Groot Nederland. Jaargang 17
(1919)– [tijdschrift] Groot Nederland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1075]
| |
I.
Een Saletjonker
.... in elk geval zal het gedistingueerd worden een châlet te hebben in de omstreken van het kasteel.
Een Pierbewoner.
Gedistingueerd is alleen de pier te Scheveningen.
Een Gravin.
Zonder het gezelschap.
Een Baron.
Of met je eigen côterie
Een Boulevardier.
En je eigen roulette.
Een Generaal.
Hoeft niet meer, alle casino's heeft de enorme oorlogsstrategie onteigend ten algemeenen nutte.
Een Professor.
Wat wellicht de eenige oorlogszegen is.
De Saletjonker.
'k Vraag duizendmaal vergeving, professor, als ik opmerk dat... datte...
De Professor.
Ja, ik begrijp de bravoure, het élan...
De Generaal.
Het natuurverschijnsel...
De Boulevardier.
De roulette een natuurverschijnsel!!?
De Generaal.
Nee', nee' de roulette is eerder iets wisselvalligs en het natuurverschijnsel, waarop ik doel de oorlog iets bestendigs, een onstrategisch natuurverschijnsel zou men desnoods de roulette kunnen noemen.
De Boulevardier.
En de oorlog dan?
De Professor.
Een in de natuur verschijnend kansspel of strategie.
De Gravin.
Hoe charmant! A ravir!
De Dichteres.
En welk een poëzy! O, welk een verinniging van het altruïsme wekt niet de oorlog als natuurverschijnsel?! Berijmde en onberijmde poëzy, rhythmisch en onrhythmisch proza. Epos en Lyriek...
De Saletjonker.
Helle- en Hemelvreugd...
De Gravin
.... uit de ongedistingueerde loopgraven.
De Dichteres.
Dear me, die heroïsche Lyriek is onvergetelijk-zalig.
De Douairiere.
A table, mes enfants.
De Baron.
Pair ou impair, rouge ou noir. Allons à table! Le banquier!
De Douairiere.
Dat ben ik! Faîtes votre jeu, mes enfants. Rien ne va plus.
De Dichteres.
Permitteer Mevrouw, dat ik naar de bibliotheek ga.
(verwijdert zich).
De Professor.
Ik zal u volgen...
(dito dito).
De Saletjonker.
Om de Hel te lezen, allerliefst boek...
De Boulevardier.
Met veel moraal.
De Gravin.
La morale c'est une question de géographie. | |
[pagina 1076]
| |
De Pierbewoner.
Dat heb ik wel altijd gedacht. Men verruimt z'n blik op de pier en in ‘de Hel.’
De Dichteres
(voor de portière).
En 't innig-zedelijke, je sensatie, wat je noemt je intrinsieke moraal neemt bij den dag toe.
De Douairiere.
Le jeu est fait. Rien ne va plus. Zéro!
De Baron.
Allons donc! Flambé!
De Generaal
(in diepe nadenkendheid).
Maar is de roulette wel een onstrategisch natuurverschijnsel?!
De Douairiere.
Allons messieurs, faîtes votre jeu! | |
II
(In-de Bibliotheek van Baron De l'Eauwè zaliger).
De Dichteres.
Kent u dit profetische boek, professor?
De Professor.
La Troisième Guerre punique. Emile R. Wagner. - Wagner, Wagner, le nom donne à penser...Ga naar voetnoot1)
De Dichteres.
O, maar, hij is evenmin een zuiver-Germaansche Wagner als Houston Stewart Chamberlain een zuiver-Angel-Sakser is...
De Professor
..... La Revanche de la Kultur. Préface de Mme Juliette Adam (Juliette Lamber).
De Dichteres
.... en dan, als U permitteert, professor, is Emile R. Wagner een pionier, een woudlooper in de onmetelijke pampa's van Latijnsch America, die de charme van la douce et l'éternelle France midden in de Braziliaansche wildernissen brengt... een natuuronderzoeker, zooals...
De Professor.
Zooals Pierre Loti...
De Dichteres.
Ah, le sublime poète de l'Extrême Oreient, le pèlerin d'Angkor!
De Professor.
Et des ‘Pêcheurs d'Islande.’
De Dichteres.
Et de la ‘Reine de Roumanie.’
De Professor.
Maar à propos, wat wil ‘La Revanche de la Kultur’ zeggen? Schimpscheuten op Germanië?
De Dichteres.
Het is het vreemdsoortigste boek dat ik tijdens den oorlog las; het is een langaangehouden kreet van enthousiasme voor wat Victor Hugo La France éternelle noemde, en het is ook een profecy van de overwinning der Gallische wapenen.
De Professor.
Een voorspelling?!
De Dichteres.
