De nieuwe Hollandsen Boots-gesel, Ofte Bataviers helden-stuk
(1704)–Anoniem Groote nieuwe Hollandsche boots-gezel– AuteursrechtvrijBehelsende de voor-naamste geschiedenisse, die in 't veroveren van de Spaense silver vloot te Vigos, en in meer andere zee en veldt-slagen is voor-gevallen: als mede verscheydene vryagie, vermakelijke kluchten, herders en matroose gezangen
[pagina 55]
| |
Stem: Adieu schoon Lief.Myn Amourant, mijn Engel Beminde,.
Mogt ick mijn trou aen u verbinde,
En mijnen dienst in eerbaerheydt,
En dat aen u o schoone Meyt,
Want u bruyn Oogen,
Mijn hebben gestolen
En dat door u lieftalligheydt.
Och wat hoor ick hier al voor klagen,
En dat in 't krieken van de dagen,
Die hier so doet zijn minne klagt,
Mijn dunckt 't is om zijn Engel ag,
Jck hoor hem treure,
Voor mijn deure,
En dat so vroegh al op den dagh.
Jonckman gy kunt van hier vertrecke,
Mijn dunckt gy komt met my maer gecke,
Jck agt geen Jonckmans haer gevley,
Want het is maer bedriegery,
Als zy door woorden.
Een Dogter bekoorde,
Sy maken haer te stout daer by.
Neen mijn Engel, Mijn uytverkore,
Sou ick u eer door schoone woorde,
Soeken te brengen in zwaer verdriet,
Zo wens ick dat het noyt geschiet,
Jck zweer sonder fale
De doodt komt my halen,
O neen mijn Engel gelooft het niet.
Jongman is het in eerbaerheden,
Zo sal ick mijn aen u besteden,
Staeckt al u klagen en minne pijn,
U smert sal haest genesen zijn,
| |
[pagina 56]
| |
Wy sullen paren,
En vergaren,
Al in den Trou uyt liefde reyn.
Wat grooter vreugt geniet ick op aerde,
Van mijn Engelin vol waerde,
Liefjen ick geef mijn Trou te pant,
Met een schoone Diamant,
Engel gepresen:
Gy hebt mijn genese,
En my verlost van dese bant.
Vlegt nu een krans van Lauwerieren,
Wilt Bruygom en Bruyt vercieren,
Speelt op Harpen en Luyt,
Daer toe op Bassen en met Fluyt,
Om dat zy paren,
Uyt liefde te garen,
Ter eeren van zijn soete Bruydt.
|
|