Groot vakantieboek(1958)–Anoniem Groot vakantieboek– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Kamperen! Hoera, 't is weer zomer! Kom jongens, nu vlug De tassen en dekens weer op onze rug. We zoeken een plekje heel ver op de hei, Het liefst, als het kan, met een beekje er bij. Je leeft ongedwongen, je maakt geen toilet, Je slaapt op de grond als in 't heerlijkste bed. Je eet uit het vuistje je stapeltje brood, Dineren dat doe je met 'n bord op je schoot. Wat thuis niet zou smaken, daar smul je nu van Zoals slechts een echte kampeerder dat kan - Je eet rauwe piepers en zegt: ‘Jô, wat fijn!’ Je lacht als de groente wat zand'rig mocht zijn. En gaat het soms regenen en wordt je drijfnat Dan zeg je: ‘'k Verlangde juist erg naar een bad.’ Maar 's avonds dan is weer de hemel azuur En maak je een kring om het knappende vuur. Dan zing je je liedjes zo frank en zo vrij - Je speelt mandoline of blokfluit er bij. Dat maakt je dan stemmig en blij tegelijk, Je waant je - je waant je ontzaggelijk rijk.... Kamperen - dat is toch het schoonste van al, Je voelt je als een vorst èn - 't kost niemendal! ANNIE DE HOOG-NOOY Vorige Volgende