Groot Nederland. Jaargang 5
(1907)– [tijdschrift] Groot Nederland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 288]
| |||||||||||||||||||||||||
Het dubbele levenGa naar voetnoot1).
|
Walter van Essen, | Weduwnaar, Koopman, Directeur eener groote handels-onderneming. |
Lize, | zijne dochter. |
Wed. Martha van Renswalde, | zijne zuster. |
Arnold Strang, | }broeder van v. Essen's overleden vrouw.
commissarissen der handelsonderneming. |
De Wilde, Bankier, | }broeder van v. Essen's overleden vrouw.
commissarissen der handelsonderneming. |
Stark | }broeder van v. Essen's overleden vrouw.
commissarissen der handelsonderneming. |
Mr. Hugo van Merlen. | |
Willy Bloemendaal. | |
Menke, | procuratiehouder ten kantore van v. Essen. |
Van Buren, | boekhouder. |
Een bediende van het kantoor. | |
Een huisknecht. |
Eerste bedrijf.
Eerste Tooneel.
Het was een verbazend mooie redevoering van meneer van Essen. Van den oudsten tot den jongsten bediende, allemaal waren we onder den indruk.
Ja, meneer van Essen kan prachtig spreken.
Leg neer op den lessenaar.
Er is haast geen beginnen aan, alles te sorteeren.
Je hebt de orders toch goed gegeven? Om 5 uur precies fluit de baggermolen, dat de afsluitdam uit de nieuwe haven is genomen. Op dat sein fluiten alle booten van de maatschappij op de rivier....
De meeste schepen liggen al over het kantoor. U kunt ze van hier uit zien.
Toch moet je 't, voor alle zekerheid, beneden nog even herhalen.
Tweede Tooneel.
Ja Stark, het personeel verwent me.... Kijk eens de mooie pendule, die ze me gegeven hebben.
Je schijnt een schitterende redevoering gehouden te hebben.... ten minste wat ik op 't kantoor hoorde....
Zijn er nieuwe telegrammen gekomen, meneer Menke?
Verscheidene meneer!
dat ze je verwennen. Jammer alleen, dat ze niet alle weten te waardeeren, hoe goed ze 't hier hebben.
U wilt wel beneden wachten, tot ik u noodig heb. Alles is dus goed begrepen: de baggermolen fluit éerst.
Heb je al met hem gesproken?
Nog niet. Ik wil als straks de Wilde komt, nog even daarop terug komen.
Ik begrijp niet dat je hiervan 'n gewichtige zaak maakt.
Ik overweeg wèl, voor ik handel. Kijk eens, wat 'n telegrammen!
Het wordt een feestdag voor de heele stad.
O, het zal een indrukwekkende plechtigheid zijn. Voor den ingang van de haven is een zijden koord gespannen.... Dit varen we stuk.... Eerst komt onze boot, met jou, de andere commissarissen, ik, de minister, de autoriteiten.... Daarachter al de booten van de maatschappij.
En dat er toch nog menschen zijn, die ons tegenwerken. Die ellendige oppositie! Maar nu zijn we toch wel zeker van de zaak.
Ja, zonder jullie steun....
Als het voorstel verleden week in den Gemeenteraad in eens in stemming was gebracht, zouden wij 't misschien nog verloren hebben.
Het was een goed idee, de beslissing tot vandaag aan te houden.
Ja, in die ééne week hebben wij wonderen gedaan. Nu komen de bruggen wel, waar jij ze wilt. Maar jou lezing van deze week heeft den doorslag gegeven. Zooals jij ook spreken kunt....
Ik geloof niet dat er iets onbereikbaar is, wanneer je't ernstig bereiken wilt. De bruggen mòèten tegenover onze terreinen komen. Gaat de gemeenteraad van middag met ons mee, dan zal de nieuwe leening dadelijk geplaatst worden. Het is de erkenning van mijn juiste inzicht, daar mag niet aan getwijfeld worden.
Ik heb er wel het mijne voor gedaan.
Niemand waardeert dit meer dan ik.
De leening wordt dus dadelijk uitgeschreven.... en wordt geplaatst, daar is geen twijfel aan, we beginnen dan direct met 't bouwen van de veemen. En de directeursplaats?
Het was toch al beslist dat jij....! - Heb jij dan werkelijk 'n oogenblik kunnen denken, dat ik daarin aarzelen zou?
Neen, maar toch, zaken zijn zaken.... Ik houd van duidelijk afspreken....
Nooit heb ik iets met meer blijdschap gedaan, dan ik dit voor jou zal doen.
Je zult eens hooren hoe ik straks zal spreken. Ze zullen meegaan, die heeren van de oppositie!.... en van avond aan 't diner....
Derde Tooneel.
Meneer de Wilde.
Verzoek meneer hier te komen.
Vierde Tooneel.
Goeden middag,
Ik dank je, voor wat je gedaan hebt.
Jou lezing deed wonderen.... Van middag behoeven wij slechts te releveeren.... Even vóór de stemming vraag ik het woord....
Het is een geniaal plan.... Ja, dat iemand nog bezwaren hebben kan, - is te dwaas....
Ja.... maar dit is nu toch in orde.... 93 - 't is goed.
Leg ze hier.
Ik zag Menke beneden.... Heb je hem nog niet ontslagen?
Ik wou geen beslissing nemen, voor je nog eens hier geweest was.
Ik zou dien man al lang hebben weggedaan.... Op 'n dag als vandaag moest hij er niet zijn. Hoe kan je voorzoo'nkleinigheid....
Heusch dit is niet klein.... (Stark komt naderbij.) Ga even
zitten,
Het is het tweede punt op de agenda. We hebben niet heel veel tijd.
Ik wil van daag veel afhandelen - ik kom dadelijk terug.... Ik zal de boeken hièr laten brengen.... Eén oogenblik maar....
Je kunt toch wel even bellen.
Ik moet nog 't een en ander beneden zeggen, anders worden we weer gestoord,
Vijfde Tooneel.
Een geweldige werker....
Dat er nu juist zulke beroerde dingen moesten gebeuren....
Toch begrijp ik niet, waarom hij 'n oogenblik kan vasthouden aan de idee om dien Menke te houden.... Met de bewijzen die er zijn....
Hij hecht aan z'n menschen.... dat 's een mooie trek.
Zesde Tooneel.
Daar de boeken.... Zoo.... voorzichtig.... eerst de papieren weg.... Zoo.... je kunt wel gaan.
