Den Gulden Winckel. Jaargang 1
(1902)– [tijdschrift] Gulden Winckel, Den– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVlindersLetteren, wijsbegeerte en opvoedkundeDEZE drie vakken heeft de Librairie Classique Paul Delaplane te Parijs in zijn fonds doen vertegenwoordigen door drie reeksen van uitgaven: Les Genres Littéraires, Les Philosophes en Les Grands Educateurs, waarvan wij met bijzondere ingenomenheid melding maken. De serieën munten uit naar vorm en inhoud en naar prijs (75 en 90 centimes het deeltje). Dusver verschenen van deze populaire schrifturen in de eerste reeks: La Comédie, Drame et Tragédie, L'Epopée, Le Roman (Evolution des genres) door den heer Léon Levrault; L' Eloquence en La Lettre door den heer M. Roustan; in de tweede reeks van den heer Paul Landormy: Descartes; Socrate; Platon en Spinoza; de derde reeks geeft in Pestalozzi l'éducation élémentaire; in Jean Jacques l'éducation de la nature; in Herbert Spencer l'éducation scientifique, (schrijver de heer Gabriel Compayré, rector van de Lyonsche Académie). LÉON LEVRAULT
De heer Léon Levrault heeft in L'Epopée, La Comédie, Le Roman en in Drame et Tragédie een cursus over Fransche Letteren in hunne voorname uitingen van de middeneeuwen tot onze dagen gegeven, die aan het stelsel en het plan beantwoordt dat bij de uitgaaf is omschreven als: een helder overzicht binnen een kort bestek van het belangrijkste in een bepaalde afdeeling van Fransche schrifturen. Een kleine letterkundige keten afgeschakeld in enkele blinkende schalmen. Voor het drama en het treurspel is b.v. deze indeeling aangenomen: Het middeneeuwsche drama. De eerste tijdperken van het treurspel vóór Corneille. Pierre Corneille en zijn tijdgenooten. Racine en zijn tijdgenooten. Het verval van het treurspel met Voltaire. De herleving van het drama met Victor Hugo en den strijd tusschen classici en romantici, eindelijk de nieuwere klassieken en romantieken De Bornier en Sardou, Parodi en Déroulède, Coppée en Richepin om te besluiten met Edmond Rostand. Wij beoefenen een opportunistische politiek wanneer wij, nu Hubert La Roche in de Koninklijke Vereeniging ‘Het Nederlandsch Tooneel’ in de rol van Cyrano zege aan zege behaalt, den 28sten December 1897 in herinnering brengen toen het meesterstuk van Rostand in de Porte St.-Martin voor de eerste maal werd opgevoerd. | |
[pagina 183]
| |
De heer Léon Levrault zegt ervan: ‘Ce nom de Cyrano ne disait pas grand chose au gros public; mais que de souvenirs il évoquait dans la mémoire des lettrés! Trente pages étincelantes des Grotesques de Théoph. Gautier, un chapitre de Victor Tournel dans sa littérature indépendante et l'ouvrage si documenté de M. Brun leur avaient permis de connaître à fond le personage principal du nouveau drame’. Maar al heeft de fantazy van den auteur niet moeizaam naar vondsten behoeven te zoeken, hij heeft andere verdiensten die onbetwistbaar zijn: vooreerst de handig gelegde knoop die alle episoden samenhoudt, dan de vlugge, kleurrijke losmaking in vijf bedrijven door Léon Levrault aangeduid als: het bedrijf van mantel en degen; het hartstochtelijk bedrijf; het hoofsch bedrijf; de heldhaftige en verteederende bedrijven; in één woord het is een meesterstuk van geestdrift, weemoed en jolyt. Over l'Aiglon - den 15den Maart 1900 voor de eerste maal in het Théâtre Sarah-Bernhardt opgevoerd - oordeelt de heer Levrault dat het stuk niet is: ‘un nouveau Cinna après un autre Cid’.
