De groene linde. Jaargang 1(1905)– [tijdschrift] Groene Linde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 356] [p. 356] Aan de Vaart.. (Fragmenten.) De weg is hoog, en over 't breed kanaal Slieren vereend de stoere binnenlanders, De wimpels in den wind, voorbij elkander, Als blij' gedachten, die ter Zonne gaan. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De navond valt, en alle stemmen zwijgen. De verre schemering waart alom..... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ik droom dees avond als een wonder leven, Heel stil en groot, waarin de beelden Goden, De vormen mensch, 't gedacht de ziele zijn. Men hoort geen water dat vervelend vaart, Geen booten meer die 't breed kanaal afslieren, Geen zangen in de kruin der populieren, Geen koetergalmen in den stillen meersch! Men hoort geen dorpsgeluid, geen smisrinkinken, Geen minnezucht van lerke of nachtegaal, Geen zielekreten die in 't niet verzinken..... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ik droom dees avond als een groot, stil land, Dat leêg van leven is en leêg van luchten! Wat zal mijn lied nu schoon zijn, als het klinkt Lijk nachtegalenhymne door de nachten, Lijk korenruizlen door de navondrust!.... Want, hoor de sluizen open van 't gemoed, Want, hoor de zeeën van 't gevoel aan 't woelen, [pagina 357] [p. 357] Nu gaat mijn stemme door den avond, zacht Als 't zwevend lied der misten door de dagen Van treurnis; en mijn lieve zangen dragen 't Verlangen naar een nieuw en grootsch Gedacht. Ik droom dees avond als een leêge zee, Een leêggeloopen afgrond, wonde aan 't gapen, Wat zal dan vollen heel die Eindloosheid, Leegbloeiend akkerland van doode Leven?.... Wat vaart beleevnend door den weeplen Niet? - God, en der Dichtren Lied!.... Vorige Volgende