beschreven papier nog de tastbare getuige is, en die heen zijn gegaan als zooveel wat wij zelven in ons leven hebben liefgehad, wat we vast hadden willen houden en wat de tijd meedoogenloos verwelken deed of sterven.
D'entendre frémir cette voix
Qui vient de si loin, d'autrefois
Die stem vooral hooren we in dit boek van herinnering. En daardoor is er vaak iets zacht-ontroerends in. Het leed is geleden, de oogen die weenden zijn lang voorgoed gesloten, maar er vibreert na van die smart in de verhalen.
Elisabeth is wel een der beste, en La bellissime Hollande, in welke beide de schrijfster begint met ons eerst te toonen of te noemen wat haar ‘inspireerde’.
Voor het eerste: een portret van Troost.
Voor het tweede: een zevental brieven, alle met het adres: A Madame, Madame la Baronne Sloet, née Baronne Borre d'Amerongen, Dame de Warmelo et de Carsbergen à Warmelo’, en met den aanhef: ‘Madame, ma très honorée Cousine’.
Nu werkt de fantazie van L.E.
‘Met een duidelijke vaste hand zijn de breede vellen der brieven beschreven, complimenteus en toch levendig gesteld, en onwillekeurig ziet men de schrijfster zitten op haar lagen stoel met hoogen rug, zich heel recht houdend in het nauwe keurslijf, een baptiste mutsje op het licht gepoederde haar, snel voortschrijvend met een welversneden ganzeveerenpen - een tinteling in de donkere oogen en een lachje om den mond.’
Is 't niet een goed staaltje van plastisch vermogen?
En ‘door een enkel woord, een enkel gezegde dier oude brieven’ leeft voor haar op in stille afzondering een vroeg vereenzaamde: ‘Edel en hoochgheboren’.
De heer Jero. de Vries die een ‘Voorwoord’ schreef, zegt daarin o.a.:
‘Wij leven in een tijd, waarin men zijn kamers vol propt met oude kandelaars, lampjes, borden en allerlei goed en snuisterij, waarmee onze vaderen leefden. Welnu, hier hebben onze liefhebbers en liefhebsters iets van den ouden geest er bij.’
Vooral ook iets van het gemoedsleven. En dàt juist is de bekoring.
Jammer dat de schrijfster nu en dan niet laten kan door een wijzigheidje de illuzie te verstoren!....
W.G.v.N.
Verbetering. |
Vorige afll. in 't Boccaccio-artikel: |
Blz. 350 |
‘Provinçaalsch’, moet zijn: Provençaalsch. |
Blz. 366 |
‘laatste helft der dertiende’, moet zijn: eerste der veertiende. |
Blz. 480 |
‘den eersten indruk’, moet zijn: de eerste. |