gierlandes staken scherp bij 't nachtdonker af. Ongelukkig waren de talloze Spaanse en Marokkaanse studies weg om in lijst en glas gevat te worden, maar eens hoop ik daaruit de illuzie van de schilder 'en schilderij van Tetuan of Tanger te voorschijn te zien komen.
En nu gingen wij wandelen, de akkers door en om, en wij genoten beide; ik dubbel van de natuur zelf en van zijn bewondering voor de mooie paarse aardappelbloesem, z'n liefkozende blikken over het wiegelende haverveld; maar gaandeweg werd mijn genieten bewonderen, toen ik van z'n leven hoorde vertellen, hoe hij tot z'n 22
ste jaar als gewoon werkman de kost had verdiend. O ja, ik wist al die dingen wel, hoe hij in het weeshuis was grootgebracht, eerst letterzetter zou geworden zijn maar gewoon schilder werd, in het oog viel en door hoger steun op de Akademie werd gedaan; èn het bovengenoemde stuk in Elsevier èn de schrijver zelf in zijn ‘Nachtcactus’ (Proza blz. 125 en volg.) hadden het mij al verteld, maar hoeveel
meer boeit en geeft het eenvoudige onopgesmukte verhaal van eigen mond. En zo kwamen wij door het stille Baarnse bos en tot zijn schrijfkunst; en mijn bewonderen werd nu volkomen begrijpen. Zie, de man in 'en armoedige straat te Haarlem geboren, in z'n groeijaren groot geworden in 'en werkmans-omgeving; hij die tot z'n 22
ste jaar van alle verdere ontwikkeling om zo te zeggen verstoken was geweest, die daarna enige jaren van
f 400 buiten de schoolgelden te Amsterdam leven moest en zichzelf, door nacht en dag te werken, er boven opgebracht had, in 't bezit van 'en nooit gebruikte akte voor Middelbaar tekenen, in staat om de meeste moderne talen ten minste te lezen, een van de grootste mannen van de Nieuwe Gidsers; hij had dat alles niet alleen te danken aan z'n genie of hoe men het noemen wil, maar vooral ook aan z'n vroegste omgeving. Laat 'en flink werkman 'en voor hem nieuw ding bekijken dat hem belang inboezemt, hij zal niet rusten voor hij het door en door kent; zijn denken is geheel