Moet u wachten?
Meneer dacht mij noodig te hebben.
Daar komt weer een boot, da's de Amerikaansche....
Zevende Tooneel.
Ik heb en passant uit de ontvangkamer sigaren gehaald.
Ik heb de boeken laten brengen, om jullie te laten zien, dat alles hier gelukkig in orde is.
Heb je alles nagezien?
Het was mijn eerste werk. Ik heb geen rust, als er de minste
twijfel bestaat dat hier iets niet in orde is. Tot twee uur van nacht heb ik aan de boeken gewerkt.
Dit ontbrak nog bij al de drukte....
Niet de minste onregelmatigheid vond ik....
Ik was werkelijk een oogenblik bang.
Ja, ik ben ook ongerust geweest, dat hier geknoeid zou zijn. Maar het is niet zoo. Dat zou trouwens bijna onmogelijk wezen met mijn contrôle.... En daarom, nu alles klopt wilde ik je vragen, of je er nù nog beslist op staat, dat Menke ontslagen wordt.
Beste van Essen, ik vind 't mooi, dat je zoo voor je personeel opkomt, en ik begrijp dit volkomen.... Jij werkt altijd met hen.... Maar juist omdat wij gedeeltelijk buiten de zaak staan, zien we veel, misschien duidelijker. - Uit de faillissementslij sten van de effecten-bank is zoo zuiver bewezen, dat die Menke groote sommen heeft verspeculeerd....
Hij heeft jaren lang kolossale bedragen gesuppleerd.... Hij is royaal gesalariëerd, maar zooveel verdienen, dat hij zooveel betalen kon....
Jij dacht ook eerst aan een mogelijkheid dat hij ons hier te kort zou hebben gedaan.... Dit is nu niet 't geval.... Jij zegt het en dit is ons voldoende.
Ik liet de boeken hier brengen....
Als jij 't ons toch zegt....
Maar al is alles hier correct, is daarmee niet bewezen, dat hij dat kleine maatschappijtje van hem zelf niet te kort gedaan heeft.... Daar wordt al over gesproken en dat zal hij gauw moeten verantwoorden.... Maar hoe ook.... hij is een gevaarlijk speculant, die uitgeeft vèr boven zijn inkomen.... Voor het prestige van de zaak, kunnen wij hem niet als procuratiehouder houden.
Op de beurs hebben ze.... ja, 't is belachelijk.... mij al bedekte dingen gezegd....
Die laster is van invloed op de koers van de aandeelen.... en juist nu moeten die de hoogte in.... hoe zou je anders de nieuwe willen plaatsen?
Jullie hebt wel gelijk; maar die Menke heeft een knappe kop. Ik heb hem als jongen op kantoor gekregen.... Hij heeft hier altijd trouw z'n plicht gedaan.... Door hem is 't mij mogelijk geweest alle posten aan te nemen. Had ik Kamerlid kunnen zijn, als ik hem niet hier gehad had? Had ik buiten het vertrouwen kunnen winnen voor onze onderneming, als hij hier niet in mijn plaats gestaan had?
Dit alles weegt niet op tegen de moreele schade, die we
ons zelf toebrengen, wanneer wij 'n dergelijk onbetrouwbaar mensch handhaven. Niemand is onmisbaar....
En dan de gevoelskwestie.... Hij was jong.... Zijn misschien tè snelle promotie heeft hem 't hoofd op hol gebracht.... Misschien dat een scherpe reprimande....
Ik kan me werkelijk met zulke gevoelsoverwegingen niet vereenigen.... Dit is ook heelemaal niet in jou lijn, van Essen. Als 't een ander was als deze zou je geen oogenblik aarzelen.... Het is een harde maatregel.... ik weet 't.... maar 't moet....
Hij heeft vrouw en kinderen.
Daar had hij vroeger aan moeten denken.... Heusch, die man moet onmiddellijk ontslagen worden.
Het zou in den Raad al een beteren indruk maken, als we konden zeggen, dat alles hier in orde is en de man ontslagen.
Het is natuurlijk belachelijk, maar begrijpelijk, dat de oppositie zou zeggen dat wij hem houden moeten.
Wie zou dat durven?
Waarom zou dit noodig zijn?
Buitendien, het is al te laat. Neen, het boekenbewijs schenken wij je graag, maar die Menke moet weg.
Dus het staat vast.
Het moet. Je zult later zelf zien....
Goed dan.... misschien blijkt later dat jullie gelijk hebt. Ik geloof 't niet, maar jullie hebt me altijd 't beste geraden.... Dat ik hem voorsprak kwam wel omdat ik hem zoo heelemaal gevormd heb.... Maar nu....
We hadden immers toch dadelijk gekomen om je den uitslag te zeggen.... In geen geval blijven we tot 't eind van de zitting.
Vóór vijf uur moet je hier zijn. Dat is 't groote oogenblik! Jullie moogt je nu wel haasten, anders kom je te laat.
Achtste Tooneel.
Je hebt 't gehoord, Menke.
Ja, nu is het uit.
Zoover als ik gaan kon, ben ik gegaan.... Ik wou dat jij dit weten zou.... Daarom heb ik je in de ontvangkamer gelaten.
Nu is 't met ons gedaan, meneer van Essen.
Met ons?.... Je wilt toch niet dat ik?....
Waarom zou ik alleen vallen? Er is toch geen enkele reden, waarom ik nù nog zwijgen zou.
Maar dat mag niet! Voor ons allebei mag dat niet gebeuren.
Voor ons allebei?.... U hoeft voor mij toch geen komedie te spelen. Het is voor u dat ik weg moet. U wilt blijven doorgaan en daarom moet ik zwijgen.... Maar waarom zou ik dit doen? We staan toch allebei gelijk.
Ik bedrieg, ja.... en dit is dan ook het verschil tusschen ons tweeën: Ik heb nooit iets voor mezelf genomen.
De menschen zullen 't toch wel eender beoordeelen, meneer van Essen.
En geen greintje dankbaarheid is er in je, voor wat ik voor je gedaan heb?
Ja, u heeft veel voor me gedaan. U heeft me gebruikt als 'n machine.
Al zou ik de tekorten kùnnen dekken; dan nog zou ik je niet kunnen handhaven.
U niet? In alles toch krijgt u uw zin. De bruggen, die komen lager op de rivier.... precies daar, waar u ze hebben wilt!.... De leeningen - u krijgt ze er door - omdat dit alles voor u zelf is.... En voor 'n ander zoudt u niet de invloedrijke man kunnen zijn?
