De groene linde. Jaargang 1(1905)– [tijdschrift] Groene Linde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Een raad aan de Academie. Ieder maal onze Academie 'n doorluchtig lid verliest eischt 'n bende guiten dat zij jonger candidaten kiest. Deze nuchter pennelekkers weten niet - ze zijn te stom - hoe 'n ‘zetel’ slechts 'n stoel is voor den hoogen ouderdom. De Academie, ondertusschen - want zij kent haar zelven wel - trotst hun wespensteken, dank zij aan de dikte van haar vel. Doch, om al dit ijdel twisten te vermijden, raad ik aan, zinnebeeldig 't ware doel der instelling te doen verstaan. [pagina 298] [p. 298] En voortaan, te dezen einde, trapsgewijze, in peis en vree, elken zetel te vervangen door 'n goeden siège percé. Zoo zal 't melkbaardvolk verplicht zijn, in te zien, geloof ik vast, dat 'n dergelijk meubel, enkel op bejaarde lieden pakt. Om. K. De Laey. Vorige Volgende