Groot Nederland. Jaargang 4

[p. 547]

Isadora
Door Edward B. Koster.

Voor Frits Lapidoth.

Uw lichaam is een lied: de helle vreugd
Glanst uit uw leden, en uw rhythmenspel
Is als een eeuwige onverdroogb're wel
Die opspringt in de velden uwer jeugd.

Uw lichaam is een lied: de doodenzang,
Het leedgebaar, de droeve galm van rouw,
Gij beeldt hen alle, sober en getrouw,
In vorm volschoon door staat'gen zieledrang.

En met uw zingend lichaam zweeft ge voort,
Nù in de dart'le lijning van den lust,
Wen gij de lucht met uw gebaren kust,
De stille schare uw leden zingen hoort:

Dàn in de somb're beelding van het leed,
Met breed gebaar van statueske pracht,
Wanneer een weenen schijnt te rijzen, zacht,
Alsof een klaagstoet langzaam verder schreed...