Ja, maar een te merkwaardiger voorspelling, omdat ze | |
[pagina 1077]
| |
tot in kleine bijzonderheden is uitgekomen en het boek tusschen 1916 en 1917 werd geschreven in Brazilië te Mistol Paso.
De Professor.
Een tot paroxysme geklommen geestdrift benadeelt; steeds den indruk. Zij is enkel bruikbaar bij waanzinnige dwepers. Zoo iets, vermoed ik, zal het zijn.
De Dichteres.
Het is een beetje overdreven... ja...
De Professor.
Als een dichteres het overdreven noemt, hoe zal dan een hoogleeraar in de mathesis het noemen? Als ik het doorblader en alleen de opschriften en inschriften der hoofdstukken zie: ‘La Race du Dieu de la Hache, La Ruée des Barbares, Le Testament Secret de Guillaume II enz. enz. dan weet ik al genoeg... Als de ‘vieux Dieu’ er dan nog bijkomt...
De Dichteres.
Ongeveer denzelfden geest kunt u bij le Docteur Crôt aantreffen...
De Professor.
Le docteur Crôt?... Connais pas...
De Dichteres.
Jammer genoeg... Kijk eens, zoo wordt zijn naam geschreven: Dr. Krop, maar zoo spreekt toch geen behoorlijk mensch in Nederland, die le Docteur Crôt kent, hem uit, want hij behoort door uiterlijk en innerlijk, door de drift van zijn geest en les beaux gestes, door studie en persoonlijk verkeer, sinds vele jaren tot de beste vrienden van Frankrijk en van het Fransche Protestantisme.
De Professor.
Ja, ja, die' ken ik wel, heel goed, ik las zijn Hugenootsche en Calvinistische Stemmen en zijn Laatste Oorlogsklanken, ik bewonder zijn loyale polemiek, in hem is het dubbele Vaderland van Henri de Bornier belichaamd, en zijn geestdrift voor den Calvinistischen God en Louise de Coligny's voor- en nazaten is in dichterlijken- volstrekt onmathematischen geest - even eerlijk te noemen als het rhetorisch stopwoord Unser alte Gott van Germanje. Dwepers, dichters, phantasten, geen mathematici...
De Dichteres.
Dan zal ik u ook maar niet naar ‘La France éternelle’ vragen?Ga naar voetnoot1)
De Professor.
Van Gustave Rodrigues? Ja? Dat is een boek van zeldzame onpartijdigheid bij een ruime mate van patriotisme. Maar het is ook een sociologisch wijsgeerig geschrift van groote beteekenis, een schriftuur, waaruit de kern van Franschen geest en Gallische geestkracht met een bezadigde overtuiging en veel onderscheiding van licht en schaduw spreekt.
De Dichteres.
Meent u dat, professor?
De Professor.
Lieve vriendin, twijfel je nog? Ik zou haast zeggen, dat Gustave Rodrigues, evenals Diderot en Condorcet, doordrongen was van mathematische evenwichtigheid, de hoogste lof die men aan een Franschman, vooral in deze dagen aan een schrijvend Franschman, kan toezwaaien... | |
[pagina 1078]
| |
De Dichteres
.... Zeker allermeest wanneer hij over zijn land zingt en over de geestelijke wonderen, die het op de wereld doet neervallen als een regen van geluk en schoonheid.
De Professor.
De ‘Préface’ wil... heb je het boek bij-de-hand?
De Dichteres.
Hier is het...
De Professor.
De ‘Préface’ is rechtlijnig, is mathematisch, is axiomatisch... is, vergeef me, ondichterlijk, Spinozistisch-nuchter, maar van een betoog dat haast een bewijs wordt, door mooie nuchterheid...
De Dichteres.
Professor, professor, pas op... u wordt haast dichterlijk...
De Professor
.... dus hoe nuchterder een poëet is, des te dichterlijker... als u dat meent, dan ga ik en alle positivisten met u mêe...
De Dichteres.
Pardon, ik heb genoeg aan één dichterlijk positivist.
De Professor.
En die is?
De Dichteres.
Anatole France...
De Professor
.... maar die is juist het model van een prismatischen Franschen geest; hij is moralist als Pascal, karakterteekenaar als La Bruyère, fabulist als La Fontaine; satyricus als Voltaire, epicurist als Montaigne, cynisch romanticus als Stendhal, realistisch verteller als Mérimée of Toergenjew en dat alles omlijst door iets week-poëtisch, kenmerk van elken echten zoon van het Oude Volk.
De Dichteres.
U heeft Les Dieux ont soif gelezen!!
De Professor.
Genoten, zooals men Quinet, Thierry, Michelet geniet. Zoo waren de ‘bourgeois’ in de Terreur. Zoo was hun hangen en verlangen. Zoo was het milieu, le bon prêtre et le bon peuple en zoo blijft men vèr van het weeïg gesol met het goeiïge menschdom van den weeïgen Jean Jacques.