Waarom is het noodig door een misverstand mekaar in 't ongeluk te helpen? De tijd dringt.... Je moogt dit niet.... en je zult 't niet.... Je bent lichtzinnig geweest....
Ik vervloek de dag, waarop ik u voor 't eerst gezien heb!
Stil.... stil.... Alles heb ik voor je gedaan.... Ik salariëerde je zoo hoog, als eenigszins mogelijk was.... En toch moest je meer, toch nam je meer....
Ik heb gespeculeerd.... het is me tegengeloopen.... Als 't goed gegaan was zouden dezelfde menschen me nu een knap man vinden!
Zooveel heb je hier uit de kas genomen, dat ik met moeite
mijn betalingen kan aanhouden.... Hoe zou je willen, dat ik jou tekorten dekte, jij die ook nog het geld van een andere maatschappij verspeeld hebt?.... Dit hier, kan ik verzwijgen, maar dat daar, zou ik onmiddellijk aan contanten moeten storten!.... Waarvan?.... Nog twee, drie dagen, en die andere menschen zullen je rekening en verantwoording vragen....
En u blijft hier, u opent morgen de haven met ministers en autoriteiten.
Jij alleen weet, dat ik met eerlijke plannen, dividend van het kapitaal heb betaald, omdat anders de menschen zich uit de onderneming zouden hebben teruggetrokken en duizenden geruïneerd geweest.... Jij weet, dat ik geloof dat 't terecht zal komen.
Toen ik dien eersten keer bij u kwam, omdat ik de posten die u opgaf, zóó niet boeken kon, toen was ik toch ook eerlijk; - maar ù overtuigde me.... ù wist me om te praten.... Zooals u de heele wereld ompraten kunt.... en uw geld deed de rest.... Ik was jong.... het streelde zelfs mijn ijdelheid, uw vertrouwde te zijn, en u te kunnen helpen in uw gróóte onderneming!
Die is groot Menke.... Nog twijfel ik niet.... De kosten waren te zwaar.... maar dit is nu voorbij....
U zegt dit al zoo lang.
We krijgen 'n betere verbinding.... De handel breidt zich uit.... Kijk.... dit is toch geen verbeelding....
Waarom verspilt u aan mij uw speech voor van avond?
Nu zal die niet meer noodig zijn.
En welke oplossing weet u dan?
Jij moet weg.
Waarheen?....
Je hebt een vrouw, je hebt kinderen, je moogt niet aarzelen. Ik heb een dochter.... in dàt staan wij wel gelijk.... Voor hen smeek ik je Menke: ga weg!
En zullen mijn kinderen daarmee gebaat zijn?
Je houdt van je kinderen.... het kan niet anders. Ik hou van 't mijne - en als het niet om haar was, zou ik al lang de waarheid hebben gesproken, wat er dan ook van komen moest.... Ik wil dat ze gelukkig wordt.... Je weet niet hoe ik er onder gebukt ga, dat ik verplicht ben de tekorten geheim te houden, maar voor haar draag ik 't allemaal.... voor haar kan ik 't bovenmenschelijke doen.... en dat kan jij ook, als
je maar 't kleinste beetje van je kinderen houdt.... Wat zal er van hen worden, als jij veroordeeld wordt?
Ik hou van m'n kinderen - en als ik wist dat voor hen....
Als jij hier blijft, zal je de kas van je eigen maatschappij moeten verantwoorden.... Van het een, komt het ander.... Dan worden ook hier de boeken nagekeken, en het zal eindigen dat we allebei veroordeeld worden....
Maar als jij weggaat, zal ik 't tekort hier kunnen verzwijgen, -niemand zal aan mij twijfelen; - zoo lang ik sterk sta, kan ik voor je vrouwen je kinderen zorgen. Dit zal ik.... dit zweer ik je!.... Wanneer jij spreekt zijn duizende menschen geruïneerd....
Ja....
Je vlucht van avond.... Jij mòet vluchten, want jij staat nìèt voor 'n eerlijke zaak; maar vóór je gaat, moet je de komedie meespelen - voor je kinderen.... Ik zal je ontslaan - ik zal je harde dingen moeten zeggen.... Je zult ze aanhooren.... En niets, niets zal je terugzeggen.... Niemand mag aan mij twijfelen.... Niemand zál twijfelen! jij doet 't jouwe. Nu hebben wij wel eenzelfde doel.
Elke eerste van de maand, stuurt u geregeld m'n salaris....
Je doet het dus?
Ik zal van hier direct naar Londen gaan; van daaruit verder.... ik zal niet meer naar huis gaan.
Elke eerste stuur ik je je geld. Als je weg bent, schrijf je een brief aan de maatschappij, dat je uit dankbaarheid voor mij, je hier niet vergreep.
Niemand zal aad u twijfelen, meneer van Essen. Iedereen zal weten dat u een groot man is. Nu kunt u rustig het koord van de haven stuk varen, niets zal u in den weg staan en van avond kunt u prachtig spreken.
Straks, wanneer de commissarissen hier zijn, zal ik je laten roepen!
Negende Tooneel.
Meneer Strang wacht beneden.
Laat boven komen.
Tiende Tooneel.
Op zoo'n grooten dag, zoo druk bezig!.... Je hebt me lang laten antichambreeren.... en mij, die je nog al zoo iets gewichtigs kom vertellen.
Er is al zooveel gewichtigs gebeurd vandaag. En nu nog meer? Weet jij misschien al of de gemeenteraad het plan heeft aangenomen?
Daar is toch geen twijfel aan. Het zou dan ook wel de eerste keer zijn, dat jij je zin niet kreeg.
Als ik voor'n groot doel werk, Strang, ken ik geen hinderpalen.
Dat komt omdat jij voor zulke mòòie plannen vecht.... Hoe prachtig ziet zoo'n haven er uit, in den laten middag. Kon je zwager Renswalden nu terugkomen en zien, wat jij van de stad gemaakt hebt, zou hij wel alles terugnemen wat hij toen zei.... Ja, in den beginne heb je moeilijke tijden doorgemaakt....
Niet alleen in den beginne!....
En als mijn zuster je nu ook kon zien, in je grootheid.... nu zou zij ook anders denken! Op 'n als dag vandaag, moet jij je vrouw toch wel erg missen.
Ja, dat zeker.
Daarom kom ik je nu in haar plaats iets vertellen.
