Liederen en gedichten uit het Gruuthuse-handschrift. Deel 1: liederen
(1966)–Anoniem Gruuthuse-handschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 474]
| |
113God groetu, lieflic beilde zoet,Ga naar voetnoot1
An deser zuetzer morghin stont,
Ende also menich minlijc groet
Als di mach weinschen eenich mont!Ga naar voetnoot3-4
5[regelnummer]
Daer toe so es mijns hertzen grontGa naar voetnoot5
Dijn eighin woonst, so waer ich bin.
Ontdoe dijn hertze ende laet mir in!
Sluutstu vor mi die hertze dijn,
So es mi alle woonst tze clein.Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Want du best, vrauwe, alleine int mijn,
Daer in mach comen anders gein.
Nu laet ons bliven dan gemeinGa naar voetnoot12
| |
[pagina 475]
| |
Minlic elc in anders zin.
Ontdoe dijn hertze etc.
15[regelnummer]
Al ware mijn cracht Sampsoens ghelijc,
Mijn scoonheit als was Abseloen,Ga naar voetnoot16
Vor Alexandre van machten rijcGa naar voetnoot17
Ende wiser ooc dan Salemoen,
Sone condic, vrauwe, niet anders doen
20[regelnummer]
Dan dijn begher vor al ghewin.Ga naar voetnoot20
Ontdoe dijn hertze ende laes mir in!
Sin, hertze ende moet, ziele ende lijf
Es eighin dijn, hoet mir vergheit.Ga naar voetnoot23
Vergheitstu mijns, troutzalich wijf,
25[regelnummer]
So es mi alle vruecht ontzeit.
Een groete dijnre goetlijcheitGa naar voetnoot26
Ghef mir doch, vrauwe, in mach niet min!Ga naar voetnoot27
Dan sluut dijn hertze ende mi daer in!
|
|