Groot Nederland. Jaargang 4(1906)– [tijdschrift] Groot Nederland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 422] [p. 422] Verzen Door Nico van Suchtelen. I. Eenzaam, o eenzaam is mijn dag geworden. Over doodstille velden, wijdheen wit, Huift leege lucht en stil is 't waar ik zit In blaren die van 't kaal geboomte dorden. Eenzaam, o eenzaam! en ik zie u sterven Mijn dag, zie 't zinken van uw raads'len dood. Een nevelglans, een schim van droefnis, vloodt Uw raadsel-leven dat ik nu zal derven. Eenzaam, o eenzaam! en het bevend fluistren Hoor ik rondomme van een teerst geklag. Wie weent, wie weent mijn dag, om wat nu mag Verzinken in al stiller, doodscher duistren? Roerloos, en van een roerloos waas omgeven, Als een die bidt en nog met de oogen dicht 't Gelaat heft in een doodstil duistrend licht, Zoo sterft mijn dag, en zoo mijn eenzaam leven. [pagina 423] [p. 423] II. O wouden wonderlijk bewolkt; Onder dier nev'len onstuimige vluchten Wat hoor ik u suisende zuchten? O luchten, o luchten zoo vreemd bevolkt Van grauwe vlagen Die over uw blauwe velden jagen Wat hoor ik u klagen, klagen? O winden die door de blaren kolkt Wat hoor ik u razende vragen? O zon die achter de nev'len glanst Een plotsling uw stralend gouden Wade waarover een wemeling danst Van wild-verheugde Ondooflijke vreugde Werpt over wolken en wouden; O machtige zonne, o wonnige gloed Die licht in mijn storm-ontruste gemoed! [pagina 424] [p. 424] III. Melancholie. Een schemerweb van glans doorwoven mazen Hangt om haar neer, en roerloos, met dien blik Waarin de nacht reeds droomt, staart zij, van schrik Noch hoop ontroerd, maar diep, diep in verbazen. Want wat wij ooit in wijze boeken lazen Van God en Wereld en dat wonder Ik Werd zinloos bij wat in dit oogenblik Drie-eenig leeft in haar verstilde extase. O schoonst mysterie-wezen, Poëzie, Die ik zie schouwen naar wat eens zal zijn Door 's avonds weiflend stervens-bleeke gloren, En naar dien nacht van eeuw'ge stilte hooren Waarin het leven zingt zwevend in schijn Des doods - Oer-kracht der ziel, Melancholie! Vorige Volgende