Wat bedoel je toch? Is er iets ernstigs.... in de zaak?
Neen, ik kom nu niet als Commissaris
Hugo.... een goeie jongen hé?....
Ik wist wel dat je hem graag mocht.... Jij weet natuurlijk, dat hij van Lize houdt....
Heeft hij je dat gezegd?.... Heeft hij?.... Waarom talm je zoo?
Ja.... Hij durfde het jou niet zoo ineens vragen.... 't Is ook 'n heele onderneming.... Zijn ouders leven niet meer en daarom dacht ik, dat ik nu....
Hij heeft het jou gezegd?
Ja.... da's toch niet zoo vreemd? Hij wou nog wachten, vooral met die drukte van de laatste tijden. - Nu, als hij je dochter trouwt, kan je wel zeker zijn dat hij haar neemt om haar zelf. Daar was je toch altijd bang voor?.... Hij is vermogend.... Bij jouw vermogen beteekent dit natuurlijk niet veel....
Maar ik vind het goed, Strang!
Dat wist ik wel - en daarom heb ik hen gezegd, dat zij 't je juist nog vandaag moesten komen vertellen. Ik voelde dat dit je meer geluk
zou geven, dan al je eer, je bruggen en havens bij elkaar. Jij die zoo verbazend veel van je kind houdt!
Ze zijn hier?
Dacht je dat ze 'n oogenblik wachten wilden, toen ik zei, dat jij 't wel goed zou vinden?
Als je wist, wat er nu in me omgaat....
Ja, dat begrijp ik, je eenigste.... Ik zal hen roepen.
Waarom niet? Juist hier. O, ze laten zich niet wegsturen!.... Ik ga ze halen,
Elfde Tooneel.
Mijn lieve Lize!
U vindt 't goed?
Ik zal haar niet van u afnemen, meneer van Essen.
Je houdt veel van haar, Hugo?
Ja, meneer van Essen, heel veel!
Het is vandaag zoo'n groote dag voor u, en daarom vond oom dat wij juist nu....
Als je 'n groote onderneming begint, moet je met den stormpas op 't doel toegaan, want als je aarzelt durf je misschien niet meer, zegt u altijd.
Hij handelt heelemaal naar jouw voorbeeld, Walter! Als hij nu in alles net zoo is als jij....
Zie je, ik wist 't wel, Hugo.
Waarom sta je daar zoo? 't Is of er 'n kind van je is weggegaan, en je krijgt er een bij.
Zou ik zooveel van je houden, als ik dìt niet gemerkt had?.... Maar tòch, 't overvalt me.... En juist vandaag....
Nu heb ik dan toch wel iets voor je kunnen doen.
Nu heb je me een boodschap gebracht, zòò blij.... Ja, het is mal van me.... ik, die door niets uit 't veld geslagen word.... maar.... ik had gedacht dat ik dit nooit zou beleven.
Zoo'n sterke kerel als jij.... Neen, nu kan je waarachtig wel lachen! - Denk eens wat 'n toekomst! Een schoonzoon, die je helpen zal....
Ja, dit hebben we al afgesproken.... Hugo zal u zóó steunen....
Neen Hugo, dat verlang ik niet van je; als je maar altijd veel van háar zult blijven houden.
Maar als u mij zou noodig hebben....
Dat geloof ik wel
O, dat is mooi, Hugo!
Ja, jij hebt je leven prachtig besteed!
Twaalfde Tooneel.
Wat komt u nu doen?
Telegrammen.
Heb je hem nog niet ontslagen?
Je kunt gerust zijn, Strang.... straks.... en jij zult daar ook bij zijn, als ik hem ontsla.... hoewel.... alles hier in orde is.
Dit is het cadeau van het personeel.
Goddank, dat hij ons buiten z'n waaghalzerij gehouden heeft.
Toch, op 'n dag als vandaag, was ik zoo graag clement geweest.... Maar het moet wel, in ons eigen belang.... en in je eigen belang Strang, moet je soms wel harde dingen doen.
Vader.... u moogt me vandaag niets weigeren....
Wat zou ik jou kunnen weigeren kind?
Willy Bloemendaal heeft me geschreven of ze vóór ze verpleegster wordt, een paar dagen bij ons kan komen logeeren.
Die Bloemendaal wordt zeker veroordeeld, van Essen.... Zijn fraude is bewezen.
't Is nu zoo'n vreeselijke tijd voor haar.... Moet zij daar in de stad blijven, als al de meubelen verkocht worden?
Zij kan toch niet helpen, wat haar vader deed.
Dat voel ik ook zoo, Hugo.
Ze mag dus komen? U mocht haar altijd graag!
Ja kind, wat jij doet is goed.
De menschen zullen daarin misschien....
De menschen zeggen zooveel. Je moogt haar vragen, Lize.
Vandaag zou ik niet graag iemand iets weigeren, Hugo.
Toch is het niet verstandig dergelijke menschen aan te halen.... Ik.... voor mij....
Dertiende Tooneel.
Meneer Stark en meneer de Wilde.
Sluit de gordijnen en maak licht.
Zullen wij weggaan?
Je vader wil natuurlijk 't groote nieuws bekend maken.
Neen.... nog niet.... morgen.
Waarom wachten?
Nog niet, zeg ik.... ik wil 't nu nog voor ons zelf houden! Ga nu kinderen, straks kom ik thuis,
U zult eens zien vadertje, dat Hugo 'n steun voor u zal zijn.
Ja, ja....
Veertiende Tooneel.
Dit is 'n. dag voor mij, Strang....
En voor ons allemaal, want als de beslissing gunstig is, komen de veemen.... Het is toch een prachtig idee van me geweest die terreinen te koopen. Je zult ze nu noodig hebben.
Ik wist 't wel.... met jullie steun....
Het was wel zeker!.... Wie zou aan jouw plannen kunnen twijfelen?
Toen de burgemeester gesproken had, vroeg ik het woord.... Ik heb niet eens lang behoeven te spreken!....
En hoe!!.... Wat hij nu van je gezegd heeft, van Essen.... Als je er bij geweest was.... We zijn geen seconde langer gebleven dan noodig was.... Jij bent de eerste in de stad die 't weet....
Toen ik sprak van je werk.... hoe jij hier halve nachten op kantoor zit, was 't een bravo....
Waarachtig, zoo enthousiast heb ik ze nooit gezien!
Nu kunnen we van avond rustig feestvieren.
