gekregen om 't peerd uit te spannen van den huisheer als hij gekomen was. Dat miek samen zeventien stuivers, meer dan geld genoeg. Maar hij wilde 't niet al verdoen aan die muts - er kon iets voorvallen en zonder geld kon hij niet zijn en te kermis moest hij ook nog iets over hebben of als hij een anderen inval moest krijgen of iets zien dat hem aanstond of iets dat hij bij toeval onder den prijs kon bemachtigen....
En nu hij vastbesloten gereed stond met zijn schoenen aan, kreeg hij plots een anderen twijfel en vervaardheid en een nieuw gedacht kwam hem helpen.
- Als de boever eens gelogen had en een mutse veel duurder kostte?! en hij dacht hoe hij daar beschaamd zou staan in dien grooten winkel....
In plaats van ongezien te vertrekken langs de schuurpoort gelijk 't zijn voornemen was, besloot hij het ineens anders en hij ging naar de achterdeur en trad recht de keuken binnen waar de boerinne zat bij de koffietafel met de dochters, gelukkiglijk zonder ander volk erbij. Hij stond er eerst wat te drenzen met zijn schouder tegen de deurpost en mijde te glimlachen tot de boerin merkte dat hij iets vragen moest.
- Wat is er, Spoorke?
- Vrouwe, mag ik mijn weekgeld hebben? vroeg hij.
- Uw weekgeld? om wat te doen? - Ge zijt zondag naar huis geweest!
- 'k Moet mij een nieuwe mutse koopen, vrouwe.
- Gaat ge een nieuwe mutse koopen, een nieuwe mutse, Spoorke! ha, ha, riepen de dochters, - Spoorke koopt hem een nieuwe mutse en ze sprongen recht om het koeierke te bezien. En 't ventje eerzelde bedeesd achteruit. - Zie ne keer, Spoorke!!!
- En hebt ge geen geld? vroeg de boerin.
- Wat voor eene koopt ge? vroeg Matje.
- Ge moet zien dat ge een schoone koopt! en Lientje stak vermanend haar vinger op.
- Eene lijk den knape, dàt is een schoone! deed de jongen verstout.