| |
| |
| |
Het dubbele leven.
Tooneelspel in 4 bedrijven
door Willem Schürmann.
Derde bedrijf.
Zelfde kamer als II. Het is middag. Bij den schoorsteen op het tafeltje ligt Martha's borduurwerk.
Bij het opgaan van het scherm niemand op het tooneel. Uit de suite klinkt eene ouderwetsche, weemoedige melodie (pianospel.)
Strang komt binnen door de achterdeur, kijkt rond, gaat in de suite-opening staan, en luistert. Na eenige oogenblikken.
| |
Eerste Tooneel.
Strang, Martha in de suite onzichtbaar.
(stem uit de suite). O, Strang!....
Verrast!.... Ik had wel eens van Lize gehoord, dat je speelde, maar dat je nog zoo goed.... (Martha komt hem verlegen tegemoet.) Je hoeft je voor mij toch niet te geneeren.
Neen.... Maar het is mal - een oude vrouw met fantasie.... Ik speel nooit, voor ik zeker weet, dat ik alleen ben.
Mijn vrouw ook, en als ik haar dan snap, wordt ze kwaad.... Verleden week nog, speelde ze 't stuk van onze eerste liefde.... (lacht.)
Een lieve herinnering, Strang.
Ja, wij hadden juist dien ochtend kwestie gehad.
Het zal zoo erg niet geweest zijn. (stilte.) Ja Strang.... als de menschen me hebben laten twijfelen of iets van lang geleden wel mooi was, speel ik mijn oude melodieën (stilte) daarna twijfel ik niet meer. (stilte.)
(kijkt naar zijne schoenen.) Nare, natte sneeuw.... Is Walter thuis?
Toch nooit om dezen tijd.
| |
| |
Op kantoor zeiden ze, dat hij voor 'n paar uur al naar huis was gegaan.... hij voelde zich niet goed.... (stilte.) Wat scheelt hem toch? Hij is in den laatsten tijd zoo stil.
Mij is dit ook opgevallen. Herinner je je dien avond dat jullie hier waart.... met dat meisje van Bloemendaal?.... Van toen af heb ik hem vreemd gevonden.... Is er iets met de nieuwe werken?.... Moeilijkheden?
Nooit is alles zoo meegeloopen.... De koning komt zelfs naar de havens kijken.... (stilte). Hij heeft me al 'n paar maal bedekte dingen gevraagd over het trouwen van Lize.... Het kan toch niet dat hij Hugo niet vertrouwt....
Ja - en het feit met die aandeelen, en toen later die kwestie dat hij van Merlen niet in de zaak wou.... het is vreemd....
Omdat hij haar missen moet? Ik wou dat de Heer mij strafte, door een paar van mijn dochters te zegenen.
Komt hij veel aan de havens? De knecht zei van ochtend, en mij is het ook opgevallen,.... soms zijn z'n schoenen zoo met slik....
Een liefhebber van wandelen is hij toch nooit geweest.
Het is zeker - hij tobt over Lize.
| |
Tweede Tooneel.
Vorigen, v. Essen.
(komt door de achterdeur, draagt een pelsjas.) Ben jij hier Strang? Wat kom je doen?
Je bent niet meer te vangen.... Ik ben al viermaal op kantoor geweest.
Ik dacht dat je niet goed was, en ik wilde weten: wanneer komt de koning de havens kijken? Ik heb m'n vrouw en de meisjes beloofd....
Ik heb nu zooveel andere dingen aan m'n hoofd....
Maar dit is toch een onderscheiding....
Wat zie je er uit, Walter!
Vuile straten.... het regent.... Is Lize thuis?
Ze kan dadelijk komen.... Ze is naar de muziekschool.
Stuur haar dan naar m'n kamer.... (tot Strang.) Ik zie jou morgen wel.... Misschien heb ik dan bericht. (af zijdeur.)
| |
| |
| |
Derde Tooneel.
Strang, Martha.
Neen, zooals nu.... Heb je z'n kleeren gezien?
't Is gek. (bij hei raam.) Zei hij niet dat het regende?.... Het sneeuwt.
Zou jij niet eens met hem spreken?
| |
Vierde Tooneel.
Vorigen, v. Essen.
(zonder overjas door de zijdeur.) De haard is niet aan.... Ben jij er nog, Strang?....
Martha schelt.
Ja, over die terreinen moet ik je toch....
Niet over zaken - ik heb zooveel anders aan m'n hoofd.
| |
Vijfde Tooneel.
Vorigen, Knecht, door de achterdeur.
De tuindeuren op m'n werkkamer staan open.... de haard is niet aan....
Meneer heeft daar van nacht zoo laat nog gerookt....
(schielijk.) Goed, goed, maak 't dadelijk in orde. Martha door de suite. Knecht door de zijdeur af.
| |
Zesde Tooneel.
v. Essen, Strang.
Je lijkt me zoo overspannen.
Het weer.... Ik voel me niet lekker.
Martha zegt dat jij 't je aantrekt van Lize....
Ja, natuurlijk! Ik vind 't niet plezierig dat ze weggaat.... Dat is 't eenige.
Het is toch de weg: dat je kinderen trouwen gaan.... Je kunt ze niet altijd houden.... Als mijn dochters bijvoorbeeld....
En dan - het is 'n goeie partij.... Maar jou dochter moest wel 'n goed huwelijk doen.... met jou als vader....
Ja, daarover is iedereen 't nu al lang eens.
| |
| |
Wanneer het dat dus is, zal je je er wel gauw overheen zetten, want je kunt zeker zijn dat ze gelukkig wordt.
Dat oppervlakkige gepraat.... Hoe weet jij nu zeker of twee menschen van elkaar houden?.... Houden van iemand, is door alles heen.... en, zie je Strang! ik heb maar één kind.... Ik wou zoo graag de zekerheid dat Hugo.... ja, dat is het.... of hij als er bijvoorbeeld iets gebeuren zou.... dat ik mijn geld verloor.... of hij dan nog zoo veel van Lize zou houden....
Als alle menschen zoo gewetensvol aan 't pluizen gingen, zouden er een boel niet trouwen!... Die jongen houdt van haar... Een bewijs?... Hij heeft deze week gezegd, dat hij het heerlijk zou hebben gevonden, als jij hem in onze maatschappij had genomen.... maar dat hij, om jou gerust te stellen, er niet meer op terug zal komen.
Zoo, zei hij dat?.... En Lize?.... Waaraan schrijven zij wel toe, dat ik 't niet wil?
Nog al duidelijk! Dat jij hem nog niet vertrouwt.... dat je hem op den proef wilt stellen, en later van zelf wel veranderen zult.... Zoo beschouw ik het dan ook en daarom moet jij je niet haasten met het benoemen van een nieuwen procuratiehouder....
Heeft Hugo je gestuurd?.... (Strang maakt een afwerende beweging.) In elk geval heeft hij er toch met je over gesproken.
Nu dan.... zeg hem.... dat hij nooit, maar ook nooit in de zaak komt. Ik wil dat hij Lize trouwt om haar zelf, en los van mijn werken.... of neen, ik zal 't hem zelf nog eens duidelijk zeggen. En ja, je hebt me daar op 'n goed idee gebracht.... Ik zal hem op de proef stellen.... Ik zal hem vertellen dat ik niet rijk ben, dat ik gespeculeerd heb.... allerlei vreeselijke dingen.... desnoods: dat ik de menschen heb te kort gedaan.
En als hij 't wèl gelooft? Zou hij dan tòch Lize trouwen?
Nu.... dat zou wel een bizonder groote liefde moeten zijn! Ik ben niet zoo'n erge idealist, dat weet je,.... maar àls hij van haar houdt.... dan ja.... maar je kunt je de moeite wel sparen.... Hij gelooft je geen seconde.
Eén oogenblik zal hij het gelooven, en in dàt oogenblik zal ik 't zien!
Jij doet malle dingen door je jaloezie!.... Maar als zoo'n proef je tot rust kan brengen....
Verwonder je dus niet als het afgaat.
Ik kom over drie maanden op de bruiloft en over zes maanden is hij je rechterhand.... Je vertelt me wel eens hoe het afloopt....
| |
| |
| |
Zevende Tooneel.
Vorigen, Martha door de suite.