Dat ik kon zeggen, dat hier alles in orde is, en die Menke ontslagen, heeft ook wel 'n beetje geholpen.
Vraag meneer Menke hier te komen.
Vijftiende Tooneel.
Het is een domper op de vreugde.... zoo'n executie.
We moeten een flink voorbeeld stellen.
Ik zou u willen verzoeken, meneer Menke, een rechtstreeksch antwoord te geven op de vragen van meneer van Essen.
Toen ik hoorde van uw groote speculatiën, heb ik onmiddelijk de boeken onderzocht. Het is mij gebleken, dat alles bij onze maatschappij in orde is. Is dit zoo of vergis ik mij hierin?
Ik heb bij u altijd mijn plicht gedaan.... De boeken zijn geheel in orde.... er is geen enkele post....
U behoeft aan de verklaringen van meneer van Essen niets toe te voegen.
Het is dus de waarheid Menke, dat je je aan geen oneerlijkheid hebt schuldig gemaakt?
Hier is alles in orde, meneer.
Dit zeker.
Het demoraliseerende voorbeeld - de andere bedienden zouden u nadoen.... Niets werkt zoo aanstekelijk als 't jagen naar de weelde....
Met uw werk zijn we altijd tevreden geweest; misschien
heeft u zich laten verleiden door uw jeugd, maar u had moeten begrijpen.... We mogen dit immoreele principe niet steunen.... en al heeft u ook uw plicht gedaan....
Ik zou ook graag eenige woorden zeggen, meneer Van Essen.... Als u mij toestaat....
Ja, als ik die niet had....
Ssst....
Welke andere beweegredenen kunt u gehad hebben, tot het aangaan van verbintenissen, met de vaste wetenschap die nooit te kunnen voldoen? U rekende op verdienste, met het plan om als het tegen liep, toch niet te betalen.... Hoe is 't mogelijk, dat u, met 't voorbeeld van meneer van Essen.... een voorbeeld van trouw en eerlijke plichtsbetrachting, tot zulke immoreele daden is gekomen?
Ik....
U heeft uw gezin broodeloos gemaakt en dit is een onvergeeflijke misdaad.
Ik wou.... de Wilde....
Ik wil, dat meneer Menke goed weet, waarom wij hem niet eervol ontslaan. Ik vroeg 't woord, meneer v. Essen, omdat ik begrijp hoe pijnlijk 't u moet aandoen, uw beschermeling een zoo treurige waarheid te zeggen.
Hoe is u tot zoo iets gekomen? Hoe kwam u aan het geld?
Ik....
Ook mij heeft u geweigerd de bronnen te noemen.... Voor u hoop ik, dat u eerlijk is.... O, ik kan wel begrijpen hoe u er toe kwam.... Het succes van deze onderneming heeft uw hoofd op hol gebracht.... U wou rijk zijn en waagde maar....
Ik heb geen andere verontschuldiging - dit is het, heeren!
Het is een onvergeeflijke fout geweest.... U is nog jong.... Zoek een anderen weg, meneer Menke, die van de waarheid en de eerlijkheid - de eenige, waarop wij menschen misschien nog het geluk kunnen vinden.... Heeft u ons nog iets te zeggen?
Neen meneer!
Van dit oogenblik is u niet meer in dienst van de maatschappij.
Zestiende Tooneel.
Je neemt me niet kwalijk, dat ik 't woord nam? Ik begreep dat 't je hard vallen moest, daarom nam ik 't van je over.... Ik vond noodig 't hem krachtig te zeggen.... En jij, die anders zoo mooi kunt spreken!....
Zou je gewild hebben, dat ik in deze omstandigheden, mooi zou hebben gesproken?
Het is pijnlijk, op 'n dag van enkel geluk....
Ja, dat is 't, Stark!
Nu weet de heele stad, dat 't groote werk klaar is.
Ik zal nog veel moeten doen!....
Het is of ze daar buiten gieren van den lach!
Van avond zal je tevreden zijn.... Dan zal ik mooi spreken!....
Tweede bedrijf.
Eerste Tooneel.
Zoo ijverig bezig?
Goeien avond, Strang.
Het is hier beter dan buiten.... Het vriest....
Ze zijn op Walters kamer.... Ze komen straks hier.
M'n vrouw en de kinderen zouden wel meegekomen zijn, maar je begrijpt....
Ze is een lief meisje....
Dat spreek ik niet tegen.... maar de menschen.... Ik heb Walter nog gezegd: ‘inviteer haar niet’.... Enfin, hij is altijd zoo geweest.... goed, voor de heele wereld.
Ja, goed voor iedereen....
Die procuratiehouder had hij ook nog willen houden.... Ik had toch maar goed gezien.... dat hij vluchten zou.... En zoo gauw al.... op de avond van zijn ontslag.... Mijn menschenkennis laat me toch maar niet gauw in den steek, hè Martha....
Ze gaat morgen al weg. Ze voelt zelf, dat alle andere meisjes om haar weg blijven.
Dat is verstandig.
Treurig Strang!.... Ga je niet binnen? De Wilde en Stark komen straks ook.
Ik mag zoo graag met jou praten.
En 'n doel!.... Dat vooral heeft m'n leven veel gelukkiger gemaakt.
En hìj heeft z'n zaken gehad.
Hoe zou hij dit gekund hebben?
En het is mooi van jou geweest, dat je zoo dadelijk kwam.... Wat had van Lize moeten worden als jìj je er niet mee bemoeid had? Het was toch 'n heele kwestie tusschen je man en hem.
Het was alleen in zaken, dat zij elkaar niet begrepen.
Wat zou jou man nu wel zeggen, als hij hem in z'n volle glorie zag?.... Maar ìk heb dadelijk wel begrepen, dat hij er komen zou.... Jij trouwens ook.
Ja.... en toch.... neen Strang.... Toen zij kwestie kregen, stond ik heelemaal aan de zij van m'n man.... Ik hield van m'n man. En het was de eerlijke meening van Eduard, dat't geen stand kon houden.
Strang.
Hij heeft hem toch verbazend tegengewerkt....
Kon hij anders? Tegen zijn overtuiging in? En daarom hield ik zoo van hem,.... omdat hij niet huichelen kon.
En toen 't hem daarna zelf in zaken zoo tegen liep? Heb je nooit 'ns getwijfeld?
We houden toch niet van iemand, omdat 't hem goed gaat?
Tweede Tooneel.
Mevrouwtje.... Goeien avond, Strang. Hè! Hier is het heerlijk!....
