Groot vakantieboek(1958)–Anoniem Groot vakantieboek– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] De Eerste Door Mies Bouhuys ‘Meisje met je groene hoedje, zeg, hoe heb ik het met jou, zeg, wie ben je en wat moet je in je jurkje in de kou? Blaast de wind niet door je rokjes, beef je niet van top tot teen, gaan die kleine koude vlokjes niet als naalden door je heen? Waarom ben je toch gekomen, dacht je dat het voorjaar was? Kijk eens naar die kale bomen, kijk eens naar het dorre gras. Kon je dan niet langer wachten? 'k Zou nog maar wat slapen gaan tot de tuinen en de grachten vol met groen en bloemen staan.’ Maar wat zegt die kleine rakker? ‘Eentje, ook al is het klein, wordt altijd het vroegste wakker, eentje moet de eerste zijn. Vraag de zon maar, want hij kent me, vraag maar aan de zuidenwind of niet iedre nieuwe lente met een sneeuwklokje begint.’ Vorige Volgende