In den Wilden Wingerd, Roman uit het Napelsche volksleven door Maurits Wagenvoort, 2 dl., Amsterdam, H.J.W. Becht, 1918.
Ziehier een rijk boek, met van alles er in. De Vesuvius en zijn geweldige uitbarstingen, Napolitaansch volksleven en volkseigen, ‘glimpses’ uit de Napolitaansche aristocratie, reine liefde, eeuwige trouw, vuilaardige ziekte, wanhoop en misdaad, de oorlog, heldenmoed, verwonding en dood, zelfverloochening, familietrots, kinderliefde, passie, prostitutie, noodlottige toevallen, buitenlandsche politiek, natuur- en familietafereelen enz. Dit alles is dan - zonder woordkunst, gelijk de auteur uitdrukkelijk vermeldt - gegroepeerd om dat kernverhaal van twee gelieven uit twee bevriende families. Van der jeugd af voor elkander bestemd, draalt de familie echter te lang hen in den echt te verbinden, met het noodlottig gevolg, dat de jonge man (o! gevaren der kuischheid!) na jaren van onthouding, aan den boemel gaat en er dan ineens gloeiend ‘bij’ is. Echter Italiaan zijnde, laat hij 't daar niet bij zitten, maar vermoordt lustig de vrouw, die hem de ramp aandeed en heeft dan weer gloeiend berouw. Gelukkig breekt, wat later, de groote oorlog ook voor Italië aan of uit en kan hij een passenden heldendood voor het vaderland sterven, zonder dat er een haan (hij zelf ook niet) meer naar zijn ziekte kraait. Alleen blijven de bevriende families in stomme verwondering achter en wordt de jeugdige verloofde natuurlijk liefdezuster. Haar rampzaligen verloofde te verplegen en zijn laatsten zuchtop tevangen, was echter niet voor haar weggelegd. En zoo eindigt het boek, terwijl zij altijd maar niets er van begrepen heeft. Gelukkig voor haar, kan men zeggen, want er was toch een luchtje aan 't geval en een moord blijft altijd een bedenkelijk iets... nietwaar?
De heer Wagenvoort pleegt een dergelijke serie van ijselijkheden te schrijven, zooals hij vroeger zijn reisbrieven uit aller heeren landen neerpende nl. zonder overbodige bewogenheid. Het gaat hem alles glad en luchtig af, omdat hij den leeftijd te boven is, die nog aan zulke akeligheden gelooft. Wat niet belet, dat er hier en daar aardige bijzonderheden, uit het Italiaansche leven, als vanzelf, onder zijn pen opbloeien en men ook soms den aanleg voor een karakter gewaar wordt, welks verdere opbouw, wegens omstandigheden, geen voortgang had. Het geheel maakt dan den indruk van een feuilletonroman, eenigszins naar buitenlandsch model, een zeer romantisch getint verhaal, geplaatst in een zeer hedendaagsche omgeving. Op de markt zal er altijd naar zulke nijverheidsproducten vraag blijven, maar met de litteraire kunst hebben zij, met of zonder ‘woordkunst’, nietsniemendal te maken.
F. C.