Hij gaat iets groots beginnen!.... Goeien middag! Misschien kom ik van avond nog even. (af.)
| |
Achtste Tooneel.
v. Essen, Martha.
Ik weet 't wel!.... Hugo komt in de zaak.
Neen, dat gebeurt niet.... nooit! O, dat jullie zoo stom bent, dat je niet ziet dat hij daarom alleen Lize gevraagd heeft.... Maar 't zal af!
Het zal af!.... Ik maak 't uit.
Dacht je, dat je dit zou kunnen? Jij twijfelt aan hem, maar zij niet.... Jij alleen, omdat je jaloersch bent!
Goed dan, ik ben jaloersch, en daarom zie ik scherp! Omdat ik veel van haar houd en ik heb geen andere reden....
Dit noem jij toch niet van iemand houden? Dit is toch egoïsme.... Houden van iemand, is hem al het geluk gunnen.... al zou het dan ook ten koste van je zelf gaan.... en wat jij bereiken zult, door dit te doen is, dat zij van je zal vervreemden.
O neen! als ik haar dit gezegd heb.... de volle waarheid....
Neen, want dit is de waarheid niet.... Hugo houdt van haar.... Ik weet het!
Hoe zou jij?.... Beter dan ik?.... Lange stilte.
Omdat ik van iemand gehouden heb.
(langzaam.) Hoe bedoel je?
Omdat jij niet gelukkig bent geweest, ontken je dat er liefde bestaat.... maar die bestaat wel.... al heb jij niet de kunst verstaan, die te vinden.... Jij hebt 't gezocht in de grootheid.... Maar als dit eens tegensloeg, wat zou jij dan hebben om aan vast te houden?
Jij zegt dat ik niet van Lize houd....
Als je haar dit wilt afnemen, is 't niet mogelijk, want al wat in je vermogen is, zou je moeten doen om je kind gelukkig te laten blijven. Maar och, je moogt 't gerust probeeren.... het zal je toch niet gelukken.... Een vrouw kàn niet twijfelen tusschen haar man en haar vader.
Nog geeft ze meer om mij dan om hem! Ik zal haar over-
| |
| |
tuigen, dat ze door hem te trouwen, zich zelf en ons allemaal ongelukkig maakt!
Jij spreekt in raadsels! (stilte.) O, er is een heel andere reden dan die jij zegt!.... Maar zeg die dan.... zeg mij....
Jou? die zoo net nog beweert dat ik voor niemand iets beteeken? Jij geeft dan toch ook niet om mij?
Heb je me ooit noodig gehad? Maar als je me zoudt noodig hebben....
Dan zou jij de eerste zijn.... (Martha kijkt hem scherp aan
.)
| |
Negende Tooneel.
Vorigen, Lize.
(komt binnen met hoed en mantel.) Dag vader! (wil hem kussen.)
(haar afwerend.) Kind.... (tot Martha.) Ik zal jou later alles duidelijk maken.... Ik wil met Lize alleen blijven.... Laten ze ons niet storen.
Ik wil 't jou zelf zeggen.... Zeg mij niets!.... (Martha af zijdeur. Een poosje stilte, Lize ontdoet zich van hoed en mantel. Van Essen trekt de suitedeuren dicht, gaat dan naar de sofa.)
| |
Tiende Tooneel.
v. Essen, Lize.
Kom hier bij me zitten. (zij gaat zitten, verwonderd.) Ik wil je nu heel dicht bij me hebben.... (trekt haar naar zich toe.) Op wat ik je nu vragen ga, moet je me eerlijk antwoorden.... Kijk me aan Lize.
Hou je zoo veel van Hugo, dat je hem niet zou kunnen missen?
Ik hem missen? En waarom? Wilt u me bang maken? Dit lukt u toch niet. (lachend.) Neen, al kijkt u nog zoo gewichtig.
Ik zeg 't niet om te lachen, Lize! Als het moet, zou je dan zonder veel verdriet buiten hem....
Waarom zou dit noodig kunnen zijn?
Weet jij wel zeker dat hij je gevraagd heeft om je zelf?
Ja vader, dit weet ik zeker.
Waarom komt hij er dan telkens op terug om in de maatschappij te komen? Waarom stuurt hij tante.... oom.... allemaal....?
Maar dat is niet waar! - Roep u tante, u zult 't hooren!.... Oom heeft 't niet kunnen zeggen, want het is niet waar! (wil opstaan.)
Ik wil met je alleen blijven!
U doet zoo vreemd.... Vraag u 't hem....
| |
| |
Ja, en hij zal lachen.... want het is om te lachen.
Neen Lize, dit is niet om te lachen! Je engagement moet af.... het moet, hoor je! Ik wil het. En als jij alles weet, zal jij zelf 't ook willen.
Ja, heusch.... heusch, het is om te lachen! (zij tracht te lachen, maar haar lachen gaat over in gesnik.)
Toe huil niet.... ik heb jou alleen maar.... en ik wil niet dat je verdriet hebt, Lize.... En toch zal ik je verdriet moeten doen, om te voorkomen dat anderen je ruwer je geluk afnemen. Je kunt niet trouwen.... je moogt niet trouwen....
(wil zich losmaken; kijkt hem aan.) Ik mag niet?.... Het kan niet?.... Neen, dit zegt u zoo maar.... Dit is niet mogelijk.... Waarom zegt u dit?
(trekt haar tegen zich aan, zoodat haar hoofd tegen zijn schouder rust. Met zijne hand bedekt hij hare oogen.) Kijk me niet aan, Lize.... Ik moet je nu iets zeggen, dat ik nooit gedacht had ooit te moeten.... Neen, kijk nu niet.... huil niet. Wees sterk.... ik ben het ook. (langzaam.) Ik ben niet de groote man, die ieder in me ziet.... Wanneer de menschen spreken van de havens, van de stad, van alles waardoor ik groot ben, moet ik zwijgen, omdat ìk alleen.... weet, dat het 'daarmee niet in orde is. (Lange stilte.) O, het kost me veel je dit te zeggen!.... Tot de laatste minuut heb ik gehoopt dat ik zou kunnen zwijgen.... nu mag ik dit niet meer voor jouw geluk.... (Lange stilte. Hij laat haar los. Zij bedekt haar gezicht met beide handen). Toe, kijk me nu aan.... Zeg me nù, dat je nog 'n beetje van me houdt.... (zij zinkt langzaam achterover zacht snikkend; hij buigt zich tot haar, neemt haar hoofd tusschen zijn handen, maar zij vermijdt hem aan te zien.) Ik ben niet slecht.... Ik heb te veel gewild.... Eens zal alles wel goed worden, maar het kan gemerkt worden, en de menschen zullen er dan heel anders over denken, dan wij.... en als je dan getrouwd bent.... zal Hugo niet meer van je houden.
Jij kent de menschen niet.... ik wel.... en daarom moet het af....
Hij zal van me blijven houden.
Heeft Willy Bloemendaal niet 't zelfde gedacht?
(hartstochtelijk.) O, dit is anders.... Hugo houdt van me.... en u is niet oneerlijk.... Dit zegt u toch.... Het zal alles eens goed worden.... En daarom.... is dit anders.... Neen, u moogt niet twijfelen. Hij houdt van me.... Dit is zóó zeker.... Het beteekent allemaal niets.... ik zal 't hem zeggen. - U zelf zult het hem zeggen....
| |
| |
Hoe zou ik hem dit kunnen zeggen? En zou jij dit willen?
Ja vader, en net als ik zal hij blij zijn, dat u hem dit zegt.... want dan heeft u steun.... dan kunt u ons vertrouwen.... dan is u niet meer alleen.
Hij zal u raden.... en samen zult u alles in orde maken.... O, u zult zien, dat hij zal lachen om uw angst.... U hebt toch ook van iemand gehouden.... U weet toch ook, dat je dan alles verdragen kunt!
Je moogt je niet laten meeslepen door je gevoel.... Die groote liefde bestáát niet.
Ja, die bestaat.... Misschien zouden anderen - maar hij....
