Groot Nederland. Jaargang 11(1913)– [tijdschrift] Groot Nederland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 226] [p. 226] In den tuin door J. L. Walch Bij witten muur in zomerlicht maar droomen naar den hemel heen... Mijn hoofd in 't windewuiven scheen een leliebloem, teer opgericht, die droevig op de luchten dreef - mijn hart is als een roode roos - warmte, gebet van windgekoos - die nauw nog deel aan de aarde bleef. O wind en wolken, vaart en draaft - mijn bleeke hoofd drijft mee gedwee, mijn roode hart, van warmte wee, weldadig wordt gelaafd, gelaafd... Wat eeuwig leeft in stille smart en eeuwig stille verder zwerft, dat weet wel wat mijn leven derft - neem mee mijn hoofd, neem mee mijn hart. Vorige Volgende