Groot Nederland. Jaargang 20(1922)– [tijdschrift] Groot Nederland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 298] [p. 298] Twee gedichten I In Memoriam Dit geluid alleen: Een klok, die gaat, Die gaat en slaat In regelmaat, 'k Weet beter geen. Zoo uur aan uur; Tot op den duur De klok-slag breekt, En over tijd Een Eeuwigheid Doods woorden spreekt. Dan: wijd en zijd Komt weer terug, - 't Heen en terug, Niet traag, niet vlug: - Gaan van den tijd. [pagina 299] [p. 299] II Herdenken en Uitzicht Zoo menig lied heeft mij Dit jaar Door u ontbroken; Een enkel woord hebt gij Dit jaar Niet uitgesproken. Zoo menig lied heeft diep In mij Voor u gezongen; Een enkel woord, dat riep, Hebt gij Ver weg gedrongen. Zoo menig lied van vreugd Is stil In mij vergleden; Het ééne woord der jeugd Is kil Door u gemeden. Nu staan wij bei' alleen, Alleen In dit klein leven; De dagen, één voor één, Gaan heen Van ons dood leven.... Jan J. Zeldenthuis Vorige Volgende