Ik heb er altijd op gehoopt, dat jij trouwen zoudt; dan is ze bezorgd dacht ik, maar langzamerhand is 't mij duidelijk geworden, dat jij door een huwelijk niet gelukkig worden zult, want Hugo zelf heeft gezegd, dat 't met zijn geluk gedaan zou zijn, wanneer zoo iets gebeurde, omdat hij dan altijd zou twijfelen of jij het wist, en hem nam om geborgen te zijn.... Herinner je.... Zoo zei hij 't woordelijk.
O nee dit heeft hij niet voor ons gezegd.... 't Is niet mogelijk dat hij anders over me zou denken, al was ik nog zoo arm.
Het leven heeft mij zoo anders geleerd. (stilte.)
Waarom heeft u dit gedaan? We hadden toch veel gelukkiger geweest, wanneer u eerlijk....
Zeg dit niet Lize.... Ik ben eerlijk geweest, ik heb iets groots willen bereiken, ik heb 't bereikt! maar van het tegenwoordige heb ik gevraagd, wat de toekomst pas kan geven!.... Ik heb ook jaren op het groote gewacht, net als jij, maar het was alles fantasie!.... illusies!.... Wij kunnen niets dwingen!
Jij wacht ook 't groote, maar 't zal niet komen! Hugo zal je niet trouwen, als je hem dit zegt.... en verzwijg je 't, dan kan je niet gelukkig zijn, omdat je dan moet leven in de leugen.... Ik weet wat dit is....
O, nu begrijp ik 't!.... Ja, wij moeten 't hem zeggen.... Hij zal van me houden, veel meer dan vroeger nog, en u zal hij niets verwijten, omdat hij voelen zal net als ik, dat 't groot van u is, dat u dit voor mij doet.... En neen, u zult mij niet opofferen aan uw grootheid, u moogt het niet en u zult 't niet.... U is toch mijn vader, en u houdt van me.... U heeft toch niet altijd al uw liefde gehuicheld.... 't Is toch waar dat u van me houdt....
Wanneer ik hem dit gezegd heb, zal hij zelfs niet zwijgen, en daarom kan ik 't hem niet zeggen.
Dan zal ik 't doen. Ik zal u bewijzen, dat alles wat u zegt,
| |
| |
niet zoo is.... want het is mogelijk dat menschen van elkaar houden zonder bijbedoelingen.... Niet iedereen is slecht al denkt u dit!.... U wilt niets zeggen - goed! Dan kom ik voor mezelf op.... Niets kan mij daarvan terughouden....
(ontzet.) Jij.... jij.... zult.... (lange stilte) maar dan.... dit voel jij toch.... dan zal jij heel alleen zijn.
O neen, niet iedereen cijfert alles weg voor geld, niet iedereen goddank denkt zooals u....
Je moogt het hem niet zeggen, om mij niet.... om ons allemaal.... ik smeek je Lize!....
Ik zal het hem zeggen! Ik wil voor hem niet liegen.... En juist als ik hem dit gezegd heb zal alles nog mooier tusschen ons zijn! (stilte.) Moeder zou U toch ook niet alleen gelaten hebben als ze dit geweten had! Alles moet hij weten! Ik wil hem voor mij houden.... ik kan niet zonder hem. - En als ik hem hierdoor verliezen moet.... maar nee dát is niet mogelijk.... Ik zou hem om zoo iets toch ook niet laten gaan.... O u weet niet wat het is, van iemand houden.... Het kan niet, dat u ooit van iemand gehouden hebt als u denkt dat er iets tusschen ons veranderen zal door dit dat heelemaal niet van ons is
(lange stilte.) Goed.... goed.... zeg 't hem dan.... maar weet dan wel, dat ik.... Je hebt gelijk dit alles gaat jou niet aan.... (smartelijk.) Dit was dus ook een illusie van me.... zoo weinig ben ik voor je....
Toch.... (gaat langzaam naar de suite-opening.)
(in de suite-opening.) Jij wacht 't groote dat niet bestaat.... God geef, dat je er nooit spijt van zult hebben! (af door de suite.)
(blijft roerloos. Het is even stil, dan ijlt zij naar de suite.) Vader.... vader.... vadertje, kom hier.... Neen, ga niet weg.... nu niet!.... zoo niet....
(teruggekomen.) Je moogt het zeggen kind.... als het moet voor je geluk!
Ik maak het af - ik maak het af - ik maak het af.... (valt snikkend op de sofa.)
(na lange stilte.) Zeg me Lize.... Je doet 't, omdat je begrijpt, dat je hem toch verliezen zou?.... (stilte.)
Je doet het niet om mij.... je voelt nu zelf....
Ik maak het af, vader. (zij gaal langzaam naar de zijdeur)
(wanneer zij bij de deur is.) Weet jij zoo zeker dat hij toch?....
Ik maak het af, vader - vraag nu niet meer....
| |
| |
| |
Elfde Tooneel.
Vorigen, Martha.
(in de suite-opening; ziet Lize en van Essen.) Wat is er.... Wat is er Lize?
Ik.... ik.... (snikkend af, zijdeur.)
| |
Twaalfde Tooneel.
Martha, v. Essen.
Waatom huilt Lize en jij?
Ze heeft gezien dat Hugo niet van haar om haar zelf houdt.... Zij is niet meer verloofd.
Het kan niet.... 't is onmogelijk.... Ik zal 't haar vragen....
Jij wilt het niet.... ja, dit is het.... want dit wat jij zègt, is niet zoo.... maar nù zal ik het Hugo vragen.... Hij komt straks hier....
(grijpt haar ruw bij de polsen.) Jìj zult niets.... niks zàl je....
(zich moeilijk losmakend). O.... o.... ben je zoo, Walter?.... zoo heb ik je nooit gekend.... (zij richt zich hoog op. Stilte.) Jij zegt dat je veel van Lize houdt.... jij zegt het.... maar het is niet zoo.... het is komedie!
O, nu begrijp ik je maar al te goed.... Het is noodig voor jouw onderneming, voor jouw eer, jouw naam, dat ze een ander trouwt.... God weet wie! Of ze van hem houdt, wat komt het er op aan.... als jij maar stijgt!.... Alles heb je altijd voor je zelf gedaan.... de menschen waren het middel.
Dat is niet waar Martha! Dat is niet waar!
Aan die ellendige havens heb je ons allemaal opgeofferd, altijd heb je geleefd voor eigen glorie, nooit was je van ons.... Je vrouw!.... Je hebt haar niet willen kennen - en waarom zou dit noodig geweest zijn? Jij hadt je havens!.... Je kind....
Je liegt Martha, je liegt!
Goed, dan is het niet zoo!.... Jij geeft wel om haar.... maar waarom dan doe je dit.... Nu moet je de waarheid spreken....
| |
| |
Omdat.... omdat ik.... net als Bloemendaal.... net als....
Ja Martha, ja.... dit is de waarheid!.... Toen Eduard mij waarschuwde, was het al zoo.... Hij wist niet dat 't al zoo ver was. Daarom bleef me geen keus.... Ik moest met hem breken.... en met de vaste wetenschap, dat hij de eenige was die 't eerlijk met me meende!
Iedereen heb ik gezegd dat jou man stom was en jaloersch, om me zelf te handhaven. Maar nu gaat 't boven mijn kracht.... Nu staat het geluk van mijn kind op 't spel.... en haar kan ik niet aan mijn werk opofferen!
Alles heb ik gedaan om te blijven bestaan -ik had kunnen zwijgen.... Nooit stond ik sterker dan nu.... Ik heb dien procuratiehouder gedwongen weg te gaan.
En jij hebt Lize dit alles gezegd!.... Maar neen, 't is niet waar!.... Zeg dat 't niet zoo is.
Het is de volle waarheid en ik ben blij dat ik die nu gezegd heb!.... En nu zal ik 't ook Hugo zeggen.... Nu wil ik het wel uitschreeuwen!.... want o, ik heb door zooveel vuil moeten kruipen. Nooit heb ik me kunnen uitspreken.... ik heb zoo lang alleen gestaan.
Eduard heeft gelijk gehad.
Verwijt me niets, Martha.... Ik weet zoo goed wat ik je heb aangedaan.... (stilte.) Nu ga je van me weg.
Ik weet niet, 't is me zoo vreemd.
Ik wist wel dat ik alles zou verliezen, als ik sprak.... Jij gaat nu weg.... en Lize.... Wat zal Lize doen?
