De groene linde. Jaargang 1(1905)– [tijdschrift] Groene Linde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Nachtklokken. Ze droegen vroeger in hun bronzen kleed De leute en lust die blijde herleven deed De levensblijheid van de zonnedagen!.... En thans? En thans?.... Ze dragen, den tragen Doodendans, Van stonde aan stonde en uur aan uur geregen! Ze klinken als kille regen..... Ze droegen vroeger in hun bronzen kleed Begijnenvrede die kalm leven deed, Paschalen Gods-vrede in hun zwevend zwenken.... En nu? En nu?.... Aan wie ze wenken Durft, met handgebaar of stemmeklank, Brengen ze 't pijnen van den lijdenszang..... [pagina 358] [p. 358] Hun wanhoopswieken slaan alom, Zwevend over de stille nachten!.... De klachten, de klachten Van 't nachtelijk klokgebrom!.... Ik denk eraan als aan verloren droomen Die nedervleugelen komen Van heel vèr, héél vèr! Her endweder her, Klokkengalmen, klokkengalmen Triestig psalmen In den nacht!.... Zacht verglijend en verspreiend Klinkt hun zang, Smachtend-lang, smachtend-bang,.... En hij zegt van 't eindloos menschenlijen..... Aran Burfs. Januarie 1905. Vorige Volgende