is als iets irreëels weggezonken, iets dat men glimlachend kan achterlaten als ware het een disciplina etrusca geweest...
Thomas klom van beneden naar boven; Eckhart, nadat hij, als in een klein voorspel, van beneden naar boven is gestegen, ziet voorts van boven naar beneden en leeft alles wat beneden is - en daar is ook het weten van Thomas - met dien blik ‘van boven’, dien blik welke doordrenkt is van niet-weten. Eckhart denkt dezelfde dingen af als Thomas, doch in omgekeerde richting en vanuit een ander vertrekpunt, een ander, hooger-weten, en het resultaat kon geen ander zijn dan een volstrekte, geheimzinnige en sublieme Umwertung van alles wat ons denken vertrouwd werd; en bij alle overeenstemming leeft Eckhart daardoor in een volstrekt andere orde van denken en zijn dan Thomas.
Thomas, zou men kunnen zeggen, denkt redelijk, Eckhart denkt het redelijke mystisch over, vanuit een hoogere waarheid. In Thomas' geschriften is het kenbare de hoogste waarde; Eckhart leeft en kent van dit kenbare tevens de onwaarde. In Thomas' geschriften wordt die onwaarde wel toegegeven - achteraf, of vooropgesteld, - maar van zijn dénken (een wijsgeerig denken immers) is het de peripherie, niet het centrum, niet de ziel en het zenith.
Thomas was een hoog en trotsch bergmassief dat naar den hemel reikt; Eckhart de adelaar die op dezelfde hoogte zich bewegend steeds vrij in de ruimte zweefde, vandaar omlaag schouwde, of vandaar opwaarts schoot, dieper de stilte in van het niet-weten. Hij is zoo vrij, zoo vrij, - en dáárom zoo vrijmoedig: hij is de roekelooze adelaar van het transcendente, en van de goddelijke paradox daarom.
Thomas is een bouwer: romeinsch, streng, en niets schijnt wankel van den bouw dien hij optrekt; al het veroverde der eeuwen (van Grieken, Arabieren en Joden) vat hij samen en bouwt daaruit een orde op. Hij boeit door de intellectueele kracht, denk-tucht, zijn strakke dialectiek en scherp abstractie-vermogen. - Eckhart, germaansch, is een veroveraar van onbekende werelden; hij zuivert en verruimt niet een weten door iets aan dit weten toe te voegen; hij schept een totaal nieuwe orde, moedig, vermetel, waarin en waardoor ook het vroeger bezit aan weten van wezen en gedaante verandert. Hij vertegenwoordigt een totaal nieuw... avontuur. Hij leeft, vertrouwd en stil, in verten waarvoor anderen terugdeinzen.
Thomas laat zien hoe hoog de berg is, het hooggebergte van het weten, tot hoe hoog het doordringt; Eckhart laat zien, hoe kléin die berg is én... hoe onmetelijk grooter nog de ruimte waarin