M'n broer is op z'n kamer.
Heb ik het je niet voorspeld op de commissarissen-vergadering?.... De leening is nu al bijna volteekend. De stad is enthousiast.... Ik wou van Essen even zeggen....
U zult hem niet storen.... U kent den weg.
Derde Tooneel.
Ja, nu beginnen ze allemaal te zien, dat 't goed gaat.
Wie zou nu nog kunnen twijfelen?
Vierde Tooneel.
Dag oom!
Heeft u tante niet meegebracht?
Ze is wat verkouden, en de meisjes.... met die kou....
Dank u.
Als jij eens iets speelde, Lize? Dat van gisteren, van Schumann....
Zal ik 't doen, Hugo?
Ja, toe speel iets.
Wanneer je, als we getrouwd zijn, zoo dikwijls wegloopt....
Vijfde Tooneel.
Ik wist 't al van de leening. Ik was van middag bij meneer de Wilde op kantoor.... Ik wil ook aandeelen nemen.
Heel verstandig.
Ik zal wat pandbrieven en 'n paar huizen verkoopen.
Je zult er 'n goeie speculatie mee doen.... En het is een blijk van vertrouwen in je aanstaanden schoonvader.... Hij heeft het wel niet noodig, maar toch....
Daarom heb ik 't dan ook wel 'n beetje gedaan....
Het zal 'n plezierige verrassing voor hem zijn....
Zesde Tooneel.
Neen, de Wilde, ik ben er beslist tegen.
Ik heb je hier gewacht.
Hugo, meneer de Wilde vertelt me....
't Is niet enkel eigenbelang.... Ik wou u....
Het is lief van je jongen.... Ik begrijp waarom je 't doet.... maar het is beter niet.
Zevende Tooneel.
Een interessant meeningverschil.
Het heeft niet veel te beteekenen. Ik zie niet waarom wij er een gewichtige zaak van zullen maken.
Het geval is dit: Mr. van Merlen was van middag bij me. Hij wil aandeden nemen in onze ondernemingen....
Heel begrijpelijk.
En nu vindt van Essen beter dat Mr. van Merlen de aandeelen niet neemt....
Waarom niet?
Als u bezwaren heeft.... schrap u ze dan, meneer de Wilde.
Waarom wil jij het niet, van Essen?
Neen, maar in dit geval. Het is een zaak die je heelemaal zelf in handen hebt.... Als ik een schoonzoon had, zou ik juist willen....
Ja - jij vooral moet toch met volle illusie....
Jij zegt daar het woord, de Wilde: ‘Illusie’. Ik heb nooit illusies nagejaagd.... en daarom, juist omdat ik zoo vast met mijn voeten op den grond heb gestaan, heb ik bereikt, wat ik bereiken wou.
Zeker....
Ik heb mijn heele vermogen in de onderneming gestoken, ondanks de voorspellingen van velen.... Maar ìk wist wààrom, ik het deed.... met Hugo is dit anders.... Hij doet het, dit staat voor mij vast, om mij een bewijs van vertrouwen te geven, zonder nog precies te weten, waaraan hij z'n geld geeft....
Maar wij.... met onze voorlichting....
Ja van dat standpunt bekeken.
Hij màg ons niet zoo vertrouwen, dat hij zich blindelings aan ons overgeeft, maar later, als hij door mij, door jullie, nog meer op de hoogte gebracht, als hij zèlf heeft gezien, - dan... als hij dan zou aarzelen.... zou ik 't hem kwalijk nemen....
Zoo beschouwd heeft je schoonvader wel gelijk, Hugo.
Daarom heb ik liever niet, dat hij de aandeden vóor dien tijd neemt. Dus, Hugo, moet meneer de Wilde ze schrappen?
Het was geen lichtvaardigheid. Ik vertrouw....
Dat weet ik wel, maar toch.... je moogt niemand vertrouwen, op wat anderen van hem zeggen.... En laten wij 't van avond niet meer over zaken hebben. Wij zijn nu renteniers.
Er zit veel moois in wat je zegt, maar heelemaal je gedachtengang begrijpen....
Jawel, hij eischt zelfstandigheid van zijn schoonzoon.
Met mijn beste vrienden heb ik gebroken, wanneer zij hun volle vertrouwen niet geven konden. Ik heb zòò lang moeten vechten tegen kleinzieligheid, afgunst en kort begrip.... met mijn zwager destijds zelfs.... en nu overrompelen de menschen mij met hun vertrouwen,
Ja, ik zei straks nog tegen Martha dat als Eduard nu kon zien....
Je nam je zwager zijn gebrek aan vertrouwen kwalijk.... en je schoonzoon verwijt je zijn te groot vertrouwen.... Een tegenstrijdigheid....
De vader moet soms afkeuren, wat de koopman toejuicht!
Achtste Tooneel.
Je bent een karige huisvrouw, Martha! Laat Johan de sigaren....
Ik dacht dat je misschien liever niet had, dat ik hier zou zijn, Walter.
O, de zaken zijn nu afgehandeld!
Ga dan toch zitten.... Wil jullie rooken?
Speelt je dochter?
Ja. Wel goed, hè?
We zijn nog aan de koffie.... wat laat.... maar met ons logeetje.... Wilt u misschien voor de gezelligheid een kopje meegebruiken....
Gaarne mevrouw.
Die heerlijke rust hier.... die heb je dan ook wel noodig....
Hier. ben ik alle zaken vergeten.
Dat komt omdat 't zoo vlot gaat.
Ja, hoe die menschen zich voelen moeten, die iets op hun kerfstok hebben....
Het meisje van Bloemendaal kan ons misschien hooren.
Ze is bij Lize aan de piano.
Zij heeft toch niets gehoord?.... Ga eens kijken, Hugo.
Trekt het kind 't zich erg aan?
Ik heb haar al een paar malen verrast, dat ze zat te huilen.
Mij interesseert de familieverhouding van zoo'n man altijd bizonder.
Och Martha, laat Johan die oude cognac eens geven...
Als je 't zoo gemakkelijk gewoon bent geweest.... en je wordt op je ouden dag gegrepen.... Ja Strang, dat moet niet alles zijn! Knecht komt binnen, blijft bij de achterdeur staan.
Breng eens de cognac van 65 - toe drink wat mee.... we hebben zoo laat gedineerd.... of wil jullie liever iets anders?
Een glas cognac wil ik wel.
Ja het moet wel erg voor het kind zijn, als ze hier zoo behagelijk zit, en aan haar vader denkt....
