het ‘un malheur irréparable qu'il n'ait pas été appliqué’. (L'Enseignement supérieur en F ance 1789-1889. Armand Colin, 1888). Dat stelsel heeft Dr. Francisque Vial in [...]oofdeelen ontwikkeld en zoo helder tentoongesteld, dat het als eene alleraangenaamste inleiding tot de studie van Condorcet's ‘Plan’ is te beschouwen. Het stelsel van Condorcet berust op den grondslag van openbaar, kosteloos, lager, meer uitgebreid lager, middelbaar en hooger onderwijs, over 5 treden loopend, die als een monumentale trap aan elkander sluiten. Het wordt door onafhankelijke leeraars, vrij van staatkundige en kerkelijke invloeden gegeven. Het wordt verstrekt aan alle Staatsburgers, van welken leeftijd ook, die het wenschen te genieten. Het beoogt ze trapsgewijze, en naar ieders eigenaardigen aanleg, op te voeden tot zelfstandige menschen. Geheel in navolging van Turgot, heeft Condorcet | |
[pagina 40]
| |
bij zijn stelsel een zeer ruime plaats ingeruimd, aan het onderricht in zedeleer en wijsbegeerte, en naar mijn besliste meening, is hij ook daardoor een profeet op onderwijsgebied, want vroeg of laat zal men in alle landen, waar opvoedkundig onderwijs van Staatswege wordt verstrekt, aan de dogmatiek van theologen en socialisten door de frissche leer der zedekunde en der wijsgeerige denkstelsels een tegenwicht bieden. PAUL DELAPLANE
Vooral is de vorming van het leeraarspersoneel van lager en hooger rangen een hoofdzaak en ook daarover heeft de markies de Condorcet, toen in Frankrijk de lagere onderwijzers van het ancien régime, eigenlijk leerlingen der laagste klassen waren en de hoogere, dogmatische tyrannen, juiste inzichten ontvouwd. Om beschaafde en zelfstandige geesten te vormen, heeft men beschaafde en zelfstandige opleiders noodig, en reeds van de prille jeugd af, wil Condorcet dat op het Staatsonderwijs een stempel van beschaving gedrukt zij. Hij gelooft aan de volmaking van het menschelijk geslacht. Hij gelooft aan een eindelijke zegepraal van deugd over ondeugd. Hij gelooft aan de mogelijkheid van een ‘Vrede op aarde’. Dat zijn meerendeels hersenschimmen, maar een beschavend volksonderwijs is, bij de toepassing van zijn stelsel, dat niet. Ik kan over Frankrijk op onderwijsterrein niet oordeelen, - te moeilijker, omdat elk Franschman van eenige opvoeding min of meer rhetorische cultuur bezit, die door vlugge zoetvloeiendheid van woord en klank het oor streelt, - maar ik waag in alle bescheidenheid, voegend aan mijn onpaedagogisch bedrijf, een oordeel over Nederland. Ik vraag slechts of de schuld aan mijn gezichtsvermogen ligt, (dat de jaren verzwakken,) waardoor ik, uit den wijd vertakten en breed getakten boom van ons openbaar onderwijs, meer wèlgevulde breinen dan beschaafde geesten zie gluren? Zou die boom door kundige hoveniers gesnoeid, misschien verplant moeten worden? Volksonderwijs beduidt - ook volgens Condorcet - niets, als het niet gericht is, uitsluitend gericht, op volksbeschaving.
PIET VLUCHTIG. | |
Bij een tweeden druk
| |
[pagina 41]
| |
doorborend schrift, met zulke noten en woorden, die als een symfonie van Tschaiskowsky de ooren beurtelings kwetst en streelt, maar die wij buiten dat papier niet kenden, nooit vernamen en die wij nu nooit meer zullen vergeten. En als ik dan aan den dichter van tekst en muziek denk, aan den wonderen woord- en toonzetter, aan den subliemen artist, aan den strijdenden werker en den lijdenden denker, dan druk ik hem tevens de hand en roep hem toe: ‘Moed, gij, telg van een volhardend ras, de hoogste hoogten kunt gij bestijgen, groot en grootsch werk zult gij geven, indien uw wilde, oprechte en lieflijke geest de loutering ondergaat der gebondenheid’.
F.S.K. |
|