Groot Nederland. Jaargang 17(1919)– [tijdschrift] Groot Nederland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 384] [p. 384] Kleuren. De wijde zee min ik in diep smaragd, In licht azuur verlang ik naar de sferen, Bij d'avond gloeit mijn ziel in stil schakeeren Der wondren die zij van den schemer wacht. Het is mijn drift die ros en donker dacht Het vochte land dat juist de ploegen keeren. In korenvelden wuift mijn goud begeeren En bloesems bloeien waar mijn wezen lacht. Dùs in het niets van starre majesteit, Dit metrisch spel van kristallijnen machten, Schiep onze liefde zich een waan van tijd Voor 't kleurig perspectief van haar gedachten, En ieder ziet en ieder hoort en lijdt Den broozen droom van dagen en van nachten. Albert Besnard. Vorige Volgende