Ja, de schande die hij over z'n heele familie heeft gebracht....
Juist van de menschen van wie je houdt, zie je zoo iets in den regel niet.
Zeker.... Ah, daar is de cognac!
Als zoo'n man van z'n kinderen hield, was zoo'n verhouding wel vreeselijk.
Zeg, van Essen, die cognac is uitstekend.... verbazend.... net fluweel.... Goddank, dat wij nog zoo rustig ons cognacje kunnen drinken, hè!
Wees toch voorzichtig dat 't kind 't niet hoort! - En neen, 't is niet waar wat jullie zegt, dat heb ik duidelijk aan haar gemerkt. Hij heeft veel van z'n familie gehouden.... Krankzinnig veel natuurlijk.... Juist omdat hij wist, dit ze hem elk oogenblik konden komen halen! Het moet een hel voor hem geweest zijn!....
Ja zèker, goddank!
Ze komen hier.
Het is zeker uw plan later in de zaak te komen?....
Het is duidelijk. Wie zou later van Essen beter kunnen opvolgen, dan zijn schoonzoon?
Natuurlijk is het heerlijk, steun van je eigen kinderen te krijgen, vooral in zoo'n groote onderneming.... maar toch, vóór Hugo besluit....
Negende Tooneel.
U wilt zeker weten of ik 't goed vind? We hebben er samen wel eens over gesproken, maar we wachtten tot u het zelf zeggen zou.... Hugo dacht eigenlijk dat de Commissarissen....
Lize....
Ik zei niets van de Commissarissen.... Neen, heeren, op m'n woord!
U heeft misschien verteld, dat wij verschrikkelijke menschen waren!
Zòò erg niet.... Mag ik 't zeggen, Hugo?
Als dit het eenige struikelblok is!.... Meneer Stark en ik hebben er al eens over gesproken. We hebben nog niemand in de plaats
van den vroegeren procuratiehouder.... Wie zou nu beter dan u, een meester in de rechten....
Graag mevrouw!
Nu moet ik jullie van avond misschien voor de tweede maal verbazen!.... Ik ben je dankbaar voor wat je doen wilt, maar het is nooit mijn plan geweest, je dit te vragen.
Je wilt hem toch niet buiten alles houden?
Hoe ik je dit nu verklaren zal? Dit is pijnlijk voor me, - maar het moet nu wel.... jullie zoudt anders een verkeerde conclusie trekken. Toen ik mijn werk begon, wist ik, dat 't een reuzenonderneming was, en dat het een reuzenstrijd zou kosten; ik aarzelde niet en alles heb ik opgeofferd; - als een werkman heb ik geleefd....
Ja, je hebt je veel ontzegd!....
Ik heb zoo hard gestreefd naar mijn doel, dat ik veel heb voorbij gekeken! Maar je kunt slechts in één ding groot zijn.... Ik was 't in zaken.... Mijn huiselijk geluk.... Ja Strang, jij weet het wel en jij ook, Martha.... O! denk niet dat ik met je moeder ongelukkig geweest ben, Lize, maar toch....
Als zij toen had kunnen begrijpen.... Jij hebt je niets te verwijten.... Er waren er toch zoovelen, die't niet met je eens waren!
Ik had meer voor haar kunnen zijn. Zij had 't recht dit te eischen.
Al onze vrouwen wìllen dat, maar als je koopman bent....
Je kunt niet dwepen.
O, je hoeft niet te dwepen!.... Maar dit heeft mijn leven me geleerd, dat je in 't kleine vaak meer bereiken kunt dan in de grootheid, voor je kring, voor je gezin.... en ook wel voor je zelf.... door 't groote werk hoor je aan de gemeenschap....
Maar jij kunt toch niet klagen. Na jaren zullen de menschen je nog dankbaar zijn.
Als dit waar zou zijn.... en als 't zoo zijn zou, kan ik dàt ooit goed maken?.... Neen, die zaak heeft al mijn tijd in beslag genomen, mijn huiselijk geluk heeft er door geleden - en zou ik dan nu al mijn zorgen, al mijn lasten op m'n kinderen overdragen? Neen, niet voor ik weet of hij misschien sterker is dan ik, en wel twee dingen kan bereiken.... Voor jou, Lize, voor jullie....
heb ik gehoopt op een stil geluk....
Ik heb voor niemand iets kunnen beteekenen!
En wat je voor mij geweest bent?
Mijn goed, goed vadertje!
Je hebt me ontroerd. Het groote werk uit je familie geven voor het geluk van je kind....
Waarachtig, 't is een daad! En om zoo alles te durven zeggen, wat je voelt....
Zeg nu nooit meer, dat jij de menschen niet aan je bindt! Wat er nu pas nog is gebeurd.... Heeft die Menke niet geschreven, dat hij alleen uit dankbaarheid voor jou, onze maatschappij niets te kort deed?....
Zouden wij niet weer gaan zitten?
Ik wou je alleen maar 't laatste nieuws komen vertellen. Ik moet naar huis - het wordt al laat.
Ik ga zoover mee. Ja mevrouwtje, u heeft de manier om iemand vast te houden.... zoo gezellig huiselijk is 't hier....
Wil mijn dochter het later, dan kan hij nog altijd....
Ja meneer.
Voor nog geen tien flesschen, al waren ze van 1700. Ik had je even willen spreken over de veemenkwestie, maar dat kan morgen wel, dan heb je meer tijd misschien. Overdag kan ik niet zoo goed weg uit mijn eigen zaken.
Stark.
Tot morgen!
Tiende Tooneel.
Jawel, meneer Strang.
Dan moet je hier geen vreemde worden.... Als je 's Zondags vrij bent, kom je maar hier.
De Zondagen zult u wel beter kunnen besteden.... Dan komt zeker de verloofde....
Ik ben niet meer verloofd, meneer Strang.
Is het af?
Och Strang.... Hugo en Lize hebben weer 'n apartje. Ga jij hen nu eens zeggen, dat dat niet hoort....
Is je verloving af, Willy?.... Nadat.... om?....
Ja meneer.... nadat dat gebeurde....
De groeten, Strang.
Je moet niet meer zulke malle dingen zeggen, dat niemand om je geeft; ik wou dat ik je eens bewijzen kon....
Wie weet of je niet heel gauw....
Een nieuwe zaak...? Je maakt me nieuwsgierig.
Het is nog niet besloten. Goeien nacht.