(zacht, gelaten.) Ik zal bij je blijven.
Jij, bij mij! Ik heb je zelfs 't geloof in je man moeten afnemen.
Je hebt me niets afgenomen.
Waarom zeg je dit? Waarom huil je?
O.... jij hebt wel alleen gestaan.... Want dat jij nog denken kunt, dat je mij de herinnering afnam, bewijst me dat je nooit van iemand hebt gehouden....
Nu pas hou je van haar.... nu de leugen weg is - Maar je zult nog veel moeten doen,.... en daarom wil ik bij je blijven....
En als Hugo niet zwijgt....!
Je moet het hem zeggen!.... en wat ook gebeurt.... Lize en ik zullen het met jou dragen.... want nu voor 't eerst doe jij het waarachtig groote!....
| |
| |
(lachend.) Nu zal ik niet meer aarzelen.... Hij komt, zeg je....
Hij zal Lize wel dadelijk halen....
Laat Lize even nog bij me komen, vóór hij er is, en laat haar daarna niet alleen.... Ga nu.... nu ben ik sterk.
Martha af zijdeur, v. Essen loopt zenuwachtig heen en weer. Martha en Lize komen binnen door de zijdeur.)
| |
Dertiende Tooneel.
v. Essen, Lize, Martha.
Hij zal je niet alleen laten?
Maar als het niet gebeurde?
Dan hebben wij jou, want nu zal je iets voor ons kunnen wezen. (Er wordt gescheld.)
Daar.... dat is hij.... Ik weet niet vader of ik nu....? Neen, zeg het niet.... Toe, zeg het niet.... later.... zeg het later.... vandaag niet....
Nu ben ìk vastbesloten! Ik zal schellen Martha als ik je noodig heb. Martha en Lize af zijdeur links. Eenige oogenblikken stilte. Hugo komt door de zijdeur rechts.
| |
Veertiende Tooneel.
v. Essen, Hugo.
Ik wil ernstig met je spreken, Hugo.
Er is niets met Lize.... Ja, Hugo, wat ik je nu zeggen ga.... ik weet niet goed hoe.... Zeg me.... Hou jij veel van haar?
Zóó veel.... dat je, wat er ook gebeurde.... als ze door schuld van anderen niet was die jij dacht.... Wanneer ze niet rijk was.... Ja, dit is het!.... Ze heeft geen geld, ik moet je dit zeggen.... ik heb gespeculeerd.... Ik heb 't verzwegen, maar jij moet dit weten.... O, ik begrijp, het is erg voor je, dit zoo op eens te moeten hooren! Je zult je moeten bedenken....
Ik hoef me niet te bedenken, meneer van Essen.... Ik hou van Lize - en niet om haar geld.
Het is de waarheid. Je gelooft het misschien niet.... Ze is arm.
Ik begrijp niet waarom u er verder op doorgaat. U kunt toch nooit gedacht hebben, dat ik van haar hield, omdat ze rijk was....
| |
| |
Dit is niet het eenige.... In de zaak kan je niet komen.... omdat ik uit onze maatschappij treed....
Ik zal haar trouwen, hoe de omstandigheden ook zijn.
Dit is je ernstige.... eerlijke overtuiging.... Je zult niet van opinie veranderen, zelfs al zeg ik je meer?
Ik begrijp u niet.... Ik ben altijd eerlijk tegen u geweest, en toch voel ik telkens dat u me wantrouwt. Ik dacht eerst dat 't verbeelding van me was, - maar nu wil ik het u kort en voor het laatst zeggen: Ik hou van Lize.... begrijpt u?.... Van Lize!.... Om haar zelf, niet om haar omgeving.... O ik weet wel, u is een groot man.... de menschen houden u voor rijk, u staat aan 't hoofd van de grootste onderneming van ons land!.... U heeft van deze stad een reuzenstad gemaakt - en u zult nog veel meer doen.... Maar al had u tienmaal zooveel gedaan, al zou u nog tienmaal meer doen, het kan me niet schelen.... Want zelfs wanneer u gestolen had....
(snel.) Weet nu goed wat je zegt.
(veel zachter.) Ja, ik laat me te ver voeren.... maar u begrijpt, wanneer u telkens weer twijfelt.... Ik vraag u excuus....
Neen, geen excuus Hugo!.... Ik zal de rest wel zeggen!.... Wanneer ik gestolen had.... wanneer de heele stad in opstand komen zou, omdat ik dingen voorgespiegeld had, die niet zoo waren.... Omdat ik honderde aandeelhouders te kort gedaan had.... menschen geruïneerd.... omdat de heele onderneming die schitterend gaat, blijkt niet te rendeeren.... Zou jij dan toch Lize trouwen?
Ja, meneer van Essen.... en dit meen ik zoo waarachtig....
Wanneer ik je zei: dit alles is geen komedie.... geen veronderstelling....
Hoe meent u? Is het waar....
Ja. (Lange stilte.) Zeg me nu.... of neen.... Zeg me niets.... Ga Hugo.... Waarom blijf je nu?....
Het is waar? En alles.... de nieuwe bruggen.... de leening.... U liet 't doorgaan, terwijl u wist...?
Ja. - Ga nu, meneer van Merlen. - Ik wist wel dat u dit zeggen zou.... Maar waarom blijf je nu nog?.... Begrijp je dan niet dat ik niet wil dat je Lize nog zien zult....
Ik moet haar zien, meneer van Essen.
Omdat ik weten wil, of zij getwijfeld heeft.... Maar neen, ze heeft niet kunnen twijfelen.... Ze weet dat ik haar trouwen zal.... Waar is ze? Ik wil haar nu zien.
Blijf Hugo.... Nu moet ik je nog iets zeggen. Zíj heeft niet aan je getwijfeld.... Ik alleen dacht dat die groote liefde niet bestond....
| |
| |
En al de menschen, die in u vertrouwden! Hoe kon u doorgaan met de vaste wetenschap....
O, het heeft me dikwijls op de lippen gebrand,.... maar dan voelde ik dat het niet slecht was wat ik deed.... omdat de uitkomst schitterend zou wezen.... en ook.... ook dacht ik aan Lize. Ik had een prachtige overtuiging. Ik zag de stad zoo groot.... In alles vond ik steun.... Ik bouwde door.... Toen merkte ik dat ik te gauw gegaan was.... de kosten waren te enorm. Ik betaalde dividend; er was geen dividend en ik nam het geld van het kapitaal.... In een jaar zou het terecht komen dacht ik.... De kosten bleven.... Zoo is het verder gegaan, jaar in jaar uit.... Niemand heeft me ooit gewantrouwd! Wie zou het gedurfd hebben?.... Wie zou 't nu durven?....
Niemand weet het dus?....
En u heeft gezwegen, om Lize zegt u?
Ja ook om haar. Toen ik twijfelen ging of ik wel ooit beleven zou, dat de tekorten gedekt zouden zijn, toen ben ik pas krankzinnig veel van haar gaan houden. Elk oogenblik dat ze bij me was, bij alles wat ze liefs voor me deed, dacht ik: dit is misschien voor 't laatst.... morgen sta je alleen. Ik hoopte.... dat zoolang ik staande bleef, zij iemand vinden zou die van haar hield, en dat ik dan rustig zou kunnen....
En zij die zoo tegen u opzag....
Maar toen jij haar vroeg heb ik begrepen, dat wilden jullie werkelijk gelukkig worden, ik de volle waarheid spreken moest.... Nu weet je die.... Wat zal je doen?
Mag ik nu naar haar toegaan, meneer van Essen?
Zeg me, wat wil je dat ik nu doen zal?.... (stilte.) Luister: Nog vertrouw ik in de onderneming. Wanneer ik blijf zal 't in orde komen, maar ik heb tijd noodig; de tijd zal het wonder doen.... want o, de stad wordt groot!.... Ik ben onwankelbaar in mijn vertrouwen!.... (gaat naar het raam.) Het wordt een wereldstad.... het is een reuzen-schepping.... Waarom kijk je zoo. Hugo? Jij gelooft toch ook....?
Wilt u nog doorgaan, meneer van Essen? Is de halve waarheid u genoeg? (lange stilte. Van Essen staart hem ontzet aan. Zijn trotsche houding is plotseling weg. Langzaam drukt hij op den eleetrischen sehelknop.)
| |
Zestiende Tooneel.
