leste voor de reede van Singapore te brengen. De manschap wordt in het hospitaal gebracht. Maar met een nieuwe bemanning vaart de jonge man binnen twee dagen opnieuw uit voor het einddoel van zijn reis. -
Het kan een episode zijn uit het leven van den schrijver, die ons hier verteld is, en goed verteld is. Maar nog is hiermede niet de ondertitel ‘A Confession’, een bekentenis, verklaard, en ook de titel ‘The Shadow-line’ niet duidelijker geworden.
Wat is de diepere zin van dit verhaal?
In ieders jeugd, zoo begint de schrijver, wanneer de omringende wereld als een tuin is vol goede en kwade dingen die men gelijkelijk aanvaardt, komt er een oogenblik dat men ineens weet, dat de zorgeloosheid waarmede de jeugd tegenover het leven staat, een einde nemen moet. Het is een waarschuwing die ieder onzer ontvangt: ‘one perceives ahead a shadow-line warning one that the region of early youth, too, must be left behind.’
Een jonge man reageert daarop door een gevoel van onbevredigdheid met het bestaan; het is de kritieke tijd van rassche, onberedeneerde besluiten. De een verlaat, zonder te weten waarom, zijn werk; weer een ander trouwt plotseling....
Het is in zijn eigen tijd van depressie, dat de schr. dat onverwachte, benijde commando krijgt op het zeilschip. Die reis zal hem in het eerste groote levensgevaar brengen, maar ook de eerste groote levensles leeren in de manlijke ernst van de verantwoordelijkheid voor het leven van anderen.
Van die reis blijkt hij aan het slot der vertelling iets wonderlijks mede te hebben gebracht. Het gevoel van oud-zijn in de jonge jaren. Hij voelt dat zijn jonge hart oud is geworden, want dat hart heeft de vrees om het leven gekend. Die vrees zal hem er onder kunnen krijgen, zooals het zwakke hart van een zijner schepelingen voortdurend dien man tot voorzichtigheid, tot matiging maant. En hij begrijpt, wie de groote vijand in ons leven is: het hart, het gezonde of het zieke: ‘our common enemy’. Dóór die vrees moet hij zich ten koste van alles heenbreken; de groote vrees om het leven. En opnieuw vaart hij dus uit, nauwelijks uitgerust en met kapotte zenuwen....
‘A man should stand up to his bad luck, to his mistakes, to his conscience, and all that sort of things.’ Is dit de ‘moraal’ van het boek? Neen, dit is de bekentenis, de ‘confession’ van een zestigjarig man met de harde levenservaring die de groote zee schenkt. Hij heeft een avontuurlijk verhaal vertelt, èn het verhaal zijn eigen moreele overwinning.
H.E. Greve.