Groot Nederland. Jaargang 9
(1911)– [tijdschrift] Groot Nederland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 176]
| |||||||||||||||||||||
Geuren
|
Henri de Nancy, | luitenant-kolonel bij de huzaren, 52 jaar. |
Gérard, baron van Kerkem, | luitenant-kolonel bij de huzaren, 53 jaar. |
Beurtmans, | luitenant-kolonel bij de artillerie, 50 jaar. |
Marie, | 23 jaar, } kinderen van Henri. |
Johan, | 20 jaar, } kinderen van Henri. |
Alice Renkom, | 23 jaar. |
George van Velzen, | eerste luitenant bij de huzaren. |
Roester, | eerste luitenant bij de huzaren. |
Jaantje, | dienstbode bij de Nancy. |
Een dienknecht, offisieren. |
Eerste bedrijf.
Eerste Toneel.
Natellen.
Goed dan.
Dus in orde?
In de volmaaktste orde. Wil je 'n bewijs?
Dat doet me genoegen; maar.... verklaar me nu eens hoe je er toe gekomen bent je tot mij te wenden?
Je meent, omdat we te Breda nou juist niet als de beste vrinden gescheiden zijn en naderhand geen overbodig woord meer samen gewisseld hebben.
Juustement.
Ja, kerel, die geschiedenis van mooie Fientje uit de Veni, vidi, vici had kwaad bloed bij me gezet.
Ik heb ze toch niet gekregen.
Nee; maar je hebt geprobeerd ze me af te snoepen. Als je dat nou nog royaal-weg gedaan hadt.... in 'en eerlike wedstrijd, dan had ik 'et geslikt. A la guerre comme à la guerre; maar stiekem, achter
m'n rug d'r geld bieden.... meer geld dan ik toen geven kon.... nee, dat vond ik niet netjes en niet kameraadschappelik.
Jij hadt toen sukses genoeg bij de vrouwen. Ik zag niet in, dat je er Fientje ook nog bij moest hebben;
Hoor 's.... 't is zo lang geleden.... 'en zaak uit onze kwajongenstijd.... wat zullen we daar nou nog over napleiten. Toen ik te weten kwam, dat jij aan de Inspekteur toegevoegd was en dus naar den Haag zou komen, heb ik dadelik gedacht: zou van Kerkem me ook willen helpen? Ik had al bij verschillende lui snip gevangen.... hier bij 't regiment zitten geen duiten.... dat jij er warmpjes in zat was me bekend.... we zijn toch eenmaal vrinden geweest.... en.... toen heb ik 'et gewaagd.
Ik zou 't ieder ander geweigerd hebben; geloof dat vrij; maar dat jij juist 't me vroeg.... daar vond ik toch wat in.... iets pikants. Je hebt vroeger je slechte opinie omtrent mijn persoon niet onder stoelen of banken gestopt.
En nou zal ik 'et evenmin onder stoelen of banken stoppen, dat ik me volkomen in je vergist heb.... en dat ik je als 'en verdomd nobele kerel heb leren kennen. Wees daar gerust op. Bovendien.... steeds tot wederdienst bereid. Ga nog even zitten, steek 'en Havana op en neem 'en piereverschrikker. We hebben nog alle tijd. 't Is pas even tien en ik heb m'n paard besteld om kwart over elven.
Een sigaar sla ik niet af; maar voor drank zo vroeg in de morgen pas ik.
Niks te passen! Zal jij me 'n morgenborrel weigeren, jij, m'n ouwe akademie-vrind. En dat, nou je me net zo'n grote dienst bewezen hebt? Dat, op de verjaardag van onze Koningin? Moeten we nou al dadelik standjes krijgen net als vroeger?
Neem me niet kwalik. Te Breda was jij 'n standjesmaker; maar ik.... niet.
Dan 'en Vermouth. Drink of je beledigt me!
Dank je wel.
Jongen, wat ben je gesorteerd.
Ik doe graag alles in 't groot. 'en Zware?
Integendeel. Hoe lichter, hoe liever.
Steek dan één van deze kleintjes op
Uitstekend.
Wel verdomme, dat jij me nog eens uit de brand zoudt helpen! Zeg, kerel, ik weet niet hoe jij er over denkt; maar ik ben nog altijd bliksems in m'n schik, dat de ouwe heer van mij 'n kav'lerist heeft gemaakt. Sjieke uniform.... als je wat duiten hebt, mooie paarden rijen.... sukses bij de vrouwen.... geuren waar je je maar vertoont.... 'en mooier leven kan ik me niet voorstellen.
En 'en leven, waarin 'en mens er gemakkelik toe komt eens 'n paar honderd gulden te veel uit te geven. Wat?
Ja, kerel, rekenen en schrijven.... daar ben ik nooit biezonder sterk in geweest. M'n schrijftafel ligt er ook te vol voor. Met sabel en pistool kan ik beter terecht.
Is 't waar, dat jij verleden jaar onder de manoeuvres 'en champagnekurk door midden hebt geschoten, die door je adjudant op 'en pas of tien afstand werd opgegooid?
Ik heb 't geleverd en ik lever 't je weer. Maar.... je spreekt daar van geld te veel uitgeven. Je hebt toch geen angst voor je tienduizend pop?
Daar doelde ik niet op.
De zaak is maar, dat voor 't ogenblik m'n hele kapitaal vast ligt. Alles in prolongatie om m'n slag te kunnen slaan in de petroleum.
O, spekuleer je.
Als je 't zo noemen wilt; maar dat de petroleum-aandelen nog rijzen moeten, dat staat wel zo vast als 'en muur. 't Is alleen maar de vraag wanneer. En om 't nou uit te kunnen zingen heb ik wat kontanten nodig.
Dus nog altijd vertrouwen in je geluksster.
Boffen, kerel, dat is durven en anders niks!
Je praat zowaar nog net als toen je kadet was. Toen kon je ook aardig wat duiten aan! Wat hieldt jij van wedden en spelen! Ik heb dikwels gedacht, dat je 't nooit tot ofsier zou brengen.
Dan heb je me nooit goed gekend.
't Is waar, midden in je wildste grappen en je dolste liefdesavonturen bleven je zinnen toch op de militaire Willemsorde gezet.
Juist. Dat heeft er bij mij altijd ingezeten. Genieten wou ik zoveel ik kon; maar tegelijk soldaat zijn met hart en ziel.... flink kav'lerist en geen salonheld. Verdomme, nee! Wat heb ik toen verlangd naar 'en algemene Europese oorlog! Weet je 't nog?
Ja, dat was ook 'en stokpaardje van je. Over 'en briljante charge van de Nederlandse kavalerie, waarbij horen en zien je vergaan zou en waarvan niet één huzaar terug zou komen, kon jij met 'en smaak praten, of 't maar 'en sirkusvertoning was.
Dan dacht ik me heel Europa als toekijkend publiek! En de lust, die ik dan kreeg om al wat me in de weg stond omver te rijen en neer te sabelen. Nou.... toen ik inzag, dat ik daar in Nederland zelf vooreerst geen gelegenheid voor zou hebben, ben ik m'n Willemsorde maar in Indië gaan halen.
't Is je gelukt ook.
Ook 'en talent.
Maar dat kruis benijd ik je.
Had je ook laten detacheren.
Makkelik praten, jij met je ijzersterke karkas. Mij had die hitte gauw gesloopt.
Of ik! Mijn meisje was kersvers uit Nederland aangekomen. Dat is de enige dwaasheid geweest, die me ooit heeft berouwd.