Vorigen, Martha aan de zijdeur, later Lize.
Hier! (Lize komt langzaam op door de zijdeur.)
Je hebt niet getwijfeld, Lize?
Neen Hugo, neen! (zij vlijt zich tegen hem aan, snikt.)
| |
| |
Nu staan we weer dicht bij elkander, Walter.
(zick losmakend van Hugo.) Mijn goed vadertje.... dat je dit voor ons gedaan hebt.... Ons heele leven zullen wij je dankbaar zijn, niet waar Hugo?
Hugo heeft me dit al gezegd.... Kom Martha, de kinderen willen nu natuurlijk alleen blijven.
Af door de zijdeur. Lize en Hugo blijven dicht bij elkander staan. Martha kijkt hem na, roerloos.
Scherm valt snel.
| |
Vierde bedrijf.
Eene stemmige, smaakvolle werkkamer ten huize van van Essen. Op den achtergrond twee glazen deuren, uitkomend op een tuin, overhangen met zware gordijnen. Links eene zijdeur. Rechts op den voorgrond een bureau-ministre. Boekenkast. Leunstoelen. Rustbank met Oostersch kleed. Het is avond. De studeerlamp brandt. De haard is warm gestookt, de gordijnen voor de glazen deuren zijn geopend... Men ziet den be-sneeuwden tuin.
Bij het opgaan van het doek, is de huisknecht gehurkt bij den haard, Martha kijkt naar builen. Lang zwijgen.
| |
Eerste Tooneel.
Martha, Knecht.
Het is hier nog koud - stook goed.
Heeft meneer van ochtend gezegd, dat hij buitenshuis zou dineeren?
Het is hier ongezellig.... die kou.... (zij gaat naar den lessenaar.) De gordijnen moet je toetrekken. (de knecht heeft den haard opgepord, en sluit de gordijnen voor de deur. Daarna af.)
| |
Tweede Tooneel.
Martha, later Hugo en Lize.
Martha alleen, sluit zorgvuldig nog eens de gordijnen. Als zij dit gedaan heeft, komen Hugo en Lize door de zijdeur.
Hij zal in de societeit gegeten hebben.
| |
| |
Het gebeurt toch wel meer. (stilte.) Ik kan 't zoo goed begrijpen, Lize.... Het is hier aan tafel niet plezierig voor hem.
Wij hebben toch nooit iets gezegd.
Dat is 't juist, ons vreeselijke zwijgen - wanneer we over elkander zitten en niet weten wat we zeggen moeten....
Waarover zouden we kunnen spreken?
Elken nacht brandt nog laat het licht hier.... Ik ben zòò ongerust.
Wij moeten iets zeggen, alles is beter dan dit.... Zoo kan 't niet blijven.
Neen, zoo mag 't niet langer.
(tot Hugo.) Jij moet 't vader zeggen.... Wij doen nu allemaal zoo vreemd.... Hij moet weten dat wij nog van hem houden.... Want wat hij deed, deed hij voor ons....
Ja, voor jullie geluk zei hij het....
Hij mag niet langer zoo alleen blijven. Jij kunt hem raden.
Hoe zou ik dit kunnen? Het eenige dat 't weer maken kan als vroeger, is de waarheid. En als 't bekend zou worden, weet je wat dan gebeuren zal?
Hij heeft toch gezegd dat er niets oneerlijks was. Hij is te gauw gegaan.... Hij heeft iets groots willen maken - want dit is toch waar - de heele stad heeft hij veranderd.... En toen.... toen heeft hij.... ja heelemaal begrijpen doe ik 't niet.... Maar dit weet ik zeker: de menschen zullen hem vergeven, wanneer ze weten dat hij hun geld maar geleend heeft.... of nee, vergeven behoeven zij niet.... want alles komt terecht.... en de reden waarom hij het deed, was mooi....
Ja Hugo, zoo moet iedereen er over denken.
Ze kúnnen niet aan hem twijfelen.... Ze zùllen niet twijfelen.... Niets heeft hij voor zich zelf genomen.... en daarom begrijp ik niet dat hij zwijgt.... (Lange stilte.) Strang moet het weten.... Strang is z'n vriend en zal hem helpen. (Lange stilte.)
Hij zal alles beter begrijpen, dan wij en hem steunen.
Neen, Lize - en omdat je vader dit weet, zei hij 't hem niet.
Jij gelooft niet dat Strang zijn vriend is? Hij moet toch dankbaar zijn voor alles wat Walter voor hem gedaan heeft. En dit is hij ook!.... 't Is niet mooi Hugo, dat je zoo denkt....
U spreekt zoo, omdat u zoo zelden in de wereld komt. U kent de menschen niet.... Al die gevoelsoverwegingen gelden niet voor meneer Strang.... Het eenige dat hij wel begrijpen zal is, dat hij zíjn
| |
| |
geld verloren heeft, en dit zal iedereen begrijpen.... Als vader dit zegt, is hij ineens 't genie niet meer, en om zijn goedheid zullen ze lachen.
Neen, dat kan niet! Jij ziet dit zoo.... maar verkeerd. Zooals ik het voel, zal Strang het voelen, en alle menschen met hem.... en daarom zal ik zeggen dat Walter spreken moet! - Je zult zien dat ik gelijk heb!
Dat móógt u niet!.... U weet niet wat daar het gevolg van is! - Het moet uit hem zelf komen.... Het zàl uit hem zelf komen.
En waarom zal het uit hemzelf komen?
Omdat 't niet anders kan.
(met warmte.) Neen Hugo, niet daarom!.... Dit zal hij weer doen, omdat hij van ons houdt.... Nu moet u spreken, tante, - zooals nu kan 't niet langer! Maar als vader 't eerlijk iedereen gezegd heeft, zullen we weer 't zelfde voor elkander worden, als vroeger.
Ik heb je dit niet gezegd, Lize.
Ik heb er naar verlangd dat jij dit zeggen zou.
Wij mogen er niet op aandringen, wij vooral niet.
En begrijpen de menschen hem niet, dan zal ik met hem weggaan en samen zullen we werken, tot ze hem roepen zullen, om te zien hoe groot zijn werk geworden is.
Geen meelij? Hugo.... ik ben vast besloten.... (er wordt geklopt.) Binnen!
| |
Derde Tooneel.
Vorigen, de Knecht zijdeur.
Meneer de Wilde vraagt....
Ik kom. (Knecht af.) Ik zal hem zeggen, dat Walter hem iets heel ernstigs mee te deelen heeft.... Hij moet 't weten.... hoe eer hoe beter!
(is snel voor de zijdeur gaan staan.) Dit zult u niet! (stilte.) En als hij dan van avond nog iets wanhopigs doet?
Hugo, je meent toch niet?....
Nu kunt u gaan, tante.... U draagt de volle verantwoordelijkheid.
Ik zal niets zeggen.... niet aan de Wilde.... (stilte. Martha af.)
| |
Vierde Tooneel.
Hugo, Lize.
Lize die roerloos op de sofa zat, wendt zich van Hugo af en verbergt haar gezicht in de handen. Stilte.
Lize.... Lize.... Waarom huil je nu?.... Je moogt niet huilen.... Ik wil 't niet. (trekt haar naar zich toe.) Je kunt toch niet
| |
| |
gelooven dat ik.... (zij snikt hartstochtelijk.) Waarom huil je nu zoo? Zeg nu iets.... Zoo zouden we mekaar verliezen.... en dat mag niet Lize.... ik kan je niet verliezen.... ik wil je niet verliezen.... Wij moeten elkander begrijpen....
Ik ben zoo bang dat we mekaar nu al niet meer begrijpen.... Het mooie gaat weg.... ik voel 't.... het mooie gaat weg....
Ik hou van je Lize.... zóóvéél.... houd ik van e.
En waarom, als je zooveel van me houdt, wil je dan niet iets voor hem doen? Hij had kunnen doorgaan en niemand zou iets geweten hebben.... Zijn heele trots heeft hij aan ons opgeofferd.... en nu drijven wij tweeën.... wij tweeën (stilte. Zij grijpt angstig Hugo's hand.) Dit mag niet.... (snikt) dit kan jij toch niet willen!....
