Groot Nederland. Jaargang 4(1906)– [tijdschrift] Groot Nederland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 545] [p. 545] Dordrecht Door Top Naeff. Als ge in mijn land komt zult ge haar bemerken Mijn oude stad, die altijd treurig is, Gij zult er zacht-voets gaan, als in een nis Van huizen, zwak-gebogen, grauw als zerken. Onder een lucht die zwaar van regen is, Waar wind door zucht uit muffe vleermuis-vlerken, In kille schâuw van grijs bestoven kerken, Gij zult er fluistren, bang voor stoorenis.... Maar te avond, wen ge doolt langs 't donker water Der doode gracht, waar kleurelichtjes zacht In kaatsen, maanschijn zilverstuift.... dan gaat er Een geur van schoonheid om, van vrome pracht. .... En over 't brugje zult ge, leunend, droomen, Lang roerloos, en voor 't minst geruchte schromen. Vorige Volgende