| |
| |
| |
| |
Een nieuw lied
van eenen kloekmoedigen Ruiter, die een Dochter uit de handen der Franschen verloste; en haar allen om het leven bragt, voor welke daad hij de Dochter ten Huwelijk kreeg.
Stemme: Als het begint.
Wel vrienden blijft wat staan,
En hoort dit lied eens aan,
Het geen ik u zal verhalen,
Hoe dat een schoone Daam,
Die om vermaak daar kwaam.
Men dacht op geen getreur,
Maar raakte in groot lijden,
| |
| |
Vier franschen op de baan,
Sprongen uit het bosch bezijden,
Schoten zij den jongman dood,
In het bloeijen van zijn jaren,
En riep geef mij kwartier.
Zij was in het rood satijn,
Dees Franschen vol fenijn,
Wilden dees maagd onteeren,
Rukken zij haar uit haar kleeren,
En dorsten naar haar bloed.
Met een zoo groot getraan,
Ach wilt mij nu ontfermen,
Hoorde dees Maagd kermen,
Die van de Spaanschen was.
Heeft hij terstond gezeid.
Wat komt mij hier te voren,
Nam zijn pistool in de hand,
En gaf zijn paard de sporen,
En vloog zoo door het zand.
Hij vond de Franschen hier,
Terstond zoo gaf hij vier,
| |
| |
En riep houdt op met klagen,
Ik zal mijn leven voor u wagen,
Twee Franschen schoot hij dood,
Toen kwam den meesten nood,
Want hij kon niet meer laden,
Heeft zijn rappier aanvaard,
Hij en mogt hem niet beraden,
En sprong toen van zijn paard.
Sa! Franschen voor het lest,
Met de dood moet gij het bekoopen,
Of gij moet mijn verslaan.
Den Spaanschen Ruiter was,
Met zijn rappier zeer ras.
Hij heeft ze beide verslagen,
Zijn gramschap was vergaan,
Toen zij beide ter aarde lagen,
Sprak hij dees maagd aan.
Zij sprak wel vriend geprezen,
Rijd na mijn Vaders woon,
Daar zal ik u doen genezen,
En kiest mij voor u loon.
| |
| |
De maagd ging hem verkonden!
Doet verbinden zijne wonden,
Hij heeft het wel verdiend,
Want hij heeft mij verlost,
Het had mijn de dood gekost,
Vier Franschen op de baan,
Die mij tot oneer aanvaarden,
Heb ik hem zien verslaan,
En heeft terstond gezeid,
Die vriend is waard geprezen,
Zult gij zijn Huisvrouw wezen,
Zoo God hem in het leven laat.
Tot loon wierd hem gegeven,
Voor het wagen van zijn leven,
|
|