Niet huilen.... ik blijf bij je.... altijd.... ik ga nooit van je weg.... Je zoudt me kunnen wegsturen.... Toch zou ik blijven.... Ik hou van je en jij van mij.
Help hem Hugo, help hem....
Maar dàt.... dàt.... kan je niet van me vergen.... Wanneer ik òòk zou liegen, wanneer jij wist dat ik komedie speelde voor alle menschen, zooals hij moet, voor Strang, de Wilde, iedereen.... hoe zou je dan van me kúnnen blijven houden? Ik zou anders willen weze maar ik kan het niet, juist omdat ik van je houd.... Het is al zoo zwaar voor me, dat ik zwijgen moet.... nu al voel ik me of ik meedoe.... Het is m'n plicht te spreken, en ik zwijg om jou.... Maak 't me niet nog zwaarder.
De dag zal komen dat hij alles zeggen zal.... maar niet door mij.... niet door jou mag dit. Wanneer er iets gebeuren zou, zouden wij nooit meer gelukkig kunnen wezen. - Wij zouden dan ten koste van hem....
Waarom zou er iets gebeuren? Hij deed het voor een mooi doel, Hugo!
Dit geloof je dus? O, als je hem dit wou zeggen, Hugo!.... Dit zou hem al veel gelukkiger maken!
Dìt wil ik hem zeggen.... Meer mag ik niet.... Later zal je begrijpen waarom.... En zeg nu dat je me vertrouwt.... Er zal nog zooveel gebeuren, dat wij geen oogenblik aan elkander mogen twijfelen.
| |
Vijfde Tooneel.
Vorigen, Martha komt binnen en ziet hen scherp aan.
| |
| |
(tracht te lachen). Welnee tante!
Neen.... maar nù moèt Walter de waarheid spreken.... Hij zal ook niet willen, dat je hierom ooit nog huilen zult....
Wees niet bang.... Hij zal niets wanhopigs doen.... ik zal bij hem blijven, (stilte.) Stil!.... Doe vroolijk!....
| |
Zesde Tooneel.
Vorigen, v. Essen.
(komt door de zijdeur.) Jullie hier?.... Dag Hugo! Dag Lize!.... Zijn er brieven?
(gaat aan zijn lessenaar zitten, neemt een krant, houdt die zoo, dat de anderen hem niet in het gelaat kunnen zien, doet alsof hij met aandacht leest.) Je hebt zeker gewacht, Martha.... Ja.... de Wilde heeft me zoo lang opgehouden.... Je begrijpt met de steenlegging van de brug.... die drukte....
We spraken over de meubelen, die de kinderen koopen willen....
Ja, jullie moet maar gauw trouwen.... 't Is koud buiten....
Idee.... (lange stilte.) En jullie sprak zoo over de meubelen?... (stilte.) Niemand hier geweest?
(even aarzelend.) de Wilde?.... Zoo.... ja, 't kan wel; hij is al 'n poosje geleden van me weggegaan.... En welke kleur wil jullie? (hij gluurt over zijn krant naar Hugo. Lize en Martha bij de sofa.)
(nadert hem langzaam, zacht sprekend.) Ik wou je even alleen spreken, Walter.
Heeft de Wilde je iets gevraagd?
(zacht.) Hij dacht dat je ziek was.... omdat je niet op kantoor geweest bent.
Lize-lief, Hugo.... Tante heeft me iets te zeggen.... Jullie wilt wel in de huiskamer gaan. Straks roep ik je weer.
Hugo kijkt naar Martha en gaat langzaam naar de zijdeur. Lize staat op, weifelt. Plotseling gaal ze naar van Essen, slaat hare armen om zijn hals en snikt.)
Niets.... neen niets.... Ga je mee Hugo? (met Hugo snel af door zijdeur.)
| |
| |
| |
Zevende Tooneel.
v. Essen, Martha. (Lange stilte.)
Je moet de waarheid zeggen.... Zoo kan het niet langer!....
Neen.... niet heel lang meer.... dat voel ik zelf.... Heeft De Wilde je toch iets gevraagd?
Neen, om de vreemden zeg ik 't je niet.... voor de kinderen....
Hugo heeft niets gezegd.... maar ik voel, dat als het zoo door gaat, het tusschen hem en Lize uit zal raken.
Toen ik straks binnen kwam, zag ik dat Lize gehuild had.... Wij hadden over jou gesproken.... Ik wou.... jou zeggen, dat 't zoo niet langer kon, maar Hugo verbood mij dit, omdat het uit je zelf moest komen.
Waarom kon hij me dit zelf niet....
Omdat.... Kijk Walter, hij kent je niet, zooals ik.... Hij dacht, dat wanneer jij het zou moeten zeggen, je.... omdat dan je trots.... ja, dit is het.... je trots gebroken zou zijn.... je dan iets.... (stilte.) Ja, 't is belachelijk natuurlijk, want als ik dit geloofde, zou ik toch niet....
(tracht te lachen.) Dat ik dan iets wanhopigs doen zou?.... Heeft hij dit gezegd?
(knikt.) Hij dacht dat de menschen je niet zouden vergeven, dat je gezwegen had.... Maar dit denkt hij.... omdat hij niet weet, hoe de menschen van je houden....
(zenuwachtig lachend.) Malle ideeën van zoo'n jongen!
Ik wist wel dat ik je kende, en jij weet ook, als het werkelijk zijn zou, dat de menschen je niet begrepen, ik dan bij je zou blijven.
Zou jij dit toch voor mij willen doen?
Van avond nog moet jij het Strang zeggen.... Hij weet precies hoe er over geoordeeld worden zal.... Begrijpen zij je niet, dan gaan we samen weg en samen zullen we werken tot ze ons zullen halen.... tot zij gezien hebben, dat je werkelijk groot en te goedertrouw was....
Hij ook? Dat komt, omdat jij zoo eerlijk bent, Martha.... omdat jij zoo'n vertrouwen hebt in de toekomst.
Ja, dat heb ik.... want als iedereen het weet, is de toe-
| |
| |
komst mooi.... dan hoef je niet meer te tobben, dan kan je ons allemaal weer eerlijk in de oogen zien.... en meelachen kan je dan.
En als Lize getrouwd is, en er zijn kinderen.... dan kan je die rustig op je schoot nemen.... want dan is 't uit met alle leugen....
Ja, dat is het geluk.... Eerlijk tegenover de menschen te staan.
Zooals het nu is, kan het niet langer! Je zegt dat je op kantoor was.... de kinderen weten dat 't niet waar is.... Uit elk woord van je hooren ze de leugen.... Je bent hun vader, ze moeten je kunnen achten....
En geloof jij nu, dat, als ik iedereen de waarheid heb gezegd, Hugo mij wel zal achten?
Ja.... want je hebt immers gezegd, dat je niets slechts hebt gedaan.... en toen heb je toch niet gelogen.
Neen. Want ik heb geloofd in de onderneming. Nog geloof ik er in.... en dit moet je altijd Lize zeggen, als ik er niet meer wezen zal.
Ja, je moet hier van daan.
Ik vlúcht niet, Martha.... Ik ga weg.
Neen, vluchten mag je niet.... Je moet eerst de waarheid spreken.... Daarna is het geen vluchten.... dan ga je met mij....
Alles heb je me dus vergeven.... ook dat ik je man....?
Hij zou het je nu ook vergeven, omdat hij je nu beter zou kennen.
Maar als het mocht gebeuren, dat alles anders ging dan wij ons voorstellen, denk dan niet dat jij je iets te verwijten hebt.... Ik zelf voel, dat het zoo niet langer kan.... Zoo lang ik alles alleen droeg, praatte ik het me zoo mooi voor, maar nu ben ik het met me zelf niet meer eens.
Ja, Martha. (stilte.) Ik heb me zoo dikwijls voorgenomen het te zeggen - 's nachts. - Als het dan weer licht werd, stelde ik 't uit.... Nu is dit alles voorbij.
Nu begint wéér een mooie tijd.
Laat Strang dadelijk hier.
En als je 't hem gezegd hebt, weet je dan of wij gaan?
Dan zal ik weten of ik met jou of alleen moet gaan.... (stilte.) Vraag Hugo of hij bij me komen wil.... zonder Lize.