Ben ik ook; maar ik had 'en andere vrouw moeten nemen. Wij tweeen pasten niet voor elkaar. Zij was me te geleerd en ik was haar te veel soldaat. Ik ben er waarachtig toe gekomen haar te bedriegen. 't Was lelik van me.... verduiveld lelik.... vooral, omdat er in 't geheel geen liefde bij in 't spel was. Maar ze ergerde me. Ze ergerde me, omdat ze me nooit 'en kwaad woord zei, terwijl ze me toch merken liet, dat ze al wat ik zei en al wat ik deed verkeerd en dwaas vond. Met d'r mooie blauwe ogen keek ze me maar stil en strak aan.... en juist dat zwijgende aankijken.... daar was iets vernederends in, dat.... (met een wegschuivend gebaar) ach, ze is dood en ze heeft 'et goed met me gemeend.... dat zal ik altijd erkennen; maar we pasten nou eenmaal niet voor elkaar.
En nu doet je dochter Marie de huishouding, wat?
Uitstekend hoor; geen huisvrouw, die 't haar verbetert.
Nee, in mijn kamer heers ik alleen. Maar dat kind is 'en schat,
hoor. Ja, als ik Marie niet had! Ze is anders krek d'r moeder; maar minus de geleerdheid. Die mist ze van d'r vader.
Nu, ze heeft toch ook wel iets positiefs van jou. Ik heb jullie eergisteren samen zien draven en....
O, te paard! Dat is mijn werk. Te paard zou je nooit zeggen, dat ze zo'n fijngevoelig poppetje was.... zo'n echt kruidje-roer-meniet.... overdreven teerhartig.... en dadelik wanhopend. Heugt 'et je nog, dat ik als kadet 'et al zo bedonderd vond medelijden te moeten hebben. Nou.... met haar heb ik om de haverklap medelijden en als je wist hoe beroerd me dat maakt. Soms word ik dan kregelig tegen haar, wat natuurlik heel onrechtvaardig is en wat me dan ook weer hindert.
Ze leek me heel zacht, dat is zo. Je weet, dat ik gisteren avond bij de familie van Hoven haar kennis heb gemaakt.
Dat heeft ze me verteld.
En tegelijkertijd met je gewezen pupil, freule Alice Renkom. Sapperloot, wat is dat 'en mooie vrouw!
Wat 'en paar ogen heeft die meid in d'r kop! En jolig! Die haar krijgt, hoeft zich niet te vervelen.
Heb je haar in huis genomen?
Nee, dat was me te lastig. Na de dood van d'r moeder heb ik ze bij d'r tante gedaan; maar af en toe komt ze logeren.
Ze is zeker al in stilte geëngageerd?
Waarachtig niet. Ten eerste heeft ze geen duiten en ten tweede durven de meesten haar niet aan. Want ze weert zich! Geloof dat vrij.
Zo.... ZO.... is ze nog te krijgen. Dat hoor ik met ge noegen en....
Te krijgen.... te krijgen.... dat gaat zover als 't voeten heeft. Al is ze meerderjarig.... als gewezen toeziende voogd.... heb ik toch m'n plan met d'r.
O, dat verandert. Zeker voor je zoon, wat?
Als die maar wou. Schatrijk zal ie niet zijn; maar arm evenmin. Dus....
Tot m'n verwondering hoorde ik, dat ie geen ofsier wordt.
Ach, spreek me daar niet van. Dat is de grote bedonderdheid van m'n leven Wat ben ik trots op die jongen geweest, toen ie nog in z'n wieg lag en ik 'em al als kav'lerist te paard zag zitten. Geuren zou ie! Die kleine krullebol was m'n afgod. Wie me toen iets kwaads van de bengel had durven zeggen, zou onmiddellik 'en slag op z'n bakkes hebben gehad. En nou.... op 't ogenblik is ie als reservist bij de jagers en wil je geloven, dat ik de kriebel al krijg als ik de jongen maar zie binnenkomen?
Misdraagt ie zich dan?
Deed ie 't maar. Dat is juist 'et beroerde. Geen aanmerking kan ik 'em maken. Ik niet en niemand. Schulden heeft ie niet, drinken en spelen doet ie niet, roken evenmin; met vrouwen gaat ie niet om en nooit heb ik 'en klacht over hem gekregen.
Wel wis en drie. Is dat nou 'en jongen waar ras in zit? Krek z'n moeder! Die was ook zo volmaakt! Ik voelde me altijd d'r mindere en toch heb ik nooit de gedachte van me af kunnen zetten, dat al die deugdzaamheid maar huichelarij of ziekelikheid of treiterderij was.
Dat hoeft toch niet.
Ach watt Kan jij 'en jongen van twintig jaar je voorstellen, die niets doet en niets doen wil dan studeren? Ik niet. De lummel kent, God betere 't, al Maleis en Arabies.
Die Snouck Hurgronje heeft 'em de ogen uitgestoken.
Snouck Hurgronje? O, wacht 's. Die is immers als Arabier verkleed in Mekka geweest?
Juist. Later heeft ie 'n rol gespeeld in Atjeh en nou is ie professor.
Nu.... als je zoon dat voorbeeld volgen wil.
Onzin! Weet je wat de jongen wil? Van mij wegkomen en liefst zo ver mogelik.
Nu geloof ik, dat je tegen je zoon ook onrechtvaardig bent.
Dat ik hem niet begrijp, zal wel waar zijn. Ik snap geen steek van 'em. En ik verdenk 'em natuurlik van allerlei leliks. Weet je wat z'n enig, plezier is? Dood-alleen grote wandelingen maken. Hij dweept
Ach wat! Dat de frisse lucht 's morgens lekker is als je de vorige avond te veel grok hebt gedronken en dat de zon te Scheveningen mooi ondergaat.... akkoord van Putten; maar voor de rest.... gras, bomen en lucht.... altijd en overal 't zelfde. Mij maak je ook niet wijs, dat 'en gezonde jongen van twintig jaar zonder bijbedoelingen lid wordt van zo'n malle boel als die Rein-leven-rommel.
Wat is dat?
Weet ik 't. Waarschijnlik zo'n vereniging van sonnetten-dichtende schoolmeesters en andere onmogelikheden. Rein-leven! Goddome! Ze hadden er mij eens mee moeten aankomen toen ik twintig was. Aan 't hoofd van alle mooie meiden die ik kende, had ik ze 'en serenade met ketelmuziek gebracht. Je snapt toch, dat al die scheinheilige lui geheime ondeugden hebben.
Waarom? Als dat waar was, zou je zoon niet willen werken en geen ambitie hebben. Trouwens, als hij verliefd is op je mooie expupil Alice.
Tweede Toneel.
Goeie morgen! Neem me niet kwalik, dat ik onaangediend binnenkom. Ik heb wat haast. Het meisje hield de deur open en....
En jij hebt geen plichtplegingen gemaakt. Groot gelijk. Ga zitten....
Wat zie ik? Gérard van Kerkem.
Hoe gaat 't, Beurtmans?
Uitstekend. Dankje. Wel, wel, dat vind ik aardig. Zo lang elkaar niet gezien.... ik had al van je benoeming gehoord; maar....
Ga nou toch zitten. Een morgenborrel... 'n sigaar?
Geen van beiden en heus, ik heb haast.
't Is waar, jij bent ook een van die vervelende kerels, die niet roken en niet drinken. Maar wat kom je dan eigenlik halen?
Je paard.... je zwarte. Mijn bruine is kreupel. Zou ik voor één keer bij de parade jouw zwarte mogen rijden?
Als je me belooft d'r niet af te kukelen.
Volgens de Nancy is er bij de artillerie niet één goeie ruiter.
Jullie zijn allemaal veel te geleerd om goed op 'en paard te kunnen zitten.
Hardenberg moest 'et niet horen.
Dat die goed te paard zit, is geen wonder.
Doe dat.
Hebben jelui 't al gehoord van van Tongeren?
Gepasseerd?
Gepasseerd. De Berk krijgt het tweede regiment.
Ja, hoor 's, als je dwaas genoeg bent je kolonel een flater onder z'n neus te wrijven....
Dan ben je toch nog niet ongeschikt zelf kolonel te worden.
