Groot Nederland. Jaargang 16(1918)– [tijdschrift] Groot Nederland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 239] [p. 239] Het wonder. Alle begeerten zijn nu zoet vervloeid Tot één trouw peinzen naar de zachter uren Waarin uw daden zijn als bleeke vuren, Uw troost een kroon is die droef-geurend bloeit. Mij wondt de wereld die mijn angst verfoeit, Mij schrijnt haar luidheid die 'k niet kan verduren. Ik zoek haar niet: ik wil alleen den puren En zoelen droom van u die niet vermoeit. Dat waarde droeg weleer is lang vervlogen, Geen boos en goed weet meer mijn mededoogen En haat verbleekte stil, een oude prent. Zoo heeft mijn vreezen zich tot u gewend, Naar 't vreemd begrijpen dier aandachtige oogen, 't Spreken dier stem die enkel liefde kent. J.G. Danser. Vorige Volgende