Groot Nederland. Jaargang 41

[p. 68]

Zuiderzee

Zoo staag de golven slaan op deze kusten
zoo zwaar de weerstand van een stuggen dijk,
zoo reuzig staat een man, die niet wil rusten
en vastheid dwingt in het onwillig slijk

onder den rooden hemel, die, in 't breken
weer water uitgiet, waar hij land ontwringt,
terwijl ginds, waar nog nauw zijn spaden weken
weer, achter dijk en dam, de bodem zinkt.

Toch groeit een vaste weg uit zeven baggerwegen
en nieuwe grond, die 't jonge volk begroet
en vruchtbaarheid uit 't eeuwig woedend tégen
van zee en vluchtend slijk, waardoor de stormen vegen.
O, land van mest en mist, o strijdlied in den regen,
o, moed.

STEVEN BARENDS