Nee, maar discipline en rechtvaardigheid.... ze zijn altijd getrouwd; maar 't huwelik is zelden gelukkig.
En dus moet volgens jou de rechtvaardigheid maar altijd 'et hoofd buigen.
Voor de discipline.... in dienst.... ja.
Zou jij dan stil berusten als je van Tongeren was?
Dat nou weer niet. Ik hing eerst m'n uniform aan de kapstok en dan zou m'n gewezen kolonel er onder uit moeten komen. Op de lat!
Duelleren? Neen, vrind, dat is uit de mode.
Ik ben 't met jullie geen van beiden eens; maar.... als ik nu je zwarte niet haal.... Adieu, van Kerkem! (geeft hem de hand).
Tot ziens.
Ook al verkikkerd?
Vraag ze. Hij vertelt me daar net, dat er nog geen kaper op de kust is.
Maar dat wil niet zeggen, dat hij ze krijgt,
Hoe weet je dat? Ze is toch meerderjarig. Ze kan nemen wie ze wil.
O, meedingen mag ie.
Ik ook?
Jij en hij en alle ofsieren van 't garnizoen.
Maar ze krijgen ze geen van allen.
Wie is dan de onbekende ridder, die ze wel krijgen zal?
Dat intrigeert mij nu ook.
En dat komen jullie nou vooreerst niet te weten.
Nu.... wat mij betreft kan je anders gerust zijn.... Ik ben veel te oud voor zo'n jong ding.
Wat? Twee jaar jonger dan ik en nou al te oud voor 'n jonge vrouw?
Juist. Te oud.... en te wijs ook. Adieu, heren.
Adieu.
Derde Toneel.
Waarom beken je nu niet ronduit, dat je mooie ex-pupil de vrouw moet worden van je zoon?
Omdat ik 't hem niet bevelen kan. Dat ik me al lang in m'n kop heb gezet die twee tot 'en paar te maken.... dat is zo. Juist, omdat ik niet weet hoe ik 'et met Johan heb, zag ik 'em liefst zo gauw mogelik getrouwd.
Dus is hij 't, die niet wil.
Verdomd als ik 't weet! Als ze hem bij toeval eens aankijkt of aanraakt, wordt ie soms zo rood als 'en kreeft, en toch gaat ie haar zo ver mogelik uit de weg. Denk je, dat ze ooit 'en aardig galant woord van hem krijgt? Nooit, hoor. Dikwels is ie zelfs meer dan onbeleefd.
Vriendlief, dat zijn juist de verlegenheidssimptomen van de liefde.
Ach wat! Kan ik nou 'en zoon in de wereld hebben geschopt, die verlegen is? Ik zou me schamen.
't Zou me niets verwonderen als jij hem verlegen maakte. Maar.... als je 'en andere pretendent voor je ex-pupil zoekt, denk dan eens aan mij.
Dat zou je wel willen. Geen bok zo oud of ie lust wel 'en, groen blaadje, hè? Jij hebt er anders al genoeg opgepeuzeld.
Vierde Toneel.
Wat is dat voor 'en invasie.
Ik heb haar nog gezegd: papa heeft bezoek.
Dus boos opzet. Daar staat straf op.
Dan wordt de executie uitgesteld; want eerst wil m'n vriend overste van Kerkem jullie begroeten. Mijn dochter Marie en mijn expupil Alice Renkom.
Hoe maken 't de dames sinds gisteren? Goed gerust na de vermoeienissen van den avond?
Ja meneer van Kerkem, er is meer gepraat dan gedanst.
Mij heeft 'et niet gespeten.
Mij eigenlik ook niet.
Ik houd van allebei: flirten en dansen.
Maar wat waren jullie nou van plan met die brutale bestorming? Mijn kamer eens opredderen?
We wilden 't oflsiersboekje vermeesteren.
Om te weten te komen wie 't eerst kolonel wordt: van Kerkem of ik? Dat zal ik je zeggen: hij is me een jaar vooruit.
Dank voor de mededeling; maar we zoeken nog naar iets anders.
Wat?
Dat zeggen we niet. Marie.... geen verraad, hoor.
Eerst biechten; anders krijg je 't boekje niet.
Dat denkt u maar.
Wel verd..!.
Henri, Henri, de mooie meisjes worden je te vlug af.
Eerst de teugels vieren en dan op eens inhouwen.
Alsof ik hier nog nooit inspektie had gehouden! Ik weet meer dan u denkt.
Betaal dan losgeld.
Eer ik gevangen ben? Dat kan u begrijpen!
Daar zal de wildzang toch voor boeten.
Vadertje, zet nu maar geen grote mond op; u is toch veel te dol op Alice.
Ja ja; maar ze bederft jou ook.
Niet meer dan u zelf me bederft. Dag, meneer van Kerkem.
Vijfde Toneel.
Aardig zo'n paar jonge veulens, hè? Ja, dat m'n vrouw me dat kind, die Marie gegeven heeft.... mijn levenlang zal ik er haar dankbaar voor blijven.
Zoo heel lang zal je haar anders niet meer houden.
Wat weet jij daarvan?
Weten.... niets; maar zo'n aardig gezichtje, zo'n zacht aanhankelik karakter en dan.... wat geld. Het verwondert me maar, dat ze nog niet geëngageerd is.
Nou.... in stilte is ze 't al.... laat me liever zeggen: is ze 't al geweest.
Aha. Dus afgemaakt.
Dat is 'en belabberde geschiedenis. Je zwijgt er over, niewaar.
Je kunt haar toch niet verbieden te trouwen, nu ze meerderjarig is.
Wel met 'en kerel, die haar naar de wilden wil brengen.
De wilden? Hoe dat?
Wel, hij heeft voor konsul gestudeerd en nou willen ze hem naar Honoloeloe zenden. Honoloeloe.... Honoloeloe.... ik laat me hangen als ik presies weet waar dat is.
Dus geen geld.
Een polletiek en geen sou.
Dat is niet fraai; maar als de liefde in 't spel komt....
Ach wat, de liefde! Heel aardig; maar dat gaat wel over. Naar Honoloeloe! Wel zeker. Ik zal gek zijn. Voorloopig houd ik ze voor mij. Ik kan ze ook niet missen. Er moet toch 'en vrouw in huis zijn.
En later? Had je liever 'en kavallerie-offisier?
Dat spreekt toch.
Goddome.... is me dat nou weer 'en houding!
Geef mij maar de hand, jongmens. Aangenaam kennis te maken.
Wat 'en houding, hè?
Och, kom, papa, als d'r oorlog komt, is 't maar de vraag of iedereen z'n plicht wil doen, goed schieten kan en z'n hersens gebruikt. Soldaat-zijn is geen heksewerk.... dat zie je aan de Boeren.... en met mooie pakjes en parade-dressuur houwen we de vijand niet uit 'et land.
Ja wel; maar.... dat wij.... als 't ernst wordt.... geen vijand kunnen staan.... wáar is 't.... al zou ik dat in 't publiek niet durven zeggen.
Kerel, als ik dat met je eens was.... geen dag langer hield
ik mijn uniform aan. De vijand.... de vijand.... 't is toch maar de vraag tegenover welke vijand we komen te staan... met welke bondgenoten. En dan.... met ere ondergaan tel je dat voor niks?
Wanneer 't tot ondergaan komt, laat de eer me vrij koud.
De dienst vóór alles.
Tot straks dan
Blijf boven. Ik kom er wel uit.
Zesde Toneel.
(op de bankbiljetten wijzend, terwijl Henri staande een krant inkijkt). Wat 'en geld!
Ik ben blij, dat u ruim bij kas bent. Of.... hebt u dat geld geleend?.... Van die vriend misschien.... die van Kerkem?
Gaat 'et je wat aan?
Ik wou u maar waarschuwen, dat ik toevallig niet veel goeds van die overste heb gehoord. Hij moet 'en echte lammeling zijn, die voor enige jaren in Leiden....