Uit de reeks der Wijsgeeren vestig ik de aandacht op het boekje over Spinoza. De heer E. Chartier, ancien élève de l'école normale supérieure, agrégé de philosophie, professeur au Lycée de Rouen, is de schrijver. Uit drie oogpunten is het te bezien: een analytisch, een bibliographisch en een littérair. Uit alle drie is het bezienswaard. Boekjes, gelijk deze, die wetenschappelijke lectuur in hare groote omtrekken, als stralen bestemd om naar het middenpunt te drijven, onder een breeden cirkel van lezers brengen, hebben gemeenlijk één erfelijk euvel: onbeduidendheid. Het is er mêe als met de aanteekeningen op den tekst van groote poëzy- of proza-schrijvers. Worden die door opper-lieden gegeven, aan wie niemand een oppersten rang als aestheticus toekent dan zij zelven, dán wordt de fraaiste tekst onbeduidend onder hunne onbeduidende verklaring en de breede gedachten der meesters omlaaggehaald door het log gewicht hunner critische kleinzieligheid. Daarentegen waar een franke geaardheid klassiek proza of poëzie beoordeelt, kunt ge zeker zijn de verhevenheid of de schoonheid van het werk niet te zien beduimeld als koopwaar door marktventers, maar tentoongesteld als kleinoodiën op fluweelen kussens, door kroonvazallen van Hare Allerhoogste Majesteit: de Kunst. Als kroonvazal van dien Vorst der Wijsheid, die geleefd heeft in de Republiek der Vereenigde Gewesten, geleden heeft onder de ‘Dordtsche Santen’ en derzelver verdoemenis, en gestorven is in de armen van zijn vriend den geneesheer Lodewijk Meyer - heeft de heer Chartier zijne taak opgevat; de hoofd-ideëen van Spinoza's stelsel saam te voegen en te ontvouwen zóó, dat zij de weetgierigen bevredigen en de kenners niet onbevredigd laten. Het vertoog is klaar gegeven; de ontleding geschiedt met de tekstwoorden zelven en de inhoudstafel verwijst naar de verschillende Stellingen. Zoo wordt men bij de ‘Inleiding’ naar de Ethica, en naar het Vertoog over de verbetering (Van Vloten zegt verheldering) van het verstand, en in de hoofdstukken over God en de ziel, de hartstochten, de vrijheid, de rede en de zaligheid naar de overeenkomstige bladzijden in de Verhandelingen en Spinoza's Brieven verwezen. HUBERT LA ROCHE
In de ‘Mémento bibliographique’ treffen wij de editie van Van Vloten en Land en de werken van voorname Fransche, Engelsche en Duitsche Commentatoren van ‘le doux philosophe du Paviljoensgracht’ (Renan) aan, de studie van wiens | |
[pagina 184]
| |
vertoogen en verhandelingen wij in onze dagen van mystieke verslapping en gelddorstig bedrijf te liever aanbevelen, omdat zij door Willem Meyer's vertolking (Klassieke schrijvers, uitgaaf van S.L. van Looy) allen, die denken kunnen, willen en durven, toegankelijk zijn gemaakt.Ga naar voetnoot*) Mocht die studie ook over letterkundige kringen zich uitbreiden - het huilerig en menschonteerend geteem en gefazel dat een deel onzer fraaie letteren beheerscht zou allicht verminderen en het levenslustig, in God en eigen bestaan zich verheugend sterveling, dat de veder voert, zou herrijzen in eene veerkrachtige republiek van gezonde letteren. ‘Ne regardons jamais notre misère, ni notre esclavage; regardons de l'autre côté vers le vrai et vers la joie; vivons d'abord dans le vrai le plus que nous pourrons, fondons en nous la joie incorruptible et par cela même nous serons affranchis de nos passions’. Zoo vat de heer Chartier het slot saam van zijn belangrijk boekje en gunt hij het laatste woord aan Spinoza door deze kernspreuk: ‘La béatitude n'est pas la récompense de la vertu, mais la vertu même’.
Hen, die in ons vaderland middellijk of onmiddellijk zijn verbonden aan het M.U.L. of het M. Onderwijs meenen wij van dienst te zijn door hen op deze handige overzichten te wijzen, doch allermeest bevelen wij ze onzen beschaafden lezers en lezeressen aan, die behalve voor Fransche letteren, voor de heldere methode gevoelen, waarnaar de reeksen zijn bewerkt. Ce qui se conçoit bien, s'énonce clairement
Et les mots pour le dire arrivent aisément.
PIET VLUCHTIG. |
|