't Groot achter-hofken
(1639)–Anoniem Groot achter-hofken, 't– AuteursrechtvrijGeplant met verscheyden Gheestelijcke Liedekens, tot stichtinghe der Ieught, by verscheyden Autheuren gemaeckt ende t'samen gestelt
[pagina 24]
| |
Stemme:Amarilli mia bella:&c.
Ga naar margenoot+OP de Heylighe berghen,
Is Godes Stadt ghegront:
Want Syons Poorten,
Boven all' and're soorten
Van Iacobs ste'en,
Den Heere meest behaghen:
En al datmen ghewaghen
Hoort, van uw o! Stadt,
Is alderleye deughden:
Voor d'inwoonders: :: // :: een vreughde.
Babel end' oock Egipten,
Sal ick (seydt God) oock meed'
Voor mijn volck noemen:
Philistijnen roemen,
Als oock Tiriers,
En Lybiaense Moren;
Dees' zijn oock daer gheboren:
En yder seydt vaak,
Om Syon te vergroten,
Hier zijns' alle: // : hier zijns' all' uytghesproten.
Binnen Syon (ist segghen)
Zijn dees' en die gheteelt;
En d' Hoogste Heere
Bouwtse t'sijnder eere.
En als hy al
De volcken sal opschrijven;
| |
[pagina 25]
| |
Salder gheen twee-spalt blijven:
Maer d'een als d'ander,
Sal hier gheboortigh heten,
Dies is vreughde, dies is vreugde, dies is vreughde ongemeten.
|
|