‘Pak 't maar uit,’ moedigde de bezoekster aan.
‘Ze is overbluft geloof ik,’ zei Mammie.
Elly staarde naar het pak, en in haar hoofdje gingen de gedachtetjes.
Wat zou er in zitten? En hoe kwam dat hier met die vreemde mevrouw?
‘'t Is de Japansche pop,’ zei Mammie.
Elly gaf een zacht schreeuwtje, keek als ontsteld de bezoekster aan, liep toen met het pak naar hare moeder.
‘Kom lieverd, we zullen het samen uitpakken.’
Elly's gezichtje was vuurrood overbloosd, ze durfde niet hardop praten, vroeg fluisterend: ‘komt ze dan niet met 't groote schip?’
‘Jawel kindje; deze mevrouw is ook met 't groote schip gekomen.’
‘Maar ik ben nog niet jarig. Nog twee Zondagen toch?’
Mammie lachte weer.
‘Tante Anna wou hem je nu maar vast geven, omdat je er zoo lang op gewacht heb. Zullen we nu uitpakken?’
Stijf gedrongen tegen Mammie's knie keek Elly toe, hoe het gekleurde touwtje werd doorgeknipt; 't papier was erg mooi met bloemen er op, en zoo zacht als Mammie's zijden japon. Elly streek met haar handjes over het papier; angstig, met strakke oogen, 't mondje wat open in spanning, zag ze hoe Mammie met uitpakken voortging.
Nu was 't een doos; Mammie deed de deksel open, en Elly zag een pop, stijf rechtuit, in 'n lange roode japon, net Mammie's ochtendjapon.
Mammie nam de pop er uit; reikte ze Elly toe. Zwaar lag het rechte lijf op de armpjes van het kind, de kymono lang neerplooiend; 't ronde, gekapte hoofd rustte tegen Elly's bloote armpje.
Elly zuchtte, keek naar de bloote voeten en de als menschelijke handen, die uit de kymono staken.
‘Nu, wat zeg je er van?’
Nog antwoordde Elly niet; ze begreep niet, dat dit werkelijk het verwachte was; ze zag een gewone pop, alleen het haar was anders, zoo iets als van Mammie.
‘Vind je de pop niet erg mooi?’
Elly knikte. De pop woog zwaar op hare armpjes, ze ging er mee op den grond zitten.