Daar wil ik niks van weten! Ik ken van Kerkem als 'en nobele kerel en daarmee uit!
Goed, ik zwijg; maar wat me meer hindert.... dat is de aanblik van die jeneverkruik. Hè, papa, dat goed is zo slecht. Dat u vóór 't eten eens 'en glaasje neemt.... in Godsnaam.... maar 's morgens vroeg al en op uw leeftijd....
Wat leeftijd! Ik ben nog niet zo'n ouwe vent als jij.
Als u maar eens wilde lezen hoe schadelik alkohol op de hersenen werkt.
Ik heb er nog nooit iets van gemerkt en aan de wijsheid van jouw schriftgeleerden heb ik gewoon maling. Misschien kan jij geen borrel verdragen; maar als 't er op aankomst m'n jongen, ga ik nog voor geen drie van jouw soort uit de weg. Geloof dat vrij.
Wat heeft dat er nu mee te maken? Is dat nu redeneren? Als ik u eens 'en ernstig bedoelde raad geef, denkt u altijd, dat ik u iets onaangenaams wil zeggen. U is heel krachtig; maar ik wil immers juist, dat u 't zo lang mogelik blijft.
Nou ja, nou ja; zorg maar voor jezelf. Ik weet wel, dat je 't goed meent; maar je moet me niet schoolmeesteren. Daar kan ik niet tegen.
Schoolmeesteren? Een zoon z'n vader?
Mensen, die zo vrij van alle ondeugden zijn, doen dat altijd. Maar over wat anders gesproken. Hoe sta je nou eigenlik met Alice?
Sta nou niet zo beteuterd te kijken, of je 't onderscheid tussen 'en man en 'en vrouw nog niet kent. Alice is 'en aardige en verflikst mooie meid. Schuw uitgevallen zal wel niemand ze noemen en in de laatste tijd doet ze tegenover jou bepaald avances. Merk je dat niet, of wil je dat niet merken?
Zeg, ben jij van plan te wachten tot 'en vrouw je om de hals valt? Dan kan je je reine leven wel tot je tachtigste jaar volhouwen.
Ik ben van plan geen meisje 't hof te maken, eer ik 'en goeie positie heb en haar kan onderhouwen.
Verdomd mooi gezegd; maar 't zou akelig verstandig voor je leeftijd zijn als je 't meende. Kom, biecht eens op. Ben je te bleu-bang voor Alice of heb je soms 'en scharrel aan de hand en kan je of wil je daar niet af? Flap er de waarheid maar uit. Ik ben geen vader als 'n ander.... geen boeman. Van jeugdige dwaasheden snap ik alles. Nog liever hoor ik, dat je met drie vrouwen hebt aangelegd dan met geen een.
Ik kan alleen herhalen, dat ik geen plan heb 'en meisje 't hof te maken, eer ik in staat ben 'en vrouw te onderhouwen.
Maar verdomme! Denk je dan, dat Alice daarop wachten zal?
Wie zegt u, dat ik Alice tot vrouw wil?
Wie me dat zegt? Dat zeggen me m'n ogen. Zo'n frisse, mooie, appetijtelike meid, zo'n aardig, jolig dier met zo'n paar gloeiende kolen in d'r kop en die zou jou, 'en gezonde jongen, aankijken, toelachen, aanhalen zonder dat je er warm van liep en er gek van werd? Maak dat je tante wijs! Als ik 'et geloven moest... begrijp je niet, dat ik dan allerlei beroerde dingen van jou zou moeten denken? Kom, zit je maar niet in stilte op te vreten; maar vertel me wat daar achter zit. Als je niet stormen wilt, dan kan je de stelling omtrekken; maar waar een wil is, dat weet je, daar is ook een weg. Wil je Alice of heb je 'n ander?
Noch 't een, noch 't ander.
Daar blijf je dus bij? Wel, God vergeef me!
Wat vertelt u? Tegen Alice.... mama? Ik? U wil....?
Verloren gaan laat ik 'et mooie kind niet.
Maar m'n hemel, papa.... u is 52 en zij 23.
Ik ben 52 en jij 20. Willen we konkureren? Mij is 't goed. Ik durf de strijd nog wel aan, hoor. En ongeoorloofde middelen zal ik niet gebruiken; daar kan je staat op maken. Zij zal volkomen vrij beslissen. Dat ik haar toeziende voogd ben geweest, zullen we alle drie vergeten.
Al te gek.... dwaasheid....! Wel verd..... Ik houd wel van 'en grap; maar nou zal je 't toch eens beleven, dat 'et me ernst kan zijn ook! Dat op 't ogenblik Alice nog 'en goed oogje op je heeft, is zo klaar als de dag. Je hebt dus twintig punten minstens op de honderd voor. Maar van nou af dien je je beste been voor te zetten of je verliest 't spel toch.
Ik ben niet van zins dit spel met u te spelen.
Maar ik wel met jou.
U zult wel zo wijs zijn er bij tijds een eind aan te maken.
Tart me niet, ventje! Jij bent de eerste niet, die 't probeert, en je zou de eerste niet zijn met wie 't slecht afliep.
U weet even goed als ik, dat Alice aardig en vrolik is; maar ook.... lichtzinnig.
Ben je bang voor de jeugd, trouw dan 'en vrouw van zestig; maar.... trouw!
Zevende Toneel.
Vadertje, als u niet op uw tijd past, komt u te laat in de kazerne.
Dankje, moedertje, je hebt gelijk. Ik moet me haasten.
Zeker, zeker.
Om u te bewonderen in uw nieuwe uniform?
Zit deze niet prachtig? In Berlijn gemaakt. Kijk jij maar eens goed. Als vrouw heb je er natuurlik verstand van hoe kleren moeten zitten. Best, hè? Geen enkele valse plooi. Overal meegaand met de lijnen van 't lijf. En wat 'en lijnen! Alles echt spul, hoor.
Heb ik vadertje niet goed gekonserveerd?
Ja, ja, laat de tegenwoordige jongelui maar opkomen. Rein leven, komplimenten! Slappe touwtjes in plaats van spieren en geen plaats voor lucht in d'r longen. Vergelijk mijn uniform eens met die van Johan. 't Is waar, zo'n infanteriejas staat altijd minder elegant. Onze uniform is de mooiste van 't Nederlandse leger; maar
Wat 'en soldaat, hè?
En voor mij is er geen mooier dag in 't jaar dan de 31e Augustus als ik denken kan, dat onze Koningin trots is op d'r ofsieren.
Wat ik zo aardig van u vind is, dat u niet alleen zo'n jeugdig figuur heeft, maar ook nog zo'n jeugdig hart.
Ja, dat heeft papa.
Een hart, dat nog vurig klopt voor alle mooie meisjes. Weet je hoe ik dat bewaard heb? Door geen Arabies of Maleis te leren. Mijn liefhebberijstudies zijn altijd geweest: de peerden en de vrouwen.
Om ze allebei te dresseren?
Juist plaaggeest; maar met zulk 'en zachte hand, dat ze er geen van beiden wat van merkten.
En is u dat altijd gelukt?
Altijd. Wil ik jou ook eens dresseren?
Gekheid; met de liefde dresseer je iedere vrouw.
Ik geloof nog eer: iedere man.
Weet je wat ik wou?
Zegt u dat eens?
Dat ik niet uit moest trekken voor 'en parade; maar naar de grenzen voor 'en oorlog. Dan zou jij me om m'n hals vliegen, me op m'n mond zoenen en dan zou je zeggen: keer terug als overwinnaar of sterf als held.
Ja, dat zou ik.
Juist Alice, zo is 't beter.
Jij bent nog eens 'en meid om mee uit vissen te gaan.
(zittend zijn schouders ophalend en meer verlegen dan onverschillig). Och!
Als u nu niet ogenblikkelik gaat, komt u te laat en krijgt u 't met de kolonel aan de stok.
