Groot Nederland. Jaargang 15(1917)– [tijdschrift] Groot Nederland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 556] [p. 556] Verleden door Albert Besnard. Herinnering aan feldoorvoelde accoorden Die nog naruischen in een vaag refrein: Een zweem van melodie als 'k ééns hoorde, Een lust die nimmer oploste uit zijn pijn, En telkens lokkend weer opnieuw bekoorde Doch geen gestalte werd noch vorm, noch lijn, Tot in weerbarstig vloeken ik ze smoorde Om alles wat gij mij hadt kúnnen zijn. Een schaamle balling onder lenteluchten Dwaal ik in eenzaamheid verwonderd rond, Beluister de betooverde geruchten Om 't ééne lied, dat ik niet meer hervond.... En drink om de oude roes die met u vluchtte Een wrang bedwelmen van een vreemden mond. Vorige Volgende