Kinderlectuur
'n Lezend Kind!
Photogr. Adr, Boer, Baarn.
Heerlijke uren, die uren van alleen-zijn met een boek. Hoe gretig volgen de oogen met blij-gragen blik de regels; hoe teekenen de emoties, die 't boek te weeg brengt, zich af op het gelaat. Hoe ver, ver weg zijn de gedachten van het gewone nabije leven! Met welk een scherpte staan de helden en heldinnen van 't verhaal voor den geest van den lezer, die het geheele milieu van het verhaal, alles tot in kleinigheden, ziet voor zijn geestesoog. En als het boek uit is, dan leeft 't kind er nog mee voort, dan komen de figuren en gebeurtenissen telkens terug in zijn geest; zoo'n enkele maal heel kort mijmert hij met strakke oogen, zonder te zien, over 't lot dier fictieve personen en als ze zijn sympathie konden verwerven, dan is er in zijn hart een rijk gevoel van mooi-vinden, van bewonderen, een innig verlangen naar 'n ook-zoo-zijn. O, wat er dan omgaat in 't hoofd en hart van het kind, dat is stouter en grootscher, reiner en onzelfzuchtiger, beter en heiliger dan de opperste dichtergedachte.
Er zijn boeken, die aan den kindergeest voorbijgaan als de sneltrein een klein station: oproepend 'n oogenblikje de aandacht, - doch er zijn er ook, die 't kind aangrijpen, het ontroeren, het vasthouden zijn gansche leven lang.
'n Lezend kind!
Zoo, als het zaad, dat de nijvere landman over den akker uitstrooit, weldra zal opschieten en geven zal den overvloedigen oogst, - zoo als de regendruppel valt op het verdorde bloempje, dat zich opheft, krachtiger dan voorheen, verkwikt als het is door dien regen, - zooals het woord van welgemeenden lof vervroolijkt het aangezicht van den armen verschoppeling, die daardoor verkregen heeft hernieuwd zelfvertrouwen, - zooals de hand eener liefhebbende moeder vertroosten kan het hoofd, waarin het bruist en woelt van miskenning, wroeging en verloren idealen, - zooals de rustige galm van 't kerkorgel weer opwekt de lang vergeten gevoelens van afhankelijk- en klein-zijn bij den moeden zwerver, - zoo kan het boek zijn voor allen, volwassenen en niet-volwassenen, zoo kan het zijn voor het kind en..... zoo moet het vaak zijn voor 't kind.
Vaak, doch niet altijd.
Want 't boek moet ook vermaken, het moet niet alleen tot 't kind spreken van levensernst en levenswijding, het moet ook schenken vroolijkheid en blijmoedigheid, opgewektheid en levenslust en echte, zuivere, onvervalschte kindervreugd en kinderpret. Het moet niet alleen zijn: ‘de eerste schrede op den weg der University Extension, - die zéér mooie uiting van den geest eener eeuw, die de schatten des verstands en des wetens niet langer het uitsluitend eigendom acht eener bevoorrechte kaste’, zooals Mevrouw van Kol dat aldus uitdrukt, neen, het moet meer zijn dan dat, het boek moet het kind ook doen lachen, ook brengen op die hoogte van opperst genieten, waar volstrekt niet gedacht wordt aan ‘de schatten des verstands en des wetens.’ Want ook moeten onze kinderen, vroolijke kinderen zijn!
Och, dat men 't toch goed begrijpe, dat ieder, die zich tot kinderen richten wil, duidelijk inzie, hoeveel moeite het ons volwassenen kost om op te klimmen tot het kind, hoeveel zelfverloochening en kennis, echte concrete kennis er noodig is, om zich psychisch aan te passen aan de ziel van het kind.
En daarnaar moet het kinderboek met allen ijver trachten.
Er zijn menschen, die terecht zeer kieskeurig zijn, waar 't betreft den omgang hunner kinderen. Nauwlettend waken zij tegen verkeerd gezelschap, minder geschikte kameraden en zoo meer. Doch bij diezelfde personen bespeurt men vaak een groote zorgeloosheid ten opzichte van de lectuur hunner kinderen. En dat mag toch niet zoo blijven. Kinderen, zegt men wel eens, zijn kunstenaars, en als Hooft gelijk heeft in zijn uitspraak: ‘Kunst is bootserije’, dan zijn de kinderen volmaakte artisten, want nabootsen, nadoen, navolgen, ze doen het buitengewoon graag. Geen wonder, dat de opvoedkundigen spreken van de macht van 't voorbeeld. Welnu, waar vindt 't kind zooveel voorbeelden als in het boek, dat het leest en herleest? En is 't daarom geen zaak van ernstige ouders, om kennis te nemen van de lectuur hunner kinderen? Bovendien, hoe groot wordt niet het terrein, waarop zich de gesprekken tusschen ouders en kinderen bewegen, indien er is een gemeenschappelijke lectuur!
Maar er is veel, wat de ouders daarin verhindert en 't is dan ook goed, dat er gidsen zijn en voorlichters, die den ouders de keuze gemakkelijk maken en hen in staat stellen, om, zonder af te gaan op klinkende reclame, lectuur te kiezen.