Ik poets 'm.
Zo, dat begint er naar te lijken.
Achtste Toneel.
Ja, in politiek maakt ie lang niet zo'n goed figuur.
Ik begrijp maar niet, dat iemand, die zoals hij, in Indië dapper gevochten heeft, hier nog liefhebberij heeft in zo'n laffe paradevertoning.
Een militair kan toch niet altijd vechten. In vredestijd moet ie geuren; dat hoort even goed bij het vak. Zeg Jo, je papa heeft gelijk.
Die uniform hangt je als 'en zak om 't lijf. Kijk nu die plooien eens aan... en die wijde kraag.
Zeg eens Jo, zo minachtend hoef je van papa niet te spreken.
Ik minacht papa in 't geheel niet. Hij minacht mij.
Jullie bent wel erg uiteenlopende naturen. Als jij nu eens naar de grenzen moest trekken, zou je dan ook willen, dat ik je een kus op je mond gaf en zei: keer terug als overwinnaar of sterf als held?
Wie papa zoenen wil, hoeft 'et mij niet te doen.
Negende Toneel.
Och Alice. plaag Johan niet zo. Daar kan de jongen niet tegen. Hij is nu eenmaal, net als ik, erg teergevoelig en schuchter. Dat hebben we allebei van mama.
Ik doe hem toch geen kwaad. Dat kontrast tussen vader en zoon lijkt me zo grappig. 't Is wel te begrijpen, dat die twee niet goed met elkander overweg kunnen.
Als je wist hoe dat Johan hindert. Hij wil van papa houwen en toch kan hij 't niet met hem vinden. Dit is ook de voornaamste reden waarom hij naar Indië gaat.
Jij kunt wel met je papa overweg; is 't niet?
O ja, met al z'n eigenaardigheden is papa toch 'en beste man.
En een vader houdt altijd meer van z'n dochter dan van z'n zoon. Zeg.... zou je papa nooit z'n toestemming geven tot je huwelik met Hoogveen?
Och, ik weet niet; papa heeft weinig met hem op. Papa vindt eigenlik iedere man, die geen militair is, een minderwaardig individu.
Dan was 't nog zo gek niet van mij, dat ik van nacht zei: jij wordt nog eens barones van Kerkem.
Maar Alice, die man denkt er niet aan me te vragen.
Met wie heeft ie zich gisterenavond 't meest beziggehouden?
Met mij, omdat hij 'en vriend van papa is; maar z'n ogen waren voortdurend achter jou aan en als jij niet zo druk gedanst hadt...
Zou ik in jouw plaats er hem wel toegebracht hebben me te vragen.
Zou jij hem dan willen hebben.... 'en man, die zoals je zelf uit 'et offisiersboekje gezien hebt al drie en vijftig jaar is?
Met beide handen nam ik hem aan. Denk toch eens na: baron, schatrijk, in 't volgend jaar kolonel, wie weet hoe gauw dan generaal, je komt aan 't hof....! Goeie hemel, kind, wat kan je meer verlangen?
Sijfer jij de liefde dan helemaal weg?
Wel neen; maar op 'en man verliefd zijn en 'en man trouwen, dat zijn toch twee hemelsbreed verschillende dingen. Mijn ideaal zou zijn 'en sjieke, rijke man te hebben voor je positie in de wereld en dan andere mannen.... vandaag de een en morgen de ander.... om verliefd op je te maken. Ik zou ze natuurlik op 'n afstand houwen. O ja. Want spelen met vuur is heel aardig; maar je vingers branden ... dat doet pijn.
Hè, wat heb jij toch rare invallen! Heus, jij maakt 'en mens helemaal in de war. Wanneer ik jou zo hoor spreken, is 't me soms net, of al wat ik tot nogtoe zelf heb gedacht, kinderachtig en belachelik was.
Dat komt, doordat jij alles veel te sentimenteel en veel te gewoon opvat. Je moet 'en beetje fantazie in je leven brengen; anders is 't leven de moeite niet waard.
Ik heb toch heel andere idealen dan jij. Dat ik sentimenteel ben.... ja, daar heb je wel gelijk in; maar....
Wat voor raad heb je nodig? Hoogveen heeft je gevraagd. Je papa zegt neen, omdat de jongen geen militair is. Maar als jij zoudt zeggen: hem en geen ander, dan zou je papa wel toegeven, want van jou houdt ie nog meer dan van Johan. In plaats daarvan zwijg je stil.
Omdat ik eigenlik zelf niet weet wat ik wil.
Ja, dan....
Ik zou er vreselik tegen opzien om naar Honoloeloe te moeten gaan; dat is zeker. Zo ver weg.... naar de Kanaken.... zo'n griezelig bruin volk.... dan papa te moeten verlaten.... papa, die nog wel flink is, maar toch ook 'en dagje ouwer wordt.... en die zo'n behoefte heeft aan mensen.... jonge mensen om zich heen. Neen! Wil je geloven, dat ik 'et soms 'en misdaad van me zou vinden als ik papa alleen liet?
Ergo, je wilt Hoogveen niet, net zoals ik zei.
Maar toch houd ik heus van Frits. Ik geloof ook wel, dat ik met hem gelukkig zou kunnen zijn. Maar is dat nu de ware liefde? Ik
vraag 'et me zo dikwels af en toch weet ik 'et niet. Ach, ik ben zo'n raar mens. Doorgaans begrijp ik me zelf niet.
Dat geloof beduidt niemendal. Wie verliefd is, hoe weinig dan ook, gelooft altijd, dat ie gelukkig zal worden als ie 't voorwerp van z'n liefde maar krijgen kan.
Daar heb je misschien wel gelijk in. En als papa dat huwelik niet goed vindt.... Maar.... van de andere kant beschouwd, wat kan papa nu eigenlik tegen Frits inbrengen?
Je papa? Dat weet ik niet. Mij zou hij te jong zijn.
Vijf en twintig jaar.... vind je dat te jong?
Veel zelfs. Om te trouwen altans. Om te flirten.... dat is iets anders. Flirten is juist met jonge mannen 't alleraardigst; maar trouwen.... neen kind, als je van mij 'en raad aan wilt nemen, trouw dan niet met 'en jonge man.
Daar heb je nu weer zo'n vreemde inval! Waarom niet?
Wat heb je van 'en jonge man te verwachten? Ten eerste, dat ie je heel gauw met z'n overdreven verliefdheid verveelt. Want hoe aardig verliefdheid ook is, als 'en man de hele dag wil zoenen en vrijen, dan krijg je o, zo gauw genoeg van hem. Dan.... zet zo'n jonge man je direkt in de kinderen, wat je oud en lelik maakt en je niets dan zorgen, verdriet en allerlei lasten bezorgt. En ten slotte komt er nog bij, dat 'en jonge man je binnen kortere of langere tijd zonder enige kwestie bedriegt.
Waarom?
Omdat 'en jonge man nu eenmaal niet trouw kan zijn. Nu.... wat moet je dan doen? Standjes maken helpt niets; hem van jouw kant bedriegen brengt je in allerlei moeilikheden; scheiden, dan leg jij 't lootje voor zijn gedrag.
't Kan alles waar zijn; maar trouwen uit berekening.... al is 't ook nog zo verstandig.... o neen, neen, ik geloof niet, dat ik daartoe in staat zou zijn.
Ga dan tegen de zin van je papa armoe lijen onder de Kanaken.
Denk 'et toch eens in: van de morgen tot de avond te moeten samen zijn met 'en man voor wie je geen liefde kunt gevoelen!
Dat went wel. Trouwens, als je dan verliefd wordt, ga je van zelf aan 't flirten en als je 'en poosje geflirt hebt, is je verliefdheid ook vanzelf bevredigd.
Neen Alice, daar geloof ik niets van.
Omdat jij nog nooit geflirt hebt.