(Martha af zijdeur. v. Essen wacht. Na eenige oogenblikken komt Hugo.)
| |
| |
| |
Achtste Tooneel.
v. Essen, Hugo.
Ik zal 't Strang zeggen.... Je zult haar niet alleen laten?
Zij was alles voor me.... Zal je haar daar niet aan laten twijfelen?
(neemt Hugo's hand.) Er zal nu veel gebeuren.... Zal je als ik weg ben, ook voor Martha willen zorgen?
(knikt.) Waar wilt u heen?.... U moogt niet.... (zwijgt verlegen.)
Jij dacht dat ik....? (lacht.) Neen, je kent me niet, Hugo.... dàt wat jij denkt zal hoop ik niet behoeven te gebeuren.... Ik zou zoo graag beleven, dat alles werd zooals ik me heb voorgesteld.... Ik heb altijd gedacht dat alles terecht zou komen. Geloof je dit?
(kijkt naar den vloer.) Ik heb - en dit was niet mooi van me - je soms kwalijk genomen, wanneer je zweegt als ik in de kamer was.... en die komedie speelde voor de vreemden. Nu ben ik je dankbaar dat je zoo deedt, want daardoor durf ik je nu zoo gerust mijn kind toe te vertrouwen. Jij hebt je niets te verwijten.... (veranderd.) En roep nu Lize.... Vóór Strang komt, wil ik jullie nog even samen zien.
U belooft me dat u niets...? Lize en ik willen niet....
(doet verbaasd.) Wat wil je toch dat ik beloof? Kom, roep haar gauw. Dadelijk komt Strang.... (lachend) Jij hebt malle ideeën....
Hugo af zijdeur, komt een oogenblik later terug met Lize.
| |
Negende Tooneel.
v. Essen, Lize, Hugo.
(tot Lize.) Ik zal oom alles zeggen.... Je begrijpt, daarna heb ik veel te doen kind.... en daarom moet je me nog eens zeggen: zal je evenveel van Hugo houden zonder mij?.... (lachend) want o, wat zal ik dan weinig bij je kunnen zijn!
Mijn vadertje!.... (kust hem.) U blijft bij ons.... Hugo wil het ook.... Al zou iedereen aan u twijfelen, wij niet.
(trekt hen beiden naar zich toe.) Dit heeft hij mij gezegd Lize, en dit heeft me blij gemaakt.... Hugo is eerlijk!.... Wat hij gedaan heeft, was voor het bestwil van ons allen, daarom mag er nooit één woord van dit treurige tusschen jullie blijven hangen.... Ik zou het voelen als jullie elkaar niet begreep.... hoe ver ik ook zijn zou.... en dan.... maar dan ook alleen, zou je me kunnen beklagen.
| |
| |
| |
Tiende Tooneel.
Vorigen, Martha, even later Strang.
(door de zijdeur.) Strang....
De gelukkige familie.... Ik was al bang dat je ziek wa[s].
Ja, ik heb je veel te zeggen. (Martha, Hugo en Lize af zijdeur.)
| |
Elfde Tooneel.
v. Essen, Strang.
Het lijkt me heel gewichtig.
Dat is het.... Het zal heel lastig voor me zijn, je alles duidelijk uit te leggen, daarom is het noodig dat je me heelemaal laat uitspreken, ook, als je het niet met me eens zult zijn.
Je doet bizonder.... Je overwerkt je toch niet? Waarom ook wil je alles alleen doen?
Het was noodig dat ik altijd alles zelf deed. Niemand kon me helpen, maar straks wanneer ik uitgesproken heb, hoop ik niet meer zoo alleen te staan.
Ja, maar de schuld ligt bij mij, want jij bent 'n vriend van me, niet waar Strang?.... Dit heb je altijd gezegd en ik geloof je.
Je hebt geen reden om te twijfelen.
Je zei dikwijls dat je hoopte op 'n oogenblik, waarop je veel voor me kon doen, om die vriendschap te bewijzen. Nu is het oogenblik gekomen.
Met wat zou ik je kunnen helpen? Er is toch niets....?
Ja, ik wil weg.... en zeg me nu voor ik ga, geloof jij in de toekomst van de stad?.... Geloof jij in mijn werk?
Geloof jij dat er een tijd zal komen, waarop al onze plannen, werkelijkheid zullen zijn? Is dit in jou een overtuiging?.... zooals dit in mij een vast vertrouwen was?.... Zeg ja of neen.
Ja.... anders zou ik me er toch niet zoo voor geïnteresseerd hebben.
Dus jij zou met liefde willen voortzetten, wat ik begonnen ben?.... Er zullen moeilijke tijden komen, maar als je er een vast vertrouwen in hebt.... zal je alles kunnen overwinnen.
| |
| |
En waarom moet jij weg?.... Waarom moet ik?.... Er is toch niets....
Ja, er is veel gebeurd, en daarom kan ik zelf niet doorgaan.... maar jij die eerlijk bent, zult 't kunnen.
Ik ‘die eerlijk ben?’ Maar dit is onmogelijk!
Het is de waarheid die ik je nu zeg.... Je moet nu toch aan me kunnen zien, dat ik de waarheid spreek?.... Juist, omdat ik zoo heel anders ben dan vroeger.
Maar wat is dan die waarheid?
Er zijn groote tekorten.... al jaren....
Onmogelijk! De balansen?....
Valsche balanslijsten heb ik jullie gegeven!
Van het kapitaal.... Laat me uitspreken.... Neen, zeg nog niets.... nu nog niet.
Groote god dat is een nekslag voor de heele stad.... en voor mij.... maar neen, ik kan 't niet gelooven....
En jij hebt ons dus altijd voorgelogen!.... Mij zelfs! Je zwager! Je vriend?.... Wij zagen een groot man in je - en je was 'n dief!.... haha! Maar hoe zijn we dan zoo blind geweest?.... Nu begrijp ik alles.... maar nu zie ik het aan je!
Zeg dit niet, want nu voor het eerst ben ik eerlijk.
Een mooie eerlijkheid! Tot den laatsten dag toe heb je gezwendeld, en nu moet je je natuurlijk wel gewonnen geven!.... Eerlijk! haha!... De eerlijkheid van 'n betrapte dief!... Daarom wil je dus vluchten?
Vluchten zou ik, als ik voelde dat ik voor een oneerlijke zaak stond.... Ik wil weggaan, nadat ik alles heb geregeld!
Vluchten of weggaan, ik voel daar geen verschil in.... En buitendien ik heb nu geen lust in je spitsvondigheden! Je moet natuurlijk weg!
Het is niet noodig dat ik 't zeg, Strang. Ik zou kunnen doorgaan.... Ik wil niet.
Je bazelt.... de Wilde, Stark, iedereen weet 't!
Niemand weet het. Alleen de kinderen en Martha.
Ja. Ik wil met Martha weggaan. Ik heb het jou willen zeggen, het eerst van alle Commissarissen, omdat jij mij het beste zoudt begrijpen.... Aan jou wou ik zien, hoe 't gaan zal en of ik later kan terugkomen, als de heele wereld 't weet. (stilte.)
(na lang denkend.) Maar ze hoeven 't niet te weten!.... nog
| |
| |
niet ten minste.... het kan misschien toch nog te recht komen.... Hoe groot is het tekort?
Zooveel, dat het jaren zal duren....
Goed.... Maar het kan toch terecht komen.... De havens gaan vooruit.... Er komen elk jaar meer schepen.... Wacht nog....
Zie je, nu denk jij er over zooals ik er ook over gedacht heb!.... Ik heb gezwegen, omdat ik bang was voor een paniek.... Ik heb het dividend betaald, omdat de zaak moest blijven bestaan.... honderden menschen zouden anders geruïneerd zijn.... En jullie hebt mij blindelings gevolgd, omdat jullie natuurlijk net als ik voelde, dat het een wereldstad zal worden....
Gek die ik was! Ik die tegen je opzag als tegen een heilige! Elken dag heb je me belogen!
Had je gewild dat ik er jou in betrokken had?.... Iemand moest me helpen.... en daarom heb ik Menke procuratiehouder gemaakt.