De Dichteres.
O, maar professor, professor, u die haast dweept met Anatole France, begin dan vooral, liever vandaag dan morgen, aan ‘Het duurzame Frankrijk’ van Gustave Rodrigues.
De Professor.
Ik herhaal, reeds de voorrede spreekt tot me evenals de meesterlijke indeeling van het onderwerpGa naar voetnoot1).
De Dichteres.
La Sainte Clarté française avant tout.
De Professor.
Ja, wanneer Schiller de Vreugde, een vonk noemt, ontsprongen aan de heilige drift der goden, dan zouden wij een beeld kunnen zoeken voor de helderheid, de klaarheid, de ontroebelheid, de drabloosheid | |
[pagina 1079]
| |
van den Franschen geest, den Franschen stijl en het Fransche vernuft. Let wel, niet bij uitzondering maar kenmerken van den gemiddelden Franschman.
De Dichteres.
Geeft Gustave Rodrigues dit beeld niet reeds in zijn aphoristischen stijl en in zijn wijsgeerig sociaal-aristocratisme? Is het niet, of La Rochefoucauld of Vauvenargues opstaan in deze korte zegswijzen? ‘De geschiedenis òf wijzigen òf zijn eigen geschiedenis te niet doen, was de taak en de roem van het Fransche volk’. ‘Jeanne d'Arc, onjuist beoordeeld en begrepen door Shakespeare, is een heldin naar het hart van Molière; zij is, (en het verhoogt haar roem,) de oudere zuster van Henriette uit de Femmes savantes.’ ‘Logisch is de Franschman maar al te veel. Heine verklaarde uit dien logischen zin de gansche Fransche geschiedenis. De lotgevallen van land en volk ontstaan en verloopen als een rechterlijk geding.’
De Professor.
Permitteer me, in een Franschman steekt altijd min of meer de Romeinsche rhetor: kort en bondig, schrander en vol kleur. Van daar, in zijn letterkunde, dat aantal historische of fantastische anecdoten, maar die altijd spreken tot het verstand.
De Dichteres.
Mag ik u er een te binnen brengen?
De Professor.
Niets liever dan dat.
De Dichteres.
Bailly beklimt het schavot en rilt. Samson vraagt: ‘Beef je?’ En hij: ‘Van kou, amice.’ En weet u hoe Gustave Rodrigues nu die anecdote toelicht?’ Dans cette réplique sublime, ce qui domine, plus que le courage même, c'est le besoin de se faire comprendre, jusque dans la mort.’
De Professor.
Of het logisch is, weet ik niet, maar vernuftig en helder is het zeker.
De Dichteres.
Dat is het heele boek La France éternelle. Mag ik nog met een paar dingen uw leeslust prikkelen? Ziehier b.v. een vergelijking tusschen Gallische en Germaansche kunstwaardigheid in verband met het vermogen der wederzijdsche volharding. ‘De taak van Frankrijk, in het rijk der ideeën, is het nieuwe aan de heele wereld te brengen: nieuwe kunstwetenschappelijke, politieke formules. Frankrijk brengt ze voort, en anderen gaan ze toepassen.’ ‘Ongeduldig is onze natie in alles. Zij rust niet alvorens een oplossing te hebben gevonden en alvorens de moeilijkheden ontward zijn. Maar moet zij op een zorgvuldig werk van langen adem zich toeleggen, een arbeid die vruchtbaar wordt, zoodra hij op het juiste tijdstip in werking treedt, ja, dan schrikt zij voor de inspanning terug en laat alle voordeelen aan anderen. Zoo zal Duitschland zich meester maken van allerlei geheimen, die wij, Franschen, aan de natuur hebben ontrukt. Wij leverden den uitvinder en Duitschland stalt hem uit en voert hem rond. Duitschland heeft tweederangs-eigenschappen, maar in degelijken voorraad. Wij hebben | |
[pagina 1080]
| |
eerstenrangs-hoedanigheden, maar gebruiken ze slecht. Wij zijn de bedorven kinderen, de groote zwierbollen en verkwisters en wij bemerken te laat dat we op allerlei gebied niet anders gewerkt hebben dan... pour le roi de Prusse.’
De Saletjonker
(binnen ijlend).
Le Roi de Prusse! Netter Mann! Sehr nett! De Douairière wacht U zum Supee.
De Dichteres.
Was zij en veine?
De Saletjonker.
Zij won een vleugel aan haar kasteel...
De Professor.
Poëtische architectuur...
De Dichteres.
Laat het dan een châlet zijn!
De Saletjonker.
Bij ‘'t Huys Doorn’.
F. Smit Kleine. |
|