Dat kan zijn. Ik ben nu eenmaal heel anders dan jij. Ik zou mijn man onmogelik ontrouw kunnen worden.
Flirten is geen ontrouw.
Dat scheelt toch niet veel. Weet je wat ik zou verlangen.... wat mijn ideaal zou zijn? Stille huiselike gezelligheid met 'en man van wie ik dol veel zou moeten houwen.
Pas dan maar dubbel op. Gevoelsmensen, zoals jij, bederven meestal door hun gedweep hun hele verdere leven.
Daarom geloof ik, dat 'et voor mij 't allerbeste is, stilletjes bij papa te blijven. Die houdt van me en heeft me eigenlik nog 't meest van allen noodig.
Jij moet 'et weten.
Maar dat jij zo boud over alles durft spreken.... ik begrijp er niets van. Heb jij zoveel meer ondervinding dan ik?
Ik heb romans gelezen en m'n ogen de kost gegeven. En wie zich aan 'en ander spiegelt.... Maar stil: hoor ik daar geen muziek?
Ja, ze komen.
Wat spelen ze toch? Ik ken die wijs.
De Habanera uit Carmen. Si tu ne m'aimes pas, je t'aime; si je t'aime, prends garde à toi.
Daar komt de paukenist te paard om de hoek. Hoe aardig, dat slaan op de pauken onder 't rijden.
En daar komt de kolonel met z'n staf.
En papa! Kijk, hij laat z'n vos dansen.
Toch 'en zeldzaam mooi figuur te paard, die papa van jou. Hij is de sjiekste van al de offisieren van 't regiment.
Hij groet!
Tweede bedrijf.
Eerste Toneel.
Ik heb je jawoord en dat geef ik je niet terug.
Jawoord.... jawoord. Ik heb voorlopig toegestemd; maar zolang we niet samen op 't stadhuis geweest zijn, kan ik nog best een ander nemen.
Zeg 's.... nou geen malligheden! Jij 'en polletiek trouwen.... zo'n afgeleefde graaf.... ben je van lotje getikt!
Een graaf van zowat dertig jaar.... en schatrijk.... die me zo'n vurige brief schrijft....
Geen sprake van.
Zo grof? Ik denk er niet aan.
Wees voorzichtig! Je pupil ben ik niet meer, je vrouw ben ik nog niet.... je bevelende toon is dus zeer misplaatst.
Worden al m'n voorwaarden dan aangenomen?
Allemaal!
Ekipage.... een dogcart, een rijpaard en ieder jaar 'n mooie reis van minstens vier weken....
Als ik verlof kan krijgen.
Afzonderlike slaapkamers.
Naast elkaar.
Gescheiden door 'en deur, waarvan ik de sleutel houd en.... Marie... het huis uit. Op kinderen ben ik toch al niet gesteld en dan dadelik voor mama te moeten spelen over 'en dochter, die even oud is als ik....
Nee, dat gaat niet. Maar 't loopt ook wel los. Ik had zeker liever gezien, dat Marie 'en kavalerist nam; maar wil ze absoluut die Frits Hoogveen hebben, wat zal ik me er dan tegen verzetten? Niewaar? Kwaad heb ik van de jongen nooit gehoord. Integendeel. Dus....
Jawel! jawel! Maar als zij er nu voor bedankt naar Honoloeloe te gaan.
Ach wat! In de tegenwoordige tijd kan 'en mens 't overal goed hebben en de zeereis.... die betekent helemaal niks meer.
Toch ben ik er zo goed als zeker van, dat Marie neen zal zeggen als ze zo ver van d'r geliefde vadertje weg moet gaan.
Nou, dat is bliksems aardig van d'r en ik houw haar ook liever bij me. Dan moet die Hoogveen maar om 'en ander konsulaat vragen.... wat dichter in de buurt.... in België bijvoorbeeld.
Dat zal hij niet durven en niet willen. Hij is natuurlik al blij, dat de minister hem benoemd heeft.
Goed, probeer 't. Maar ik schrijf mijn graaf van Binken niet af, eer ik zekerheid heb, dat Marie binnen drie maanden 't huis uitgaat.
Dat is nou maar gekheid.
In 't geheel niet. Eén vogel in de hand is beter dan tien op het land. Ik schrijf
Binnen!
Meneer, daar is meneer van Kerkem.
Laat binnenkomen.
Dienstzaken? Dan poets ik 'em.
Eerst nog 'en zoen ter bezegeling van onze trouwplannen
Verdomd!
Tweede Toneel.
Hoe staat 'et leven? Ga zitten. Een sigaar.... 'en borrel?
Niets van dat alles. Ik kom eens ernstig met je praten.
En je tienduizend pop terugvragen?
Houd die zolang je wilt. Je betaalt me immers rente? Neen, ik vlei me je 'en betere tijding te brengen,
Dan sta ik op 'en gansje, want ik heb er zelf ook een.
En die is?
Ik ga weer trouwen!
Met Alice
Met Alice.
Dacht ik 'et niet! Jij bent toch 'en geluksvogel. En dus.... Je zoon wou er niet aan?
Begrijp je zo'n jongen? Ik heb ze hem aangeboden. Ik heb hem de weg op alle mogelike manieren geëffend; ik heb hem zelfs getart.... geprobeerd jaloers te maken.... niks heeft gebaat. Hij blijft bij z'n rein leven. Wat 'en pastoor!
Zeg dat niet te gauw. Op 'en goeie dag komt hij de rechte tegen.... de vrouw, die op z'n zinnen werkt en dan.... Ik geloof er niets van, dat die jongen zo ongevoelig zou zijn voor vrouwen.
Hij moet 'et weten. Ik heb gedaan wat ik doen kon. En nou jij.
Ik begin met je geluk te wensen (zij geven elkaar de hand).
Dankje!
En vervolgens deel ik je mee, dat ik van plan ben je voorbeeld te volgen.
Komaan, komaan! Nou, dan wens ik je ook geluk
Jouw dochter Marie!
Zeg 's, ben jij....
Dat schijnt je te verwonderen.
Nee, zeg 's.... me dunkt.... je maakt gekheid, niewaar?
Ben je niet fris? Ik spreek in alle ernst. Vin je me zo'n verwerpelike partij?
Nee, nee, verwerpelik zeg ik niet; maar.... alle drommels.... dat.... dat.... Heb je er dan al met haar over gesproken?
Dat niet. Ik begin met jou.
Maar ik heb je toch verteld, dat ze geëngageerd is.
Zeker; maar met de bijvoeging, dat je niets van dat engagement wou weten.
Nou ja, nou ja; maar wel beschouwd heb ik op die jongen niks aan te merken! Hij is nou wel geen militair; maar hij schijnt toch bliksems goed aangeschreven te staan.
Dus heb je hem aangenomen? Ja dan.... dan vis ik achter 't net. Dat spijt me natuurlik.... want dan
Dat is te zeggen.... Er komt nog wel wat anders bij kijken dan enkel veine. Ik weet niet of.... maar loop nou niet dadelik weg!
Wat zal ik hier dan nog langer doen?
Wel, die Hoogveen wil naar Honoloeloe en daar schijnt Marie weinig zin in te hebben.
Dat is haar zaak. Of.... wil.... je daarmee zeggen, dat ik misschien toch nog 'en kans heb?
Altans.... altans.... maar.... eigenlik begrijp ik je niet. Je hadt toch eerst je zinnen op Alice gezet?
Ik? Hoe kom je er bij? Omdat ik uit gekheid zo iets gezegd heb? Neen. Ik vond Alice mooi, vrolik, aardig.... net zoals Beurtmans
ze vond. Dat vind ik trouwens nog; maar voor de huiselike samenleving.... neen man, ieder heeft z'n smaak en jij moet weten watje doet; maar.... ik.... ik geef toch de voorkeur aan 'en kalmere, meer gemoedelike... ik zou haast zeggen degelikere vrouw.