Dag kinderen.... nacht Martha.... Goeien nacht juffrouw Bloemendaal.
Elfde Tooneel.
Laten we nu hier aan de tafel.... zoo heel gezellig.... Het liefst zit ik toch maar alléén met jullie....
Mag ik je iets vragen, Willy?
Hoe bedoelt u?
Heeft hij 't afgemaakt?
Ja, meneer.
Dan moet je toch wel eens in je verloving gevoeld hebben, dat hij niet van jou hield?
Ik geloof dat hij ook van mij hield.
't Is misschien niet mooi van me, dat ik je herinner, maar....
O, u moogt gerust.... en dan.... nu ben ik.... er toch wel overheen!
Ja.... want nu weet je toch, dat hij alleen maar van je hield, omdat hij dacht dat je geld hadt; dus kon je hem natuurlijk gemakkelijk vergeten.
Ja, 't is beter zoo.... Maar toch....
Waarom vroeg je dit dan, Walter?
Ja....
Waarom deed u dit nu?
Twaalfde Tooneel.
Je kon toch wel begrijpen, Walter.... Lize wenkte je nog.... Hè! dat jullie mannen soms zoo ruw kunt zijn.... Daar straks Strang ook....
Ik was niet ruw! - 't Is toch begrijpelijk dat ik daar belang in stel.... Met haar vader heb ik jaren in relatie gestaan.
Heeft u nooit iets aan hem gemerkt?
Ik? Neen.... Hoe zou ik? Niemand heeft ooit iets gezien.
Het vreeselijke is, dat de kinderen er zoo onder moeten lijden.
Voor haar is 't toch veel beter zoo! Een mooi huwelijk zou dat geweest zijn!
En dat zoo'n vader die verloving nog liet doorgaan.
Ja, dat is het erge.
Neen, dat vind ik zóó begrijpelijk!.... Hij kon toch niet denken dat zoo'n jongen zóó smerig zou zijn!....
Hij had 't moeten zeggen, al had hij 't enkel maar aan dien jongen gezegd.... Dan had hij ten minste de zekerheid gehad, of zij later gelukkig zou zijn.
Ja, 't is wel moeilijk zoo iets te bekennen, maar toch....
Voor mij is 't wel duidelijk, dat 't hem heelemaal niet schelen kon, hoe 't verder met haar gaan zou.
Ja, anders had hij haar aan dit niet gewaagd.
Zoo iets zeg je toch niet.... De angst dat zoo'n jongen niet zou zwijgen.... Hij hoopte natuurlijk dat het terecht zou komen....
Met hem was het immers gedaan.... Zij begon 'n nieuw leven.
Wat had zijn fraude te maken met 't al of niet houden van dien jongen?.... Neen, 't is werkelijk dwaas wat je zegt, Martha! Dit moet je toch ook vinden, Hugo?
Gedeeltelijk!.... Denk u eens even.... Als je getrouwd bent, en er gebeurt zoo iets.... Zou je dan niet twijfelen of je vrouw vóór het trouwen alles al wist? Want dan zou ze je misschien getrouwd hebben om geborgen te zijn.
Dertiende Tooneel.
En jij verdedigt hem!.... En welke omstandigheden dan? Hij vroeg haar toch alleen maar, omdat haar vader een groote positie had.... En jij verdedigt hem nog! Van jou wil ik dit toch niet hooren!
Waarom wind je je zoo op?
U begrijpt me verkeerd. Ik bedoelde, die jongen was niet rijk.... zijn ouders leefden nog.... hij stond niet vrij....
Wanneer je van 'n vrouw houdt, bestaan er geen redenen.
Voor mij niet ten minste.
Ja, je zegt dit, nù....
Maar u zegt van avond zulke vreemde dingen.... U kunt toch niet gelooven, meneer van Essen, dat ik Lize gevraagd heb, omdat u haar vader is?.... De heele avond stelt u mij al op de proef.... eerst met die aandeelen.... toen.... toen 't kwam over de betrekking bij de maatschappij....
Ja kind, ik zei 't om te lachen.... of neen, Hugo.... ik wou zekerheid.... ik ben niet kwaad dat je zoo uitviel.... Zóó wil ik den man van m'n dochter.... 'n Flinke, ronde kerel.... Haha, die verontwaardiging stond je goed....
Jullie praat zoo ver....
't Is beter, duidelijk te weten, wat wij aan elkaar hebben.... Dus jij Hugo, zou Lize trouwen, al had ze geen geld....?
Wij houden toch van elkander....
Dus daarom heeft u gezegd, dat u Hugo niet in de zaak wilt?
Neen.... niet alleen om hem op de proef te stellen.... Dacht je, dat ik dat zou gezegd hebben, van je moeder, als ik niet ernstig meende, dat jullie los van de grootheid.... En geef me nu de hand Hugo.... Nu vergeten we wat we besproken hebben....
Dat verre spreken....
Ja - Wel te rusten vader.... Wel te rusten tante! Het wordt al laat.
Slaap wel, Hugo!
Nu staat hij dan toch heel dicht bij ons.... We hebben zelfs. al ruzie.
Veertiende Tooneel.
Voor je naar bed gaat Martha, wou ik je nog iets vragen....
Vijftiende Tooneel.
Ik hou heel veel van je, Lize. Zal je daar nooit aan twijfelen?
Wel neen.... En heeft u nu ook gezien, dat u Hugo kunt vertrouwen? U zult hem later uit eigen beweging in de zaak nemen.
Waarom dring je daar zoo op aan? Wil hij het? Ik ben zoo bang dat hij je niet wil, om je zelf alleen.
Hij wil graag in de zaak, vader. Maar om u te helpen! Hij is eerlijk, vader....
Kom, ga nu slapen, kind....
Zestiende Tooneel.
Ik?.... Neen.... Waarom zou ik?....
Waarom huil je, Martha? Voel jij misschien ook, dat Lize?....
Neen, om Lize huil ik niet....
Is het, omdat ik dat van je man gezegd heb?....
't Is kinderachtig van me....
Ik zei 't niet om je zeer te doen.... geloof me.... Ik ook heb er verdriet van, dat ik ten koste van de dooden....
Je zei 't voor 't bestwil van de kinderen; en het is de waarheid.
(Slot volgt.)
- voetnoot1)
- Voor de eerste maal gespeeld in den grooten Schouwburg te Rotterdam, Maart 1907. Het recht van opvoering voorbehouden volgens de wet van 28 Juli 1881.