Groot Nederland. Jaargang 8(1910)– [tijdschrift] Groot Nederland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 734] [p. 734] Twee herfstliedjes Door Jan Greshoff. I. Hoeveel lach-doorbrande uren Zal de zomer nu nog duren, Hoelang zullen nog de vuren Lichten op de gouden muren Van den dag...? Vóór ons liggen duistre wegen. Kind, wij gaan den herfsttijd tegen. 't Leven tot den dood genegen, Weent stil weg in stagen regen Láátsten lach. [pagina 735] [p. 735] II. Voor Aty en Nini. Kinderen die de lente mint, Kinderen nu de herfst begint Wilt niet weenen.... Wie zich onder smarts bewind Op een verren lach bezint Zal hìj weenen? Als de herfst 't al goud betint Als hij bleeke draden spint Zult gij ween en?.... Als ge een oude vreugde vindt, Die zich om uw droomen windt: Wiè zou weenen?.... Vorige Volgende