Ja, degelik is Marie. Dat zal waar zijn. En 'en lief bekje heeft ze ook.
Je begrijpt, dat ik van Alice geen kwaad wil zeggen en misschien, dat ze voor jou....
Ik begrijp 'et, ik begrijp 'et. Jij bent van 'en ander deeg dan ik. Hoor 's kerel, je weet, dat ik van m'n hart nooit 'en moordkuil maak. Ik ben ook geen diplomaat. Wat ik zeg, meen ik en wat ik meen zeg ik ook ronduit. Wij kennen elkaar al van de akademie. Ik vond je vroeger 'en verdomd goeie kerel, 'en nobele vent en je hebt me bewezen, dat je nog altijd dezelfde bent; maar eerlik gezegd, 'en man van over de vijftig jaar voor m'n dochter, die net meerderjarig is....
Heb jij dan alleen 't recht 'en jonge vrouw te nemen?
Neem me niet kwalik; de een is de ander niet!
Wou je van de gelegenheid gebruik maken om me 'en grofheid te zeggen? Ja, ja; als je iemand uit de penurie helpt....
Zeur nou niet. Je weet best, dat ik daar niet aan denk. Ik spreek nou als vader.
Dan houd je er dus twee maten op na: een als vader en een als....
Heb je dan niet zelf gezegd, dat ik zo'n ijzersterke karkas had?
Toen 't gold naar Indië te gaan; maar nou spreken we over trouwen en komt 'et dus aan op de vraag, wie van ons beiden 't soliedst heeft geleefd.
Soliede leven? Daar hebben we geen van beiden ons aan bezondigd.
Bij mij heeft de borrelfles 's morgens nooit op tafel gestaan; maar.... als je wat tegen me hebt....
Word nou niet nijdassig. Wat zou ik persoonlik tegen je hebben? Die ouwe geschiedenis is vergeten. Ik ben evenmin ondankbaar als onrechtvaardig. Dat is ook de zaak niet.... volstrekt niet. Maar nou zo ineens 'en schoonzoon in je te zien....
Valt je 'en beetje moeielik. Dat laat zich horen. Als je daar nu maar niet mee zeggen wilt, dat je in alle geval voornemens bent me de voet dwars te zetten.
Daar denk ik niet aan. Marie is meerderjarig en dus vrij. Wil zij je hebben....
Dan ben jij 't er mee eens?
Och waarom niet.... als zij wil.
Goed zo.
Eens moet Marie toch trouwen.... tenminste, dat is de natuurlike gang van zaken. Als ze nou 'en flinke kav'lerist kan krijgen.... een man van middelen bovendien.... al is ie dan ook enige jaren ouwer dan zij....
Dan geef jij er je zegen op?
Waarom zou ik dat niet?
Wil je haar dan om 'en onderhoud voor me vragen?
Zeker. Met genoegen.
Haar met enkele woorden voorbereiden op m'n aanzoek?
Ook al.
En zeggen.... dat jij geen bezwaren hebt.... misschien zelfs een goed woord voor me doen?
Zeker, zeker. Wat kan ik er tegen hebben? Zij moet toch zelf beslissen. Niewaar. Zoals ik zeg: ze is helemaal vrij om te kiezen wie ze wil.
Nu juist. Zij kiest wie ze wil en jij geeft haar te kennen, dat er aan 'en huwelik met mij geen bezwaren; maar wel enige voordelen verbonden zijn.
O, jat Wat 'en avontuur! M'n ouwe akademievrind m'n schoonzoon! Ik jouw schoonpapa en over 'en jaar de grootpapa van je eerstgeborene.
Nou.... nou....
Dat hadden ze me op de kermis eens moeten voorspellen.
Natuurlik.... natuurlik. Je bent toch nog 'en man in de kracht van je leven. Waarom zou 'en kerel als jij geen tachtig of negentig jaar worden?
Dat zou ik ook denken. Dus wacht ik op 'en bericht om....
Kom binnen.... kom binnen. Je bent toch niet schuw voor van Kerkem?
O, neen; dat niet.
Hoe maakt u 't, freule?
Nee, nee! Nou wordt er niet meer gefreuled. Ze heet Marie.
Zeker.... zo'n oud vriend van papa.
En die vandaag voor jou hier is....
Neen Henri, zo niet. Wat jij met je dochter te verhandelen hebt, moet onder vier ogen besproken worden.
Mij goed.
Maar als je dochter 't me zal veroorloven, hoop ik heel gauw terug te mogen komen.
Dat zal uw papa u vertellen. Voor 't ogenblik mag ik u niet langer ophouden. Dag
(schuw hem de hand gevend) Meneer van Kerkem (Henri belt).
Ik heb gebeld. Ze zullen je beneden uitlaten.
Geef je geen moeite. Tot ziens
Derde Toneel.
Vadertje, wat is er aan de hand? De overste, die voor mij hier komt en terug wil komen als ik 't hem veroorloof.... daar begrijp ik niets van.
Ja, kijk eens, kind, je dient nou 'en beslissing te nemen. We hebben daar in de laatste tijd niet meer over gesproken en ik.... bij nader indenken.... ik laat je vrij.... volkomen vrij. Dus.... als je bepaald die Frits Hoogveen hebben wilt, zeg 't dan.
Op staande voet?
Nou... op staande voet niet.... nee, van avond is ook goed.
God vadertje, moet ik nu heus opeens zo'n gewichtige beslissing nemen?
Wil je er nog eens 'en nachtje op slapen, mij wel. Maar die zaak kan niet eeuwig slepende blijven. Het moet nou aan zijn of af.
U hebt toch gezegd, dat u van Frits niets weten wilt.
Dat is ook zo; maar dat was wel wat kras. Wel beschouwd is er op de jongen niks aan te merken en nou ze hem konsul gemaakt hebben.... nou ie 'n vaste positie heeft.... de voet in de stijgbeugel....
Nou ja; maar daar zal hij niet eeuwig blijven. Hij is knap; dus maakt ie natuurlik gauw promotie. Dan kan hij z'n eisen stellen en....
Hebt u hem weer gesproken of heeft hij u geschreven, dat u ineens zo....?
Wel nee, wel nee; maar wat geeft dat getraineer? Je bent nou in de beste jaren van je leven. Wou je die eerst voorbij laten gaan?
Daar heb ik in 't geheel niet aan gedacht. U weet hoe besluiteloos ik ben.... in alle dingen. Hoe kunt u nu plotseling in zo'n heel ernstige zaak 'en beslissing van me verlangen?
Dat zal ik je zeggen. Als je Frits Hoogveen niet hebben wilt.... beslist niet.... dan zal ik je de jongen niet opdringen.... geen sprake van.... maar.. er is nou 'en tweede kandidaat.
M'n ouwe vriend, de overste van Kerkem heeft zoeven om je hand gevraagd en wacht op je antwoord.
Och neen.
Wat.... och nee.... Geloof je me soms niet?
Die ouwe man?
Oud.... oud.... hij is nog geen jaar ouwer dan ik.
Maar vadertje, zoudt u dan willen, dat ik die man trouwde?
Marietje-lief, ik heb gezegd en herhaal: ik laat je je volle vrijheid.
Kind, je bent 'en engel. Jammer toch, dat je moeder 't niet meer heeft kunnen zien.... hoe lief en hoe goed jij altijd voor me zorgt. Nooit zal iemand je dat verbeteren hoor, nooit!
En 'k doe 't met zoveel plezier. Want vadertje, hoe vrij en onafhankelik u ook zijn wilt.... ik weet toch best, dat u me erg nodig hebt.
Nodig.... nodig....
U zegt wel, dat u in Indië 'en tijdje heel alleen uw eigen menage hebt gedaan.
Zeker.
Maar die menage zal er dan wel naar geweest zijn.
Nou ja.... heel alleen.... heel alleen.... Zo heel alleen was ik niet.