Hij moest het weten voor de boeken. Toen zijn de vernederingen begonnen. Tot alle waardigheden werd ik gekozen, het volk ging met me mee.... Op straat was ik groot.... en zoo, wanneer ik alleen was met Menke - was ik een dief!.... Niets is me bespaard.... In mijn huis, voor mijn kind zelfs, altijd heb ik moeten liegen! Nooit heb ik me kunnen uitspreken. Ik geloofde in de toekomst.... Maar nu weet ik dat eerst de leugen weg moet zijn, omdat het niet mogelijk is op rotten grond te bouwen.
O, je zegt het zoo mooi,.... maar je bleef leven in de weelde!
Ik was maar een figurant in de rijkdom.... Ik wist dat ik alles elk oogenblik zou kunnen verliezen! (stilte.) Ik bleef hier omdat ik dacht dat ik alleen alles tot een goed eind zou kunnen brengen.... en ook voor Lize bleef ik.... Als zij getrouwd is, dacht ik, mag gebeuren wat wil!
Toen begreep ik dat zij niet gelukkig kon worden, als Hugo niet alles wist - en voor haar heb ik het gezegd en voor haar zal ik het de heele wereld zeggen!
Ja, dat moet je doen... maar niet van avond... niet morgen...
Ja, dadelijk Strang! Hoe zou ik nu nog langer kunnen liegen?
Maar ìk dan?.... Jij wilt toch niet dat ìk....
Je moet mij toch tijd geven, om er uit te gaan.... Mijn aandeelen moet ik toch verkoopen.... voor de menschen het weten!
Ja, dìt mòèt je toch voor me doen!
| |
| |
En ik, die dacht dat jij het werk zou doorzetten!.... Ik wou jou alles overdragen!
Dat is van later zorg!... Je zwijgt nietwaar?... een week.... drie dagen.... twee dagen.... alleen morgen desnoods....
Ik ben geen dief. Je begrijpt me verkeerd!
O neen.... want als je dat doet.... als je mij op straat brengt.... Ik heb een huishouden.... Mijn halve vermogen zit in die vervloekte zaak.... Als je dat doet, ben je 'n ploert.... maar je doet 't niet.... voor mij niet.... voor onze oude, mooie vriendschap!
Wat dit wel vriendschap, Strang?.... Sinds ik de waarheid spreek, begin ik zoo heel veel anders te zien.... Wij spelen allemaal komedie voor alle menschen.... en voor ons zelf.... Vriendschap, liefde, 't zijn woorden die we zeggen uit gewoonte.... en uit eigenbelang! Wij zijn alleen maar waar als de noodzakelijkheid er ons toe dwingt. Nu voor 't eerst staan we in onze ware verhouding tegenover elkaar! Nu begrijp ik ook waarom jullie nooit aan mij twijfelde. Jullie ook dacht enkel aan eigenbelang, net als ik - en omdat jullie daar zoo vol van was, kon ik jullie bedriegen, maar jullie bedroog mij ook.
Dat is allemaal maar praten! Handelen moeten we.... Je zwijgt dus.... drie dagen.... twee dagen....
Neen! Ik zwijg niet!.... want dan alleen zal 't mogelijk zijn, dat ik later terugkom.... als ik niet gestolen heb!
Dit zou diefstal zijn.... Nu heb ik de vaste wetenschap, dat 't niet meer terecht zal komen.... En ik die dacht dat jij even als ik geloofde....
Dit is je vaste besluit?....
(schamper lachend.) En jij hoopt op de toekomst.... Jij gelooft, dat de menschen je zullen vergeven? om het gróóte dat je gedaan hebt?.... haha! Jij gelooft dat die jongen je dochter trouwen zal en jou nog op den koop toenemen!.... Een heerlijk monument zal jij in de familie zijn! Jij wilt misschien nog wel als je terugkomt, je kleinkinderen in slaap zingen!.... Een prachtige grootvader zal je wezen.... haha!... Maar voel je dan niet dat zij je dood zullen wenschen, als je zooveel schande over hen brengt?
Hoe kan je zoo nog blijven staan, jij!... Je hadt je voor je kop moeten schieten, als je 'n greintje eergevoel hadt gehad.
| |
| |
Zeg nu geen woord meer!... Alles wat je zegt is toch gelogen!
Je dacht misschien nog dat ik hier zou blijven?.... Geen minuut!... Je huis wil ik niet meer door.... Dit vervloekte huis, waarin je me hebt belogen en bestolen! (gaat naar de tuindeur.)
Ik moet je nog iets vragen, Strang!
(veel zachter, langzaam naderend.) Je komt er op terug....?
Het is mijn schuld dat Menke zoo geworden is.... Jij zult dit later zeggen.
Wat gaat mij dat aan?.... Dacht je dat ik me daar mee bemoeien zou?.... De heele stad zal weten, dat ik nooit iets met je smerige zaken te maken had.... de heele stad.... en direct....
Hij gaat haastig weer naar den achtergrond, rukt de gordijnen open, duwt de deuren open. Men hoort zacht het geluid van een boothoorn. Snel gaat hij weg. De deuren blijven wijd geopend. v. Essen blijft roerloos staan. Na eenige oogenblikken.
| |
Twaalfde Tooneel.
v. Essen, Martha in de zijdeur.
Ik hoorde Strang weggaan.... Waarom is hij door den tuin....
Hij is gaan zorgen, dat ik gauw weg kan....
Neen. Hij heeft me overtuigd.... dat ik eerst moet gaan....
| |
Dertiende Tooneel.
Vorigen, Hugo, Lize, door de zijdeur.
(Stilte.)
Nu moet jelui me alleen laten.... ik heb zooveel te doen.
Hij heeft u toch begrepen?
Ja, nu hebben wij elkaar goed begrepen!.... (stilte.)
(tot v. Essen.) Ga mee naar de huiskamer.... Het is hier koud.... (Zij sluit de tuindeur. Heel uit de verte hoort men weer de hoorn.)
Ik moet nog veel in orde maken.... Je begrijpt toch.... Goeien nacht!
(Lize kussend.) Goeien nacht liefste!.... Morgen zal je alles weten. Goeien nacht Martha.... Hugo, neem jij haar mee.... (lachend.) Die vrouwen willen dat je altijd bij haar blijft.
Hij troont Lize en Martha zachtjes weg door de zijdeur en blijft daar voor staan.
| |
| |
| |
Veertiende Tooneel.
v. Essen, Hugo.
Waarom ging meneer Strang niet binnendoor?
Hij had haast. - Ga nu jongen!
Ik wil niet dat u alleen blijft.
Alweer? (lachend.) Hoe kom jij toch aan die romantische invallen? Maar ik wìl nu dat je gaat.... ik moet werken.... Goeien nacht!
Ja, ja, ja.... (lacht) overdreven kerel!.... (duwt hem zacht de zijdeur uit.)
| |
Vijftiende Tooneel.
v. Essen alleen.
Hij blijft bij de deur staan, luistert en gaat dan snel aan den lessenaar zitten. Doet alsof hij werkt. Zacht gaat de zijdeur open. Hugo komt langzaam in het deurvierkant.
(zenuwachtig lachend) Nu ben je dan toch zeker gerust.... Ga nu maar heen, Hugo!
Hugo af. Lange stilte. v. Essen staat voorzichtig op, nadert langzaam de zijdeur, sluit die met sleutel, gaat terug naar zijn lessenaar, opent de onderste lade met een sleuteltje, neemt er een revolver uit en legt die naast zich neer, dan gaat hij zitten. Naar een portret in lijst voor hem zit hij te staren. Roerloos blijft hij langen tijd. Er wordt geklopt.
(opgeschrikt, schielijk overeind.) Ja.... ja....
(achter.) Waarom heb je gesloten, Walter? Maak open! Ik ben bang!
(Met revolver in de hand.) Ik werk Martha.... Waarom kom je me haasten?
(achter.) Ik ben bang Walter! Maak open!.... Toe, maak open!.... Ik ben bang....
Waarom kom je me nu haasten? Waarom kom je me haasten?
Hij blijft met gesloten oogen hoogopgericht aan zijn lessenaar staan, zijn hand waarin de revolver omlaag. Martha's angstig-roepende stem hoort men tot het einde.
Zeer langzaam daalt het scherm.
Einde.
Rotterdam, Januari 1907.
|
|