Aanteekeningen van de redactie (en soms van anderen):
Wij ontvingen onderstaande circulaire.
Geachte Redactie,
Het zal u wel bekend zijn dat bij zeer vele kunstenaars ernstige grieven bestaan tegen de wijze waarop in dag- en weekbladen critiek van hun werk wordt gegeven. Al die grieven uit den weg te ruimen, staat begrijpelijkerwijze niet in uw macht, doch het Verbond van Nederl. Kunstenaarsvereenigingen komt ditmaal tot u met twee verzoeken, die, naar de Algemeene Vergadering van dat verbond meent, voor inwilliging vatbaar zijn.
1e. Het Verbond verzoekt u de noodige maatregelen te nemen, opdat alle kunstverslagen of recensies in uw blad met den naam des schrijvers worden onderteekend; zoowel de betrokken kunstenaars als het publiek zullen dan beter in staat zijn, zich omtrent de waarde van het geschrevene een oordeel te vormen.
2e. Het Verbond verzoekt den gecritiseerden kunstenaars toe te staan éénmaal kort en zakelijk repliek te leveren, welke repliek dan eventueel door een dupliek van uw zijde kan worden gevolgd. Thans doet zich dikwijls het geval voor, dat repliek door de redactie, die de critiek geplaatst heeft, wordt geweigerd, doch aangenomen door een andere redactie. De betrokken kunstenaar spreekt dan echter tot een geheel of gedeeltelijk ander publiek. Verdere toelichting overbodig achtend, verzoekt het Verbond tevens vriendelijk op dit schrijven althans eenig antwoord te mogen ontvangen en teekent,
Namens het Verbond voornoemd
de secretaris
J.L.M. Lauweriks.
Zich voorbehoudend elk geval op zichzelf te beoordeelen, meent de redactie van Groot Nederland, dat de voorslag in 't algemeen niet onredelijk is. Korte en zakelijke anticritieken wil zij dus bij gelegenheid gaarne opnemen, eventueel ook lange en zelfs onzakelijke, als zij maar niet onsmakelijk en vooral geestig zijn.