En stel u nu eens voor, dat u hier mij niet hadt, wie zou dan bij tijds zorgen voor nieuwe overhemden.... voor de knoopjes aan uw handschoenen.... voor de gaatjes in uw sokken? Wie zou er voor waken, dat de tijd van de vinken en de kievietseieren niet voorbijging zonder dat u eens gesmuld hadt? En nou spreek ik nog niet eens van al de huishoudelike zaken, waarvan 'en man geen flauw besef heeft. Ach vadertje, al weet u 't zelf niet, u bent zo'n hulpbehoevend wezen.
En als ik 't nou zo heerlik vind u te verwennen en te bederven, mag ik daar dan niet mee doorgaan?
Maar kindje, trouwen is toch de bestemming van iedere vrouw?
Ik weet 'et wel, maar....
En 'en poos geleden wou je die Hoogveen met alle geweld hebben!
Dat is te zeggen: hij wilde mij hebben.
Jij hem dan niet?
Ook wel.... Ik was vereerd en blij, dat 'en man zo op me gesteld scheen. Dat is zo. Ik geloofde toen in 't eerst ook echt veel van 'em te houwen; maar ondertussen moest ik er toch altijd over prakkizeren, of dit nou wel de echte liefde was.
Ach, al dat geprakkizeer ....!
Is misschien 't ware niet. Juist; dat denk ik ook zo dikwels. Maar.... van de andere kant.... 'en man, van wie je veel houdt, gelukkig te maken.... dat moet toch wel iets moois, iets biezonders, iets verrukkeliks zij n.
Neem dan die Hoogeveen.
Wel nee; dat je 't naar vindt zo ver van mij weg te gaan is heel natuurlik.... heel natuurlik. Maar ouwers en kinderen.... niewaar, die blijven zo goed als nooit samen.... en dat gevoel.... dat nare gevoel.... och, op den duur luwt dat wel. 'En mens went aan alles.
En als 't bij mij nu eens niet luwt? Dan heb ik toch maar mezelf en m'n man er bij erg ongelukkig gemaakt.
Nou ja, alles kan tegenvallen. Wie weet nou vooruit iets zeker? Daar moet je niet over piekeren.
Dat is wel zo; maar als ik nu bij u gelukkig ben.... heel tevreden met m'n bestaan.... als ik niets anders begeer dan zo stilletjes verder te kunnen leven.... als ik die grote behoefte om te trouwen eigenlik niet voel.... waarom zou ik dan niet bij u blijven....?
Zoals ik je zeg: omdat 'et huwelijk de bestemming is van, iedere vrouw.
Dan zouden er op de wereld niet meer vrouwen dan mannen zijn.
Het overschot is voor de weduwnaars, die tweemaal trouwen. Maar gekheid op 'en stokje. Als je nou 'en goed aanbod afslaat, dan zal dat je naderhand.... te laat.... berouwen. Op 't ogenblik kan je 'en mooie keus doen: Hoogveen of van Kerkem.... kav'lerist, baron, schatrijk en 'en nobele kerel op de koop toe.... Zo'n partij wordt je niet licht voor 'en tweede keer aangeboden.
Wilt u me dan zo graag kwijt zijn?
Als je trouwt met 'n hoofdofsier van 't Nederlandse leger ben ik je toch niet kwijt!
Wel voor uw huishouden.
Daar zal ik dan wel iemand anders voor vinden.
Zoudt u met 'en huishoudster even tevreden zijn als met mij?
Met 'en huishoudster... neen... maar... met 'en vrouw.... dat is andere peen.
Wat zou je daarvan zeggen
O, maar dat zou ik heerlik vinden! Weer 'en lieve mama te krijgen.... al was 't dan ook m'n eigen moesje niet.... dat zou allergezelligst zijn. En als u dan nog eens kleine kindertjes kreeg, waar ik ook zo'n beetje voor zorgen kon, o, dan ging ik zeker niet weg.
Wat ben jij 'en dot! O, wat ben je 'en dot! Maar kijk nou 's.... ik wil.... ik zou graag hertrouwen.... dat is zo; maar juist dat gaat niet.... zolang jij hier in huis bent.
Waarom niet?
Omdat.... nu.... dat voel je toch wel, hè? Je spreekt nou van 'en mama.... 'en lieve mama.... maar zou jij nou mama kunnen zeggen tegen.... tegen.... Alice?
Waarom niet? Vind je dat zo vreemd?
Ik begrijp, dat 'et je enigszins verwondert. Ik had er je nog niks van gezegd. Je weet, dat Alice m'n pupil geweest is. Maar bedenk nou 's.... nee, kijk me niet zo strak en zwijgend aan.... dat kan ik niet velen. Dan moet ik altijd aan je moeder denken en....
Vindt u dat zó onaangenaam?
Nee, wel nee, zo bedoel ik 't niet; maar.... maar wat is er nou tegen, dat ik Alice tot vrouw neem? Als zij van mij houdt en ik van haar? Daar benadeel ik toch niemand mee. Ze is jonger dan ik.... nou ja, maar mankeer ik ooit wat? Heb je me al eens ziek gezien? Ben ik ooit een dag in bed gebleven? Of zelfs maar t'huis? Leeftijd is toch maar iets relatiefs. De een sterft op z'n twintigste jaar; de ander heeft er op z'n vijftigste nog wel dertig voor zich. Alles hangt af van de vraag: hoe voel je je? Nou, ik voel me nog presies als 'en jongen van vijf en twintig jaar. Waarom zou ik dan niet hertrouwen?
Ach, laat me papa; ik begrijp nu alles.... alles.... alles....
Wat wil je daar nou mee zeggen? Wat beduidt dat nou?
Ik begrijp, dat ik weg.... moet.... moet.... moet.
Moet, moet. Da's nou gekheid! Je staat gelijk met alle andere meisjes. En ik dwing je toch niet. Ieder ander zou in jouw plaats gelukkig zijn. Jij neemt soms de dingen zo vreemd op.... zo.... Ga nou 's even na: van Kerkem....
Hè, die vervloekte sentimentaliteit!
Vierde Toneel.
Geprobeerd heb ik 't wel; maar gelukt is 't me helaas niet. Ik kon alleen horen, dat Marie heenging. En....?
Wat en?
Neemt ze Hoogveen?
Ik weet er niks van.
O, dan verzend ik m'n brief nog niet.
Geef hier die brief
Niet voor ik zeker weet, dat Marie 't huis uitgaat.
Ze heeft gezegd: ik begrijp, dat ik weg moet. Is je dat niet voldoende?
Helemaal voldoende.... neen.
Nou.... mij is 't al haast te veel. Als dat kind ongelukkig werd, omdat ik.... verdomme, verdomme, ik vergaf 't me nooit!
Ongelukkig worden als ze d'r zin krijgt? Waarom heb je nu niet dadelik gezegd: ja, ze gaat.
Wat Donderdag, als jij vraagt of ze Hoogveen trouwt.
Als ze weggaat trouwt ze toch.
Maar daarom nog niet met Hoogveen. Ze kan net zo goed.... ja nog beter.... van Kerkem nemen.
Wat.... heeft van Kerkem haar dan gevraagd?
Of ie. Als ze dus niet naar Honoloeloe wil....
Gun jij haar dat soms niet, jij, die mij krijgt?
Als ik tenminste van Binken niet neem en gravin word.
Die idioot? Je krijgt 'et niet in je hersens, hoor! Wou jij je woord breken? Geef hier die brief!
In geen geval voor 't zeker is, dat Marie 't huis uitgaat.
Geef hier, zeg ik, en dadelik.
Kommanderen? Je aanstaande vrouw? Neen mannetje, dat zal ik je bijtijds afleren.
Hier die brief.
Zie maar, dat je 'm krijgt.
Wel verdomme!
Paardrijden maakt stijf overste, en als je bovendien naar de zestig loopt!
Schandalige